donderdag 29 oktober 2015

Verslag Syndicale betoging Brussel (BE)

Het overtrof de stoutste dromen van de ABVV- en ACV-syndicaatsbureaucratie: Op woensdag 7 oktober jl. namen circa. 100.000 vakbondsmilitanten deel aan de lang voorbereide nationale betoging in Brussel tegen de arbeidersvijandige bezuinigingspolitiek van de reactionaire regering-Michel.

Verwacht waren er in eerste instantie rond de 70.000 man. De vakbondsbureaucratie ging er klaarblijkelijk vanuit dat het enthousiasme van november vorig jaar waarschijnlijk niet te evenaren zou zijn (ook vanwege de lakse mobilisatie van de kant van de syndicaten, m.n. in de bedrijven). Betoogd werd o.a. tegen de btw-verhoging (van 6 naar 21%!), tegen de bevriezing van de inflatiecorrectie voor de lonen, tegen de verhoging van de pensioensleeftijd, tegen de afbraak van het sociale zorgstelsel, tegen energie zonder indexering en, het meest belangrijke thema, tegen het uitblijven van een tax shift – het hoger belasten van de rijken. Noemenswaardig: Middels apart opgestelde pamfletten werden in de havens de dockers door de syndicaten er speciaal opgewezen dat deze betoging specifiek tegen de bezuinigingspolitiek van de regering zou zijn en niét tegen de dreigende afschaffing van de wet-Major (welke regelt dat havenarbeid uitsluitend door erkende havenarbeiders mag worden uitgevoerd), het dockers-thema bij uitstek. Kortom: Géén rellen zoals vorig jaar. Hierover later meer.

Deze dag was tevens cruciaal voor de syndicaten. Om meer druk op de regering en het patronaat tijdens het sociaal overleg uit te kunnen oefenen, diende deze eerste grootschalige betoging na vorig jaar dan ook meteen een succesvolle te zijn. Immers, als deze betoging op een flop zou uitlopen, dan zouden regering en patroons hieruit concluderen dat de actiebereidheid onder de massa’s sterk zou hebben nagelaten en dus niet tot enigerlei concessies bereid zijn in het zogeheten ‘sociaal overleg’ met de syndicaatsleiders.

Tevens leek de opgelopen deuk in het gemeenschappelijk vakbondsfront tussen de bonzen van het christelijke ACV en het socialistische FGTB/ABVV, deels om persoonlijke vetes, enkele maanden voor de betoging weinig goeds te voospellen. Maar ondanks de aanwezige obstakels, zoals hierboven omschreven, bleek de onvrede onder grote delen van de arbeidersklasse in België m.b.t. de huidige reactionaire regeringspolitiek dusdanig te zijn dat al het andere even naar het tweede plan werd verwezen.

Teneinde een impressie van dit strijdbare massaprotest te verkrijgen volgt hieronder een verslag van de hand van enkele activisten van het ACN/AKN, die aan de betoging deelnamen om persoonlijk een indruk op te doen m.b.t. het onvredepotentieel alsmede de recente ontwikkelingen binnen de meest strijdbare sectoren van de arbeidersklasse.

Er zou dan wel weer de bekende sfeer impressie beschreven kunnen worden over vakbondsleden die stoom afblazend, drinkend en met pyrotechniek knallend door de straten lopen en vakbondsbonzen die quasi-strijdbare taal verkondigen met dito muziek, maar dit alles moge menig activist die bekend is met de syndicale folklore bij onze zuiderburen onderhand wel duidelijk zijn. Wij zullen dit gedeelte dan ook overslaan en meteen overspringen naar het eindpunt van de betoging aan de Zuidlaan. Het lijkt er op dat op dit punt, de Zuidlaan, het een goede traditie gaat worden dat een kleurrijke mix van ongeorganiseerde arbeiders, vakbondsmilitanten, anarchisten en de jeugd uit de voorsteden hier de confrontatie met de flikken opzoekt.



