maandag 25 november 2013

Autonoom: Definitie en betekenis

Het woord 'autonoom' is een samenvoeging van de, uit het Grieks afgeleide, woorden “autos” en “nomos” en betekent letterlijk “zelf wet”. 'Autonoom' is de aanduiding voor een bepaalde manier van denken, waarin onafhankelijkheid en individuele vrijheid, op basis van sociale rechtvaardigheid en -gelijkheid, en solidariteit de belangrijkste uitgangspunten zijn. Individuele vrijheid echter niet, zoals de (neo)liberalen dit begrip onderbouwen (“ongebondenheid van autonome en zelfverantwoordelijke mensen”, d.w.z. losscheuren van het volk), maar juist het tegenovergestelde ervan: “Individuele vrijheid door collectiviteit!”

Autonoom-zijn, betekent nergens afhankelijk van zijn. Om nergens van afhankelijk te zijn, moet men zichzelf dus voorzien in behoeften en zichzelf organiseren en besturen om te overleven. Zelfvoorziening betekent dat; men neemt, waar men gebruik van kan maken om te overleven en bepaalde politieke doelen te bereiken. Zelforganisatie is nodig om collectief de onafhankelijkheid en individuele vrijheden te behouden. Daarbij is verzet de enige weg naar vrijheid, en zelforganisatie dus absoluut noodzakelijk. Zelfbestuur is nodig om collectief doelstellingen te verwezenlijken, zoals bijv. sociale rechtvaardigheid en – gelijkheid. Onafhankelijkheid/ongebondenheid is waar het bij de autonomie om draait. Men wil niet afhankelijk zijn van een of andere staat, partij, vakbond of leider ('Führer'). Autonomen denken zelf, bepalen zelf en doen zelf! Zij hebben niemand nodig, die hen van bovenaf “hulp” biedt of vertelt wat er moet gebeuren, zij lossen zelf hun problemen op. Zij zijn op eigen