maandag 21 november 2016

Van het klassenfront: Spontane actie bij Vesuvius/Oostende (West-Vlaanderen)


De arbeiders van staalfabriek Vesuvius in Oostende (West-Vlaanderen) hebben op 5 nov. jl. het werk neergelegd uit onvrede over de aangekondigde ‘herstructurering’ van het bedrijf. Op 1 juni jl. kondigden de bazen van het staaltechniekbedrijf Vesuvius het collectief ontslag aan van 32 van de 136 productiemedewerkers. Vijf maanden later is er nog steeds geen duidelijkheid voor de betrokkenen. Dit ook tot grote onvrede van de bonden.

Op 3 nov. jl. was voor de arbeiders de maat vol: Spontaan werd besloten de boel plat te leggen. ,,uit onvrede over de weinig constructieve opstelling van de directie m.b.t. de aangekondigde herstructureringen”, klonk het onder het stakingspiket van het ‘Gemeenschappelijk vakbondsfront’. De productie van Vesuvius kwam door de actie stil te liggen. De toegang tot het bedrijf werd afgesloten met wegversperringen. Leveranciers konden hun vracht niet kwijt en parkeerden ten einde raad hun vrachtwagens dan maar op de openbare weg, wat voor gevaarlijke situaties zorgde. ,,We staan met onze rug tegen de muur”, klonk het overeenstemmend aan de stakingspiketten.

,,Het overleg zit sinds de aankondiging (van het collectiefontslag, red.) muurvast. De bazen tonen geen enkel respect voor de werkers, die er elke dag voor zorgen dat de zaak hier blijft draaien. Men weigert ook in te gaan op de vraag tot motivatiepremie. Onze indruk is dat het overleg in het kader van de ‘Wet-Renault’ louter een formaliteit is. Vijf maanden na de aangekondigde herstructurering zitten we nog steeds in de informatie- en consultatieronde. Concrete info krijgen we niet. Vele vragen over de ontslagen blijven, bijvoorbeeld over wie er getroffen worden, maar ook voor degenen die overblijven. We zijn niet van plan om met een vierde minder mensen even veel te doen. De directie had de eerste ‘afvloeiingen’ rond deze tijd al willen doorvoeren, maar zolang er nog geen ‘sociaal plan’ ligt, mogen ze geen mensen ontslaan.”

De Vesuvius-directie hulde zich in stilzwijgen.




De 'gescheurde overhemden' van Air France – Het proces van een 'collectieve trance'

De procureur vordert tussen de twee en vier maanden voorwaardelijk tegen vijftien vakbondskaderleden

De beelden van de beide Air France-bazen, met hun geschokte gezichten en ontblote bovenlichamen, terwijl ze werden opgejaagd door tientallen woedende manifestanten, gingen over de gehele wereld. Dat was op 5 okt. 2015 bij het hoofdkantoor van Air France in Roissy, waar honderden Air France-werkers zich hadden verzameld na een oproep van de bonden om in verzet te komen tegen de aangekondigde massaontslagen, en zich met geweld toegang hadden verschaft tot de ruimte waar een zitting plaatsvond van de COR. De twee personeelchefs, Pierre Plisonnier en Xavier Broseta, werden uiteindelijk ontzet en klommen als afscheid over een hekwerk. (,,Beelden 1,7 miljard keer bekeken”.)

Vastgelegd op tv-camera’s en door mobieltjes werden deze beelden getoond en nogmaals getoond, ad nauseam, tijdens de zitting van de correctionele rechtbank van Bobigny (dep. Seine-Saint-Denis) op 27 sept. Jl., die vijftien vakbondsactivisten had gedagvaard wegens ,,vernieling” en ,,geweldpleging in verenging”. Op de zitting van 28 sept. Vorderde de procureur voorwaardelijke gevangenisstraffen tussen de twee en vier maanden tegen de gedaagden.

Het eerste ten laste gelegde is bekend en wordt niet betwist: Een tiental manifestanten met duidelijk herkenbare gezichten was die middag te zien, bezig met het forceren van een hek, dat de toegang afsloot tot het gebouw van de onderneming, de scharnieren werden uit hun hengsel gelicht en de menigte stroomde naar binnen. Het tweede nam het overgrote deel van het debat in beslag, géén enkele van de vijf aangeklaagden was bereid om de rol van zondebok (in strafrechtelijke zin) op zich te nemen en al evenmin de zwaar beladen beschuldiging (in morele zin) deel te hebben uitgemaakt van dit beeld van ,,een collectieve trance”, in de woorden van een getuige. ,,Ik heb hem bij zijn kraag gepakt, dat is alles, opdat hij zich zou omdraaien en ik met hem kon spreken”, zei een van de vakbondsmilitanten, gedagvaard op grond van de getuigenis van een beveiligingsbeambte. Een andere vakbondsmilitant, geconfronteerd met een beeldopname, erkent enkel dat zijn hand ,,voor een deel in die richting” zich bevond, om te beschermen en niet om te slaan, verzekert hij.