De jongeren uit de voorsteden gingen voorop in de linies om de flikken te confronteren.

Toen enkele jongeren geleidelijk aan de flikken begonnen uit te dagen en te belagen leidde dit tot het bijspringen door talrijke arbeiders. De situatie escaleerde daarop dan ook zeer snel. Zeker toen een groep anarchisten zich er kort daarna bij aansloot. Op het moment dat de situatie escaleerde, viel al meteen de bedachtzaamheid van de flikken in een dergelijke situatie op. Geleerd van vorig jaar met het idee dat het niet meer tot een zo grootse veldslag zou mogen uitlopen, had het Brusselse politiekorps (politiezone Elsène-Centrum, ± 700 man) dan ook steun gekregen van de ‘federalen’ (vijftien pelotons) evenals extra zwaar materieel – naast de vijf waterkannonen die deze dag daadwerkelijk operationeel waren. 

Ook zette de syndicaatsbureaucratie dit keer - in nauwe samenwerking met en ter directe ondersteuning van de flikken – een eigen ordedienst in. Taak: Het onder controle houden van de tot militante actie al te bereide syndicale basis. Dockers die zich actief mengden in het militante straatprotest (en dat waren er desondanks ettelijke!) werden door de syndicale vertrouwensmannen tot de orde geroepen (ook fysiek) en er werd gepoogd om hen terug te sturen. zijn, ,,Samenwerking loont. De stewards hebben uitstekend werk geleverd. De heethoofden waren deze keer vooral de anarchisten” (De Morgen, 8 okt.).





Patrick Delrue die “zijn” dockers tot de orde riep. Verlinkte strijdbare collega’s bij de flikken. Delrue was toonaangevend in de weer als lid van de ordedienst van de syndicaten en zelfbenoemde ‘hulpsheriff.’



Dat laatste was niet geheel het geval. De voerhoede in het gevecht waren nog altijd proletariërs en de jongeren uit deze klasse, welke in de rug gesteund werden door o.a. deze anarchisten en de overige massa van de betoging die deze streetfighting men veiligheid en bescherming bood wanneer deze zich even terug moesten trekken na charges of kort weer op adem moesten komen na de talrijke traangasbeschietingen.

Maar na een straatgevecht van ongeveer anderhalf uur werd de boulevard schoon geveegd door de flikken (dit keer goed voorbereid). Balans op het eind van deze dag: 25 gerechtelijke aanhoudingen (+ 3 administratieve) en acht gewonden, waarvan vier flikken.



Plots opduikende stillen en filmende flikken! Een sfeertekening die deze dag goed weergaf.  

 
Het is dan ook belangrijk om te constateren dat de massa’s deze dag - een jaar sinds het aantreden van de regering-Michel - nog altijd strijdbaar zijn gebleven. Idem dito voor wat betreft degenen die het voortouw namen voor het militante optreden tegen de staat en zijn gewapende krachten.

Maar ondanks het imposante deelnemerstal waren de bourgeoisie en haar zaakwaarnemers (de regering-Michel) uiteraard totaal niet onder de indruk. Vakbondsbasher Egbert Lachaert (VLD-kamerlid): ,,Uiteraard is dit een signaal, maar we gaan ons beleid toch niet afstemmen op minder dan 1 procent van de werkende bevolking?”. Ook een andere beruchte vakbondsbasher, het N-VA-kamerlid Zuhal Demir meende, ook afgaand op de volgens haar “lage” opkomst van de betoging, dat ,,mensen inzien dat ons beleid wel rechtvaardig is”(!!) Commentaar verder overbodig.

Proletarische revolutionairen moeten een andere conclusie uit deze dag trekken. Dat de opkomst, ondanks de matige mobilisatie van de bonden (met opzet?), groter bleek te zijn dan verwacht, betekent toch wel dat er sprake is van een groeiend politiek bewustzijn onder de massa’s en de arbeidersklasse.