De zitting vond plaats onder zware politiebewaking: CRS buiten het gerechtsgebouw om de steunbetoging waartoe door de CGT was opgeroepen, op afstand te houden. Stillen om het publiek in de zaal in de gaten te houden.




Voorwaardelijk voor het ,,gescheurde overhemd” 


De procureur maakt een ,,horde van ‘casseurs’ (relschoppers)”, die waren ,,geïnstrumentaliseerd”, verantwoordelijk Procureur Philippe Bourion droeg woensdagmiddag (28 sept. jl.) de zichtswijze van het parket m.b.t. wat inmiddels de ‘affaire van de ,,gescheurde hemden” bij Air France’ is gaan heten, voor. Op de publieke tribune heerst een gespannen en wanordelijke sfeer. Buiten het gerechtsgebouw hebben zich talrijke vakbondsmilitanten verzameld om op strijdbare wijze hun steun aan de vijftien aangeklaagde klassekameraden voor de correctionele rechtbank in Bobigny te betuigen.

Volgens procureur Bourion gaat het niet om een proces tegen het syndicalisme (de vakbeweging) in Frankrijk. Handig probeert hij voortdurend te onderscheiden tussen enerzijds de ,,fatsoenlijke” verantwoordlijken op de achtergrond en anderzijds de ,,voyous” (het ‘straattuig’), “de met adrenaline volgepompte grootbekken”, die, op 5 okt. 2015, Pierre Plisonnier en Xavier Broseta, twee personeelchefs van de luchtvaartmaatschappij, hadden aangepakt tijdens een buitengewone zitting van de COR (CCE). Voor de procureur stond vast: De betrokkenen waren ,,geïnstrumentaliseerd”, en wel door de vakbonden, de CGT voorop. De laatste zou een ,,operatie” op touw hebben gezet om de COR-bijeenkomst te verstoren, maar ,,het effect van de meute” (groepsdynamiek dus) zou de militanten ten méér hebben meegesleept als de strategen op de achtergrond hadden kunnen voorzien”. Vandaar dat sommigen, toen de situatie uit de hand liep, tussenbeide waren gekomen om de beide bazen te ontzetten.



De procureur hield in zijn betoog rekening met het ‘gespannen sociale klimaat’: ,,Er broeide iets, 2900 jobs stonden op het spel. Het molesteren van leidinggevenden creëert echter ook geen werk noch verbetert het de cijfers van de onderneming”. Volgens het OM zou geen enkel sociaal geweld het plegen van fysiek geweld rechtvaardigen.

VONNIS: 30 NOVEMBER A.S.

zondag 20 november 2016

OSRE/Rébellion stelt zich voor: Autonomie, Antikapitalisme en Gemeenschap

Rébellion is een Europees revolutionair-socialistisch magazine dat in 2002 opgericht werd. Het is de expressie van een gemeenschap gebonden bij een verplichting richting een radicale antikapitalistische autonomie.  


Onze Praktijk

Wij zijn erop gericht reflectie en actie te verenigen. Het doel van het magazine is om de ontwikkelingen binnen de samenleving en haar complexiteit te begrijpen en de middelen te vinden om deze te veranderen. Om theoretische vooruitgang te realiseren en onze strijd effectief te organiseren, betekent dit dat we zowel individueel als collectief een veeleisende ethiek moeten volgen.    

Voorbij links en rechts, verwerpen wij de achterhaalde verdelingen en roepen wij op tot de convergentie van de strijd tegen het systeem. Op ons niveau en met de middelen die we tot onze beschikking hebben, proberen we bij te dragen aan de opkomst van een radicaal alternatief. Zonder een dogmatisch en rigide politiek programma, steunen wij de eeuwigdurende theoretische constructie die samenhangt met de dagelijkse praktijk van de strijd van ons volk. Wij verwerpen iedere vorm van sektarische begrenzing. Rébellion moet gezien worden als een politiek middel ten dienste van praktische actie. Onze publicatie is een link tussen individuen en groepen die reageren op die inspanningen en bereid zijn om concrete actie te ondernemen.

Onze Posities

Wij zijn de erfgenamen van een lange strijd voor de emancipatie van de Europese arbeiders tegen kapitalistische overheersing en vervreemding. Wij bepleiten een vorm van socialisme dat rekening houdt met de identiteit van ieder volk binnen een sterk Europees bewustzijn van gedeelde afkomst en lot.

Wij verwerpen het centraliserende nationalisme en haar karikatuur, het separatistische micro-nationalisme. Om een oprechte en unieke vorm van socialisme te implementeren, verwerpen wij het bureaucratische staatssocialisme en ondersteunen elke soort van participerende, organische en directe democratie binnen een federalistische staat. Wij beschouwen het Europa van Brussel als een bespotting van de Europese soevereiniteit, die in complete tegenspraak is met het subsidiariteitsbeginsel en daarmee met de enige manier om weer een echte sociale band op te bouwen. 

Wij pleitten voor een differentialistisch anti-racisme. Massa immigratie is een tragedie voor zowel de Europese volkeren als de ontwortelde migranten; allen zijn slachtoffers van het globalistische kapitalisme die als enig doel de ontwikkeling van het financialiserings (?) proces heeft.

Door de logica van de vernietiging van de natuur uit naam van winst te verwerpen, benadrukken wij de noodzaak voor een revolutionaire ecologisch bewustzijn . Wij verwerpen de ontmenselijking van ons leven uit naam van de 'vooruitgang' die door de markt gedicteerd wordt en we bevechten de technologische vervreemding (wij verwerpen trans-humanisme en elke poging om het leven te manipuleren).        

Ons model is dat van een federalistisch Europa, dat respect heeft voor naties, volkeren, regio's, lokale gemeenschappen en culturen. Een Europa wiens roep imperiaal is, als tegengesteld aan imperialistisch. Wereldwijd steunen wij de strijd van volkeren tegen de vernietiging van diversiteit en de kapitalistische uitbuiting van welke de Verengde Staten de belangrijkste, maar niet de enige exponent zijn.   

Ons Redactioneel team 

Ons magazine is het resultaat van geheel vrijwillig en onafhankelijk werk van schrijven, conceptualisering en verspreiding. Wij vertrouwen enkel op onze eigen krachten om onze ideeën en waarden te bevorderen. Ons redactionele werk is participatief en de niet ondertekende teksten zijn de collectieve expressie van ons team en diens reflectie. Interviews en ondertekende artikelen representeren niet per definitie onze redactionele lijn, maar staan altijd onderhevig aan open en uitgebreide debatten door middel van de confrontatie met ideeën die voortkomen uit vrije en rebellerende geesten. Het weigeren van advertenties en subsidies is een principekwestie voor ons. Onze onafhankelijkheid komt enkel door steun van onze lezers.       

De OSRE

De Europese Revolutionaire Socialistische Organisatie verenigt hen die dezelfde manier van denken hebben als de ERS en die zichzelf concreet hebben toegelegd om deze idealen te bevorderen. Haar doel is om te participeren in de strijd op een doelgericht manier, om zo de ideeën van Rébellion te ondersteunen en te verspreiden.  


dinsdag 15 november 2016

De Zapatista beweging: Land, Natieschap en Autonomie


Om een gedecentraliseerde autonomie te doen bloeien, moeten onafhankelijke gemeenschappen intern cohesief zijn. Deze stameenheid is de essentie van nationalisme, en inheemse groepen hebben millennia lang volgens dit principe geleefd. Echter mensen die het product zijn van een geglobaliseerde corporate staat kunnen dit organisch nationalisme niet begrijpen en vallen het daarom aan. Dit komt echter door de verwarring tussen naties en staten. Het onderscheid tussen deze twee entiteiten kan niet genoeg benadrukt worden. Ward Churchill benoemt succesvol dit verschil, en het inheemse perspectief waarmee hij zijn punt in context zet verduidelijkt het nog verder:

“Een samenvoeging van de termen die … het discours nog steeds lijken te teisteren, is de samensmelting van de termen ‘natie’ en ‘staat.’ … Veel Anarchisten denken nog steeds dat zij anti-nationalist zijn, dat nationaliteit, nationalisme in al haar vormen, noodzakelijk een soort kwaad is dat bestreden dient te worden, terwijl het exact datgene is dat ze proberen te creëren. Je hebt ongeveer vier of vijfduizend naties op de planeet: je hebt tweehonderd staten. Zij gebruiken “anti-nationalist” als een codewoord om anti-staat te zijn. Bij inheemse volkeren is nationaliteit het bevestigend ideaal dat geen enkele overeenkomst vertoont met staatstructuren.” 

Iets dat instinctief is voor inheemse stammen door de gehele geschiedenis heen is van het bewustzijn geblokkeerd bij de rest van de wereld door schismatieke mentale constructies die concepten en taal verheffen boven de nuances van de praktische realiteit. Echter niet alle radicalen vallen binnen dit kamp. Autonome gemeenschappen die zijn beïnvloed door de inheemse methodes van sociale organisatie zijn de beste voorbeelden van duurzame onafhankelijkheid. Een van de meest succesvolle hedendaagse voorbeelden is de Zapatista beweging uit Mexico, die inheemse tradities en een revolutionaire politieke theorie samen smelt.