Ook wat betreft het gevoelsmatige klassenbewustzijn en de imposante acties van het ‘Lumpenproletariat’ en de ‘casseurs’, ook deze kunnen als overwegend positief worden beoordeeld. Al deze elementen hebben in de toekomst dan ook een groot potentieel om te groeien mits deze worden ingekaderd in een consequente bestrijding van de reformistische vakbondsbureaucratie en haar ‘vakbondspolitie’ (= de ordedienst) in de bedrijven en op straat. De syndicaatsbureaucratie is een sta-in-de-weg van de zelfstandige beweging van de arbeidersklasse in de – uiteindelijk politieke- massastrijd; enkel georganiseerde oppositie tegen de vakbondsbonzen en zelfstandige agitatie in de bedrijven zonder en tegen de reformistische syndicaatsbureaucratie kunnen een betoging als deze transformeren van een uitlaatklep voor onvrede en woede onder de arbeiders en de syndicale actiebasis tot een werkelijk politieke massastrijd – tegen de regering en het patronaat. Hierin liggen dan ook de taken voor ons als revolutionairen!


LAAT DE REGERING-MICHEL NIET ZIJN TWEEDE JAAR HALEN!

VOOR DE EENHEID VAN DE ARBEIDERSKLASSE OP REVOLUTIONAIRE GRONDSLAG - KLASSE TEGEN KLASSE! 



 





zaterdag 10 oktober 2015

Het failliet van Links en de groei van het Front National

Onlangs vergeleek de Franse president Hollande (Parti Socialiste) het Front National (onder leiding van mevr. Le Pen) met de vroegere Communistische Partij Frankrijk* (PCF). Dit vooral om zijn concurrent op “links”, het Front du Gauche (coalitie/samenwerkingsverband van linkse partijen, waaronder de PCF), in verlegenheid te brengen. Deze probeert immers eveneens de echt linkse en oud-communistische kiezers voor zich te winnen en ze ervan te weerhouden om op de PS te stemmen.

Voor één keer sloeg Hollande de spijker op de kop! En hoe zeer heeft mevr. Le Pen deze vergelijking wel niet verwelkomd!



Ja, de nieuwe politieke koers van het FN is bijna een exacte kopie van die van de PCF uit de jaren ’70 en ‘80. Vandaar dat een groot deel van het electoraat in Noord-Frankrijk, de oud-communistische kiezers in de vervallen industriesteden - de grote verliezers van de globalisering - op het FN stemmen. Haar economische programma is er een van het economisch protectionisme**, iets wat de PCF toentertijd ook al nastreefde. (De oppositie tegen homoseksualiteit overigens ook, dat door de CPF destijds nog als een negatief aspect van het kapitalisme werd beschouwd).

Het FN en de PCF delen ook hun stellingname omtrent het immigratievraagstuk. De PCF moest in de jaren ’80 tot de conclusie komen dat de vele immigranten in Frankrijk geen plaats hadden, omdat het land zelf al met meer dan 2 miljoen inheemse werklozen kampte. Verder was het de PCF-burgemeester van het Parijse Vitry-sur-Seine, die persoonlijk achter het stuur van een bulldozer stapte, om een asielzoekerscentrum voor Malinezen te slopen. Onder leiding van de burgemeester in de “Rode Banlieues” demonstreerde het PCF voor het huis van een Marokkaans gezin dat in de drugswereld zat en eiste hun vertrek. Tevens stuurden zij een open brief naar de Grote Moskee in Parijs om hiermee de problemen van de multiculturele samenleving aan te duiden.

Ook zijn er parallellen met de nieuwe anti-globalistische en anti-Amerikaanse koers van het FN, tot grote ergernis van de oude Le Pen (op economisch gebied een groot voorstander van het liberalisme, dit in tegenstelling tot zijn dochter Marine, die een overtuigd tegenstandster van het neo-liberalisme en de reactionaire bezuinigingspolitiek is). Hij en zijn kleindochter (Marion, nichtje van mevr. Le Pen) heersen dan ook in het meer conservatieve Zuid-Frankrijk met een rechtse en economisch liberale politiek.

President Hollande vreest terecht dat het politieke "linkse" vacuüm dat hij in Frankrijk achtergelaten heeft, opgevuld wordt door een concurrent. Een concurrent die de linkse taal beter beheerst dan hij of wie dan ook. Echter deze concurrent komt niet van 'links', maar van 'rechts'.
 
Marine is dus niet alleen de dochter van Le Pen, maar evenzeer van Georges Marchais.



* De PCF heeft na 1982 gaandeweg de lijn-Marchais verlaten ten gunste van een samenwerkingsverbond met de PS en een deelname aan de regering-Mitterand (vier en later twee ministersposten). Na Mitterands reactionaire ommezwaai in 1983 (een draai van 180 graden ten opzichte van het oorspronkelijke gemeenschappelijke verkiezingsprogramma) bleven de communisten desalniettemin in de regering zitten en daarmee mede-verantwoordelijk voor de, voor de arbeiders, desastreuze kaalslagpolitiek van Mitterand. Vanaf dat moment liep de aanhang van de PCF gestaag terug en werd de partij door Mitterand buiten spel gezet. Voor de vele gedesillusioneerde PCF-stemmers van destijds voert de weg (vaak via de PS als tussenstation) uiteindelijk naar het FN van Marine le Pen.

** Protectionisme = een systeem waardoor de handel en de industrie van een bepaald land beschermd worden tegen concurrentie uit andere landen: Het verbod op invoer van bepaalde producten (de grenzen sluiten); beperkingen op de invoer door maximumhoeveelheden op te leggen of door vergunningen af te geven; de heffing van invoerrechten.
 

woensdag 7 oktober 2015

Wederom klassenstrijd in de straten van Brussel

Een uitgebreid verslag van de gebeurtenissen in Brussel zal binnenkort volgen...

 Hieronder een eerste impressie.











 

donderdag 1 oktober 2015

Over de 'Islamitische Staat' en het Amerikaanse Imperialisme

Momenteel bevindt de scene zich in een toestand van hopeloze verwarring: Welk standpunt in te nemen m.b.t. de succesvolle opmars van de Islamitische Staat (IS) in het Midden-Oosten en haar aantrekkingskracht – in het bijzonder op jongeren van islamitische afkomst in geheel West-Europa? 

Waar in Nederland enkel delen van de anarchistische beweging trachten dit fenomeen te analyseren vanuit hun eigen perspectief (zie Buiten de Orde #1 en #2/2015), stelt het overgrote deel van (reformistisch) links zich ermee tevreden om IS af te doen als 'fascisten' in Islamitische vorm (zgn. 'Islamo-Fascisten': een term die voor het eerst gebruikt werd door de zogeheten 'Anti-Duitsers' in het kielzog van Bush zijn 'War on Terror'). Hiermee scharen zij zich kritiekloos in het kamp van de Koerdische nationalisten (als zijnde een 'baken van de revolutie' in het Midden-Oosten). Enkel vanuit de anarchistische scene worden hier momenteel wel de nodige kritische kanttekeningen geplaatst bij het 'basisdemocratische' project in Rojava (West-Koerdistan).

Werkelijke revolutionairen echter nemen in deze kwestie een duidelijke andere positie in, namelijk die van militaire steun aan IS. Een stellingname die wel enige nadere toelichting vereist. Want is het niet mogelijk om een neutrale positie (een zogeheten 'derde weg') dan wel een meer zuiver proletarisch standpunt in te nemen?



De grootste gemeenschappelijke deler bij (reformistisch) links is haar weerzin ten opzichte van IS, die als dermate verschrikkelijk, kwaadaardig, ja zelfs fascistisch, wordt beschouwd. Zo dusdanig zelfs dat in deze visie aan het 'democratische' Amerikaanse imperialisme de voorkeur wordt gegeven. In werkelijkheid verbleken echter zelfs de meest gruwelijke daden van IS bij de misdaden van de Amerikaanse en andere imperialisten, zowel qua aantal, omvang als de impact. De bloedsporen die door het hedendaagse Midden-Oosten lopen zijn het gevolg van een eeuw van sektarische verdeel-en-heers politiek, van oorlog en van algehele economische en sociale achterlijkheid veroorzaakt door het imperialistische systeem. IS zelf is voortgekomen uit de verwoesting die volgde op de Amerikaanse invasie in Irak van 2003, evenals uit de steun die door de Amerikanen en hun bondgenoten werd gegeven aan de reactionaire krachten die het meedogenloze bourgeois-regime van Bashar al-Assad in Syrië bevochten. 

Zolang IS de imperialisten en de krachten die als hun proxies handelen rechtstreeks aanvallen (inclusief het Bagdad-marionettenregiem, de moorddadige Sji’itische milities, de Koerdische Peshmerga in Noord-Irak en de Syrisch-Koerdische bourgeois-nationalisten), dan dient IS in militair opzicht door ons volledig te worden ondersteund. Tegelijkertijd dient er in politiek opzicht een stevig oppositioneel standpunt in te worden genomen m.b.t. de door IS gehanteerde methodes en diens wereldbeschouwing. Het algehele uitgangspunt van werkelijke revolutionairen is dat een nederlaag voor het Amerikaanse imperialisme en haar huurlingen (proxies) het opleggen van imperialistische modellen in de regio zal verhinderen. Dit kan alleen maar in het voordeel zijn van het proletariaat en de onderdrukte massa’s in het Midden-Oosten, inclusief de Koerdische massa’s. Een dergelijke nederlaag zou ook het verzet in de Verenigde Staten zelf tegen het Amerikaanse imperialisme een nieuwe impuls kunnen geven. De bevolking van de Verenigde Staten is ondertussen oorlogsmoe en uitgeput door jaren van economische crisis en een zogenaamd 'herstel', waar de arbeiders niet van hebben geprofiteerd. Als revolutionairen is het ons doel om de desillusionering en woede onder de arbeiders in de imperialistische metropolen (de Verenigde Staten voorop) om te zetten in verhevigde klassenstrijd tegen de eigen kapitalistische heersers. Juist door een dergelijke strijd zal het proletariaat worden gewonnen voor het programma van de socialistische revolutie, teneinde het beest van het imperialisme van binnenuit te vernietigen. Een dergelijk perspectief begint met het inzicht dat het Amerikaanse imperialisme de hoofdvijand is van het wereldproletariaat en de onderdrukte volkeren van over de gehele wereld. Dit is echter exact datgene wat reformistisch links verwerpt. Teneinde haar argumentatie te onderbouwen komt links steeds met het voorbeeld van de Iraanse revolutie in 1978-1979 en WO2, waar destijds wel een vanuit het standpunt van het proletariaat gezien “neutrale” positie in werd genomen. Dit voorbeeld snijdt hier echter geen hout, aangezien het géén betrekking heeft op het hier behandelde onderwerp. We zullen e.e.a. hieronder nader toelichten.


 Amerikaanse Mariniers halen standbeeld van Saddam Hoessein neer in Irak (April, 2003)

Het geval Iran in de jaren 1978-1979 betrof elkaar beconcurrerende burgerlijke krachten – de sjah versus de Islamisten -, die elk vochten voor het verkrijgen van de controle over het land in een situatie waar de machtskwestie voor het proletariaat al direct op de agenda stond. Het was dus géén situatie waar het imperialisme oorlog voerde tegen de ene of de andere partij. De Eerste en Tweede Wereldoorlog waren oorlogen tussen de imperialisten onderling, gericht op de herverdeling van de wereld onder de 'grootmachten'. In dergelijke oorlogen nemen revolutionairen een andere positie in: namelijk die van het revolutionair defaitisme jegens alle oorlogspartijen (behalve die van arbeiders- en boerenstaten, zoals de toenmalige Sovjet-Unie tijdens de Tweede Wereldoorlog, welke door revolutionairen onvoorwaardelijk militair verdedigd diende te worden).

En dan nu de zeperd van de ‘Islamo-fascisten’. Reformistisch links omschrijft IS (evenals de Mullahs in Teheran en ook andere islamitische krachten zoals de Moslimbroeders) consequent als 'fascisten', want volgens hen "zijn zij de vijanden van alle socialistische bewegingen." Dat zijn de bourgeois-nationalisten echter even zo zeer als, en boven alles, de imperialisten! Toch krijgen deze door links niet dat etiket ('fascistisch') opgeplakt. In onze optiek echter zijn IS en andere politieke Islamisten niet meer of minder 'fascistisch' dan al die andere reactionaire en moorddadige krachten die over het grootste deel van deze planeet regeren. Sterker nog: De term 'Islamo-fascisme' werd uitgevonden als deel van de ideologische campagne ter rechtvaardiging van de 'War on Terror'. Het dient als voorwendsel voor de linkse liberalen om hun vrede te kunnen sluiten met het Amerikaanse imperialisme en geeft geloofwaardigheid aan het bourgeois-democratische vernislaagje van het imperialisme. Door het ondoordacht als een soort scheldwoord te gebruiken geeft links slechts aan hoezeer het is beïnvloed door de 'democratische' pretenties van het Amerikaanse imperialisme. Maar zelfs al zou IS een fascistische kracht representeren, dan nog zou dat niets af doen aan onze principiële stellingname m.b.t. de verdediging van IS ten opzichte van het imperialisme in militaire zin.

Amerikaanse Martelgevangenis Guantanamo Bay (Cuba)

En nu even opletten voor al onze linkse lezers: In 1938, toen de Tweede Wereldoorlog reeds haar schaduw vooruit wierp, besprak Trotski een hypothetische aanval door het 'democratische' Britse imperialisme op Brazilië, dat destijds werd geregeerd door het fascistische Vargas-regime. Hij schreef

"In dit geval zou ik aan de kant van het 'fascistische' Brazilië staan ten opzichte van het 'democratische' Groot-Brittannië. Waarom? Omdat het in dit conflict tussen beiden niet draait om de kwestie democratie of fascisme. Indien Engeland de overwinning behaalt, dan zal er een andere fascist in Rio de Janeiro worden geplaatst en zal Brazilië dubbel onderworpen worden. Als aan de andere kant Brazilië de zege zal behalen, dan zal dat een geweldige impuls betekenen voor het nationale en democratische bewustzijn van het land en zal het leiden tot de omverwerping van de Vargas-dictatuur. De nederlaag van Engeland zal op hetzelfde moment een slag toe brengen aan het Britse imperialisme en een impuls geven aan de revolutionaire beweging van het Britse proletariaat. Men moet werkelijk een totale onbenul zijn om de antagonismen en militaire conflicten over de gehele wereld te reduceren tot de strijd tussen fascisme en democratie." 

('Anti-imperialistische strijd is de sleutel tot de Bevrijding', 23 sept. 1938)

Teneinde nu de Koerdische positie nader te belichten: (Reformistisch) links impliceert dat op de een of andere wijze de Koerdische krachten an sich zéér progressief zijn. De gevechten in Irak en Syrië hebben echter aan alle kanten tot sektarische slachtpartijen geleid. Aanvankelijk hadden wij als revolutionairen géén partij te kiezen in dergelijke (sektarische) conflicten, tot het moment dat het Amerikaanse imperialisme direct intervenieerde. Ondanks het feit dat IS zich vaak als barbaars en meedogenloos ontpopt, heeft ze géén monopolie op zulke zaken onder de strijdende partijen in de regio. Eén van de redenen dat IS steun ontvangt van soennitische Arabieren is gelegen in het feit dat de laatsten genoeg moordlust ten opzichte van hun gemeenschap hebben ondervonden van de kant van de Sji’itische en Koerdische milities – zoals de Peshmerga, die deelnamen aan de door het Amerikaanse imperialisten geleide aanval op de Iraakse stad Falluja in 2004. Recentelijk zijn er ook berichten over Arabische inwoners die uit Noord-Syrië worden verdreven door de YPG (de Koerdische "volksbeschermings-comités"), een Amerikaanse bondgenoot. (Reformistisch) links stelt vervolgens, dat onze politiek m.b.t. de Koerden er de facto op neer zou komen dat wij zouden "toezien langs de zijlijn en applaudisseren" terwijl "de IS-fascisten" bezig zijn "hen" (de Koerden) te vermoorden. Dat is volstrekt onjuist! Wij hebben in het verleden nooit het recht op zelfverdediging van welke gemeenschap dan ook in twijfel getrokken. Wat door ons echter wél wordt bestreden is het gegeven dat Koerdische nationalisten fungeren als huurlingen (‘proxies’) van het imperialisme.

Peshmerga veroveren Tuz Khurmatu met door de Amerikanen geleverde wapens


Links betwist niet dat zij inderdaad deze functie vervullen; er wordt slechts gezegd dat 'zij' (de Koerden) "geen andere keus" zouden hebben gehad. In werkelijkheid hebben de Koerdische nationalisten de gerechtvaardigde strijd voor het (Koerdische) recht op nationale zelfbeschikking ondergeschikt gemaakt aan de rol als proxies van het imperialisme, een misdaad waarvoor het sedert lange tijd onderdrukte Koerdische volk een hoge prijs zal betalen. Door hun ziel te verkopen aan het imperialisme, evenals aan de diverse regionale bourgeois-regimes, zijn de Koerdische leiders uitermate behulpzaam bij het uitvoeren van de verdeel-en-heers strategieën. Dit zal onvermijdelijk de sektarische, nationale en religieuze spanningen aan doen wakkeren en zal ertoe dienen om de onderdrukking van de Koerdische massa’s te versterken. Zoals in het verleden al zo vaak gebeurd is, hebben de veronderstelde Koerdische weldoeners zich thans al tegen hen gekeerd. Vorige maand gaven de Amerikaanse imperialisten (in ruil voor het gebruik van de luchtmachtbasis Incirlik in Turkije voor het lanceren van militaire operaties tegen IS) het groene licht aan het bewind in Ankara om luchtaanvallen uit te voeren in Noord-Irak tegen een bondgenoot van de YPG, namelijk de 'Arbeiderspartij van Koerdistan' (de PKK, die door zowel de Amerikanen als de Turken als 'terroristische organisatie' wordt bestempeld). Deze luchtaanvallen worden vergemakkelijkt door inlichtingen betreffende PKK-basissen in Irak, die door de Verenigde Staten sinds 2007 aan Turkije worden verstrekt. De Turkse regering is ook bezig met een onderdrukkingscampagne tegen de binnenlandse oppositie, waarbij honderden Koerdische en andere activisten zijn gearresteerd. 

Turkse luchtmacht valt PKK stellingen aan in Syrië

De volkeren van het Midden-Oosten zullen niet eerder vrede, vrijheid en sociale vooruitgang kennen totdat de bourgeois-heerschappij in de regio omvergeworpen is door middel van een reeks van socialistische revoluties. Een dergelijk perspectief echter vereist in de eerste plaats, en boven alles, de meest onverzoenlijke oppositie jegens het imperialisme!

Enige proletarische revolutionairen