Chiapas was de ideale plaats voor de geboorte van de Zapatista beweging. De etnische Maya groepen die daar leefden hadden jarenlang een de facto autonomie ervaren door verwaarlozing vanuit de regering. Ze waren ook zelfgeorganiseerd volgens hun eigen culturele waarden en gebruiken. In 1983 arriveerden drie mestizos met een achtergrond in de Mexicaanse guerilla groep de “National Liberation Forces” in de regio en sloten zich aan bij drie inheemse volkeren om het Zapatista Nationaal Bevrijdingsleger (EZNL in het Spaans) op te richten. Een van deze mestizos, bekend als Subcomandante Insurgente Marcos, had een sterk autoritaire aanpak in de organisatie van de beweging. Echter al snel kwam hij tot de conclusie dat het noodzakelijk was om de inheemse dorpen op te nemen, die leefden in het gebied waar hij en zijn kameraden de Mexicaanse staat wilden bevechten. Marcos legde aan een groep jonge anarchisten uit dat toen hij arriveerde, hij zichzelf als een revolutionaire voorhoede voelde, maar later het belang voor alle personen erkende om een ​​stem te hebben in de zaken omtrent hun thuisland. In een ander interview beschrijft Marcos deze filosofische evolutie:

“…we leerden dat je geen politieke vorm kan opleggen aan het volk, omdat je uiteindelijk hetzelfde ding doet dat je bekritiseert. Je bekritiseert een totalitair systeem en dan bied je een ander totalitair systeem aan. Je kun geen politiek systeem opleggen met geweld. Vroeger zeiden ze ´laten we van dit regeringssysteem afkomen en een nieuw regeringssysteem invoeren´. Wij zeggen, ´nee, het politieke systeem kan geen product van oorlog zijn.´ De oorlog moet enkel gevoerd worden om een plek te openen in de politieke arena, zodat het volk een echte keuze kan hebben. Het maakt niet uit wie wint, het maakt niet uit of het extreem rechts of extreem links is, zo lang zij het vertrouwen van het volk verdient hebben.” 

Marcos leerde dat de methoden van sociale organisatie die binnen deze inheemse gemeenschappen werden gebruikt, waaronder een horizontaal proces van besluitvorming, antieke elementen van de Maya cultuur vormden. Door zijn doelen en methoden in harmonie te brengen met de lokale waarden en gebruiken, evolueerde Marcos uit zijn autoritaire linkse dogmatisme en verdiepte hij zijn begrip van de relatie tussen land, cultuur, natie en zelfbeschikking.


Subcommandante Marcos

Sinds de opstand van de Zapatista´s in januari 1994, is Subcomandante Marcos het onderwerp van een disproportionele media aandacht geworden. Tor zekere hoogte is dit logisch – hij is de woordvoerder van de groep en hij heeft enkele karakteristieken (waaronder een universitaire opleiding en genoeg taalkennis) die hem de ideale PR vertegenwoordiger maken. Tegelijkertijd waren de media stations in Mexico en verder smoorverliefd op Marcos, maar negeerden de meerderheid van de EZNL soldaten, de “nederige en eenvoudige” inheemse mannen en vrouwen die de beweging mogelijk hadden gemaakt. Ondanks dat hij een soort beroemdheid was geworden, heeft Marcos altijd de positie van unilateraal leiderschap verworpen.

Een voorbeeld hiervan is de Subcomandante zijn vrijwillige onderwerping aan de militaire hiërarchie van de CCRI-CG (Clandestien Revolutionair Inheems Comité – Algemeen Bevel). Tegelijkertijd in de EZNL haar ongewapende tegenhanger, “De andere Campagne”, is Marcos zijn titel “Afgevaardigde Nul”. De naam die was geïntroduceerd in de context van de Mexicaanse presidentsverkiezingen van 2006, heeft verschillende zaken bereikt: het was een satire op de kandidaten die in de schijnwerper stonden in die tijd, het communiceert een gevoel van het overstijgen van politieke partijconflicten en het impliceert Marcos zijn eigen relatieve onbetekenendheid. Deze nederigheid wordt niet vaak gezien bij zulke invloedrijke politieke figuren. Dit is belangrijk vanuit een anarchistisch perspectief, omdat het laat zien dat leiderschap een vloeibare entiteit kan zijn en dat het niet noodzakelijk een zaak van absolute macht is. In plaats van inherent onderdrukkend te zijn, is echt leiderschap slechts een manifestatie van vrijwillige associatie. In een anarchistische context, kunnen mensen de bewuste keuze maken om een bepaald individu te “volgen” of te steunen in een bepaald doel. Tegenovergesteld kiest “de leider” er voor om wel of niet de verantwoording op zich te nemen voor diegenen die hem steunen. Elke kant van de relatie is souverein en zij kunnen gezamenlijk de situatie kiezen voor elke reden. Dit is het soort leiderschap dat Marcos op zich heeft genomen. De Zapatista´s claimen dat zij “commanderen door te gehoorzamen”.




Dergelijke wederkerige relaties tussen mede-scheppers van de gemeenschappen (en binnen vrijwillige hiërarchieën zoals de EZNL) zijn een reflectie van de Maya cultuur en hun spirituele wereldbeeld. Deze correspondentie van politieke noodzakelijkheden en religieuze waarden leggen ons eveneens uit waarom land zo belangrijk is vanuit een inheems perspectief. “Tierra y Libertad!” was de slogan van de originele Zapatista beweging en het blijft de kernwaarde van de neo-Zapatistas. Voor inheemse volkeren in Mexico en de rest van de wereld is land meer dan een praktische noodzaak. Het is niet slechts de bron van het voelbare leven; het is ook de bron van de spirituele connectie met het universum als geheel. Zelfvoorziening die de natuurlijke grondstoffen in harmonie met het grotere ecosysteem gebruikt, is onderdeel van het proces van het vervullen van het lot der mensheid. Inheems zijn in een bepaald stuk land geeft een extra dimensie aan de betekenis van onze relatie met de aarde en onderstreept het belang van lokale zelfbeschikking. Volkeren dragen bij aan de symbiotische natuur van onze leefomgeving door een unieke en cruciale rol te spelen in microcosmische bioregio´s. Zoals Neyra P. Alvarado Solis uitlegt in “Land en Inheemse Cosmovisie”:

“Vandaag de dag in Mexico bestaan officieel vijfenzestig etnische groepen; hierbinnen kan een linguïstische en culturele variëteit gevonden worden die dat nummer ver overstijgt. De cosmovisie van elke groep is een uitdrukking van de regionale en gemeenschappelijke realiteit, uitgewerkt door de geschiedenis. Dit zijn agrarische culturen, waar land is, is leven, ondersteund door relaties met bovennatuurlijke krachten en gevoed in de gemeenschappelijke en familiale rituelen.” 

Etnische, linguïstische en culturele diversiteit zijn intrinsiek verbonden met biologische en natuurlijke diversiteit. Er is waarde in de preservatie van iedere levensvorm, maar er is ook waarde in syncretisme en verspreiding, die beiden natuurlijke aspecten van het bestaan vormen. Ondanks het feit dat volkeren in verschillende geografische gebieden leven met andere flora, fauna, topografie en aquasystemen, heeft iedereen dezelfde onderling afhankelijke relatie met de aarde, die we allemaal nodig hebben om te overleven. Consistent met het religieuze Maya symbolen en mythes, gebruiken de Zapatistas agrarische metaforen om hun visie over politiekvoering te beschrijven. In zijn afsluitende toespraak op het Nationaal Inheems Forum op 9 januari, 1996 zegt Marcos:

Broeder en zusters, elk heeft zijn eigen veld, zijn eigen beplanting, maar we hebben allemaal hetzelfde dorp, ondanks dat we soms verschillende talen spreken en verschillende kleren dragen. We nodigen elk van jullie uit om je eigen perceel op je eigen manier te beplanten. We nodigen jullie uit om van dit forum een goede helmstok te maken en er zeker van te zijn dat iedereen zaad heeft en de aarde goed voorbereid is. 

Deze woorden illustreren de coöperatieve relatie tussen de diverse individuele lokaliteiten en de wijdere realiteit van de aarde die we delen. Een dergelijke relatie is er niet een van homogeniteit of universalisme, maar een complementariteit in die zin dat de oneindige vormen van materie in het heelal onze ervaring co-creëren. De Zapatista identiteit strekt zich naar buiten in de macrokosmos; hun organisatie van de “Intergalactische” activisten bijeenkomsten reflecteren dit karakter.




Voor de Zapatista beweging van vandaag (zoals die van de 19de eeuw), is natieschap een flexibel en gelaagd concept. De identificatie met de natie van Mexico, sluit niet uit dat zij zich identificeren als inheems, Maya, Chiapaneca, Tzotzil, vrouwen, ouderen, enzovoorts tot de meest microcosmische niveaus. In feite zijn deze vele naties te begrijpen als de essentie van een autonome wereld. Als resultaat van dit wereldbeeld worden de rechten voor etnische zelfbeschikking en culturele preservatie verdedigt. Iedereen is welkom, maar de caracoles hebben geen open deur beleid. Bezoekers moeten zich berusten in de gewenste toepassingsprocessen of bestaande banden hebben met individuen of groepen met “Zapatista paspoorten”. Dit is een overduidelijke noodzaak voor veiligheid; de EZNL en De Andere Campagne worden agressief bejegend door de Mexicaanse regering en het leger.

Volgens Marcos geloven de zapatista´s dat “Mexico het concept van de natie moet reconstrueren.” Ondanks de voornamelijk inheemse opmaak van de Zapatista beweging en ondanks de oppositie van de EZNL tegen de Mexicaanse staat, is de nationale identiteit van de Zapatista als Mexicaans behouden. Dit wordt door vele radicalen bekritiseerd, die het door hun dogma´s verwarrend vinden. Waarom zwaaien de Zapatista´s de Mexicaanse vlag boven de zwart-rode? Waarom erkennen ze constitutionele argumenten? Waarom willen zij de dialoog met de regering aangaan? Waarom maken ze nationaal-chauvinistische opmerkingen zoals “op geen enkele wijze zal de Zesde Commissie van de EZLN enige personen aanvaarden in hun veiligheidsteam die van een andere nationaliteit dan de Mexicaanse zijn?” Het antwoord is nogmaals omdat de conceptie van het natieschap voor de Zapatistas vloeibaar is. Het is kneedbaar in de handen van ieder individu. Het inschakelen van een diversiteit aan tactieken in de strijd tegen een dergelijke doordringende onderdrukking is niet alleen pragmatisch, maar geeft de weigering aan te worden beperkt door ideologische schisma die de toekomst van een gedecentraliseerde, autonome bevrijdingsbeweging in de weg staan.

Ondanks sommige anarchistische en socialistische muggenzifters, hebben de Zapatista´s grote aantrekkingskracht vanwege hun weerwil van politieke en ideologische hokjes. Geleerden hebben deze kwaliteit opgemerkt, maar Marcos omschrijft deze dynamiek het beste door schuld te bekennen aan alle aantijging vanuit iedere hoek. Het is het waard om in zijn geheel te citeren:

De blanken beschuldigen hem ervan donker te zijn. Schuldig.

De donkeren beschuldigen hem ervan blank te zijn. Schuldig

De authentieken beschuldigen hem ervan inheems te zijn. Schuldig.

De verraderlijke inheemsen beschuldigen hem ervan mestizo te zijn. Schuldig.

De macho´s beschuldigen hem ervan vrouwelijk te zijn. Schuldig.

De feministen beschuldigen hem ervan een macho te zijn. Schuldig.

De communisten beschuldigen hem ervan anarchist te zijn. Schuldig.

De anarchisten beschuldigen hem ervan orthodox te zijn. Schuldig.

De Anglo´s beschuldigen hem ervan een Chicano te zijn. Schuldig.

De antisemieten beschuldigen hem ervan pro-Joods te zijn. Schuldig.

De Joden beschuldigen hem ervan pro-Arabisch te zijn. Schuldig.

De Europeanen beschuldigen hem ervan Aziatisch te zijn. Schuldig.

De regering beschuldigt hem ervan oppositie te zijn. Schuldig.

De reformisten beschuldigen hem ervan extremist te zijn, een radicaal. Schuldig.

De radicalen beschuldigen hem ervan reformist te zijn. Schuldig.

De Historische voorhoede beschuldigt hem aangrijpend te zijn voor de burgerlijke maatschappij en niet het proletariaat. Schuldig.

De burgerlijke maatschappij beschuldig hem ervan hun kalmte te verstoren. Schuldig.

De beurs beschuldigt hem ervan hun ontbijt te verpesten. Schuldig.

De regering beschuldigt hem ervan de consumptie van maagzuurremmers door overheidsinstanties toe te laten nemen. Schuldig.

De serieuzen beschuldigen hem ervan een grappenmaker te zijn. Schuldig.

De ouderen beschuldigen hem ervan kind te zijn. Schuldig.

De orthodoxe linksen beschuldigen hem ervan niet de homo´s en lesbo’s te veroordelen. Schuldig.

De theoristen beschuldigen hem ervan een practicus te zijn. Schuldig.

Iedereen beschuldigt hem van al het slechte dat is gebeurd. Schuldig 

Dit sentiment brengt een transcendentie van het dogmatisme dat in deze moderne tijd nodig is. Het communiceert een soort van luchthartigheid dat voordelig zou zijn voor het radicale politieke milieu. Deze aantijgingen, waar als dat deze ook mogen zijn, kunnen niet al te serieus genomen worden. Wanneer mensen die in vrijheid en autonomie geloven stoppen om met elkaar te discussiëren, dan hebben ze tijd om daadwerkelijk belangrijke dingen in hun gemeenschappen te bereiken. Het is belangrijk om ons bewust te zijn van hoe we communiceren en hoe we op elkaar inwerken omdat de dynamiek tussen diverse activisten en stammen de voorbode is van een toekomst zonder de staat. Dit betekent niet dat iedereen het met elkaar eens moet zijn. De visie van de Zapatista´s moedigt een eindeloos bereik van verschillende autonomiëen aan. Het idee is om “een wereld te scheppen waarin vele werelden passen.”



zondag 13 november 2016

05.11.2016 - AKK marcheert in Magdenburg: "Gezamenlijk voor Vrede, Vrijheid en Soevereiniteit!"


Onder de leus "Gezamenlijk voor vrede, vrijheid en soevereiniteit!" vond er een demonstratie in Magdeburg plaats. En deze leus heeft 70 jaar na de Tweede Wereldoorlog nog niets aan actualiteit ingeboet. De bezetter is nog altijd op Duitse bodem, zijn kapitalisme vergiftigd het land. Redenen genoeg voor het AKK-netwerk om aan deze demo deel te nemen.


"USA – Internationale volkerenmoord centrale!"

Gedurende de toespraken werd uiteraard in het kader van de demo-thematiek steeds weer de actuele bezettingsstatus, de globaliseringscrisis van 'big brother' en de politiek-correcte import van overzee gethematiseerd. Deze laatste twee genoemde vormen natuurlijk ook de hoofdoorzaak voor de actuele vluchtelingenstromen die momenteel de gehele wereld teisteren. Deels door industriegebied, maar ook door dichtbevolkte gebied, liep men naar de rechtbank waar toespraken werden gehouden rond de thema's klassenstrijd, volksgemeenschap en de recente immigratiegolven.

NA ONZE OVERWINNING, NOOIT MEER OORLOG!

maandag 7 november 2016

Chauvenistische oproer over Chinees staal


Op 15 februari organiseerden de vakbonden in collaboratie met de staalbazen een massa demonstratie in Brussel tegen de dumping van Chinees staal. Hiermee eisen zij dat de EU protectionistische maatregelen neemt om zo de Europese staalindustrie te beschermen. Terwijl de kapitalistische bezitters van staalgiganten zoals ArcelorMittal, U.S. Steel, Nucor, ThyssenKrupp, Nippon Steel en Tata Steel de staalarbeiders maximaal uitgeknepen hebben, hebben de  machtige vakbonden zoals USW, IG Metall, British UNITE en GMB, maar bijvoorbeeld ook de Franse vakbondsconfederaties (CGT, CFDT, FO), de handen ineen geslagen met de klassenvijand. Gezamenlijk willen ze de kapitalistische staat ertoe aanzetten om economische maatregelen te nemen tegen China.

   
Ook in Amerika sturen de presidentskandidaten Donald Trump en Hillary Clinton aan op een handelsoorlog met China in hun campagnes. Onder Obama zijn er al torenhoge tarieven geheven op de import van Chinees staal , terwijl de Amerikaanse internationale handelscommissie oproept tot een volledige ban op Chinees staal. Ook Leo Gerard, de voorzitter van de United Steelworkers Union (USW), riep afgelopen lente Washington op om staal uit China 'vogelvrij' te verklaren. Ondertussen legde de USW zich neer bij de eisen van de staalindustrie om lonen te bevriezen, bezuinigingen door te voeren en stakingen te verbieden, terwijl veel staalbedrijven hun deuren sloten en honderden hun banen verloren.  

Net als in Amerika heeft de Europese vakbondsbureaucratie de strijd tegen bezuinigingen ondergraven. De vakbondsbureaucraten roepen samen met de kapitalisten op tot een reactionaire handelsoorlog met China. Zij zeggen de arbeiders te beschermen tegen "oneerlijke concurrentie" en "dumping" op de Europese en Amerikaanse markten. Wat de staalbazen en hun nuttige idioten echter voornamelijk "beschermen" zijn hun monopolies op de winst. De anti-China campagne heeft ook nog een breder politiek doel: namelijk China tot zondebok maken voor de voortschrijdende stagnatie en achteruitgang van de wereldeconomie. De dreigende handelsoorlog is onderdeel van een breder offensief, gebaseerd op militaire dreiging en kapitalistische economische penetratie, wat er op gericht is om het kapitalisme in China te restaureren en het land open te breken voor imperialistische uitbuiting.



De productie van staal is essentieel voor iedere moderne economie en kritiek voor militaire verdediging. China heeft het recht om haar industrie te beschermen tegen kapitalistische competitie en staal te exporteren op de wereldmarkt. De eis van de imperialisten dat China haar staatssubsidies op haar staalindustrie zou moeten prijsgeven, is feitelijk een eis voor complete privatisering, oftewel de omverwerping van gecollectiviseerde eigendomsvormen. De China-bashers creëren een beeld van Chinees staal dat de wereldmarkt zou "overvloeden" om zo de prijzen te drukken en andere producenten weg te concurreren. Feitelijk heeft de wereld nog veel meer staal nodig, zoals een blik op de vervallen infrastructuur in Europa en Amerika, of die van de achterbleven gebieden in de neokoloniale wereld, maar al te duidelijk laten zien. De "overvloed" aan staal op de wereldmarkt is enkel relatief aan de stagnatie en achteruitgang van de kapitalistische economieën als gevolg van de financiële crisis van 2008. Deze recessie en de sluiting van staalbedrijven vandaag de dag zijn het directe gevolg van de anarchie van het kapitalistische winstsysteem. 

Tot voor kort werd bijna al het Chinese staal in China zelf gebruikt. De laatste jaren heeft Beijing geprobeerd om de economie meer richting de binnenlandse consumentenmarkt te sturen. Dat heeft geleid tot het verminderen van de export en infrastructurele projecten, waardoor de binnenlandse vraag naar staal afnam. Als China een kapitalistisch land was dan zou de oplossing rechtdoorzee en bruut zijn: massa ontslagen van staalarbeiders. China is echter bang voor massale arbeidersprotesten en stakingen, daarom is de regering terughoudend om de productie te voorbarig terug te schroeven, dientengevolge verkopen zij hun overschot aan staal op de wereldmarkt. Ondertussen blijven de arbeiders in de Chinese staalbedrijven werken en krijgen zij betaald, terwijl de verliezen en schulden oplopen - iets wat ondenkbaar is in de kapitalistische wereld.     

Gezien het grote productie volume exporteert China momenteel jaarlijks net zoveel staal als de op twee na grootste producent van staal: Japan. Echter China haar export bedraagt slechts 12 % van haar totale productie. Dat is een substantieel kleinere fractie dan bijvoorbeeld Japan en Zuid-Korea (die ongeveer 40 % van hun staalproductie exporteren), of zelfs Brazilië, Turkije en Rusland. De veronderstelde "overvloed" aan Chinees staal in de VS en Europa is feitelijk een relatief bescheiden stroom. Zo komt slechts 4 % van de totale vraag naar staal in de Europese Unie uit China. In de VS is dit nog kleiner, hier bestaat slechts 3 % van de staal import uit Chinees staal. Het grootste deel van de Chinese staalexport gaat naar Azië. Dit komt grotendeels voort uit het beleid van de Chinese overheid om een nieuwe infrastructuur in de regio aan te leggen - een nieuwe zijde-route - om de isolatie door de imperialisten tegen te gaan.   


Het is dus compleet absurd om te stellen dat de teloorgang van bijvoorbeeld de Britse staalindustrie te wijten is aan Chinese import. Toen de Britse staalcorporatie werd geformeerd in 1967 waren er maar liefst 268.500 staalarbeiders in Groot-Brittannië actief. Twee jaar nadat Margaret Thatcher premier werd in 1979, werd de arbeidskracht in de staalsector terug gebracht tot 88.200 staalarbeiders. In 1988 besloot Thatcher de corporatie te verkopen waardoor het aantal staalarbeiders nog verder afnam. Toen de vraag naar staal sterk af nam onder invloed van de bezuinigingen van de daarop volgende regeringen, dreigde Tata Steel, de bezitter van de resten van de Britse staalindustrie, de meeste van haar Britse ondernemingen te sluiten. In Duitsland werden de staalarbeiders eveneens sterk gereduceerd in de jaren '80 en werd het Ruhr gebied gesloopt door fabriekssluitingen en herstructureringen. Dit verlies aan banen werd toen amper aangeklaagd door de vakbondsbureaucratie. Toen de Oost-Duitse arbeidersstaat ten prooi viel aan de contrarevolutie van 1990, begonnen de nieuwe kapitalistische heersers eveneens de staalbedrijven in Oost-Duitsland te sluiten en het aantal staalarbeiders te reduceren.  

Wanneer de Europese en Amerikaanse staalbazen een groter aandeel van de markt willen veroveren door goedkoop in het buitenland te verkopen, dan eisen zij "vrije handel". Wanneer ze daarentegen zelf concurrentie ondervinden van goedkopere producenten, dan roepen zij de sterke arm van de overheid in om hen het voordeel te geven door middel van handelsbeperkingen en subsidies. De dagen dat vrije competitie nog heerste zijn al sinds het begin van de 20ste eeuw, toen het kapitalisme het tijdperk van imperialistisch verval binnen ging, verleden tijd. Decennia eerder toonde Karl Marx al aan dat vrije competitie leidt tot een concentratie van productie, wat op een zeker moment leidt tot een monopolie. Een handvol grote firma's kwamen zo in de positie dat zij de productie en prijzen konden manipuleren om hun eigen winsten te vergroten. In 1916 schreef Lenin dat het monopolie financiënkapitalisme dominant was geworden in de meeste ontwikkelde kapitalistische landen. De grote bedrijven concurreren met elkaar om de markt te domineren en zij die niet kunnen concurreren worden zonder enige wroeging uitgeschakeld. Met de komst van het imperialisme is het financiënkapitaal geconcentreerd in handen van enkele gigantische banken, die een ongekende invloed op de wereldeconomie uitoefenen. Dit wereldwijde financiënkapitaal wordt gedomineerd door de meest ontwikkelde landen, die alle natuurlijke grondstoffen, markten en bronnen van goedkope arbeid wereldwijd willen controleren (het globalisme). Dit leidt tot een oneindige cirkel van neokoloniale oorlogen, conflicten en pogingen om het kapitalisme in China en andere misvormde arbeidersstaten te restaureren. Uiteindelijk, wanneer de economische competitie tussen de imperialistische machten niet langer met vreedzame middelen in stand kan worden gehouden, zal er een imperialistische oorlog op de wereld losgelaten worden - zoals twee keer eerder is gebeurd in de vorige eeuw. Er is geen groter voorbeeld van imperialistisch monopoliekapitalisme dan de staalindustrie. 

In de wereldeconomie die dit kapitalisme heeft voortgebracht is het proletariaat een internationale klasse geworden. Een grensoverschrijdende eenheid en solidariteit tussen arbeiders en tegen hun kapitalistische overheersers is dan ook hard nodig. De opkomst van het imperialisme heeft een tijdperk van kapitalistisch verval, oorlog en revolutie ingewijd. Dat decadente systeem moet weggevaagd worden door een wereldwijde socialistische revolutie. Enkel een wereldwijde implementatie van het socialisme kan de productieve krachten loslaten die nodig zijn om de wereldwijde kapitalistische overheersing neer te slaan, zodat onderdrukking, uitbuiting en klassenverdeling tot het verleden behoren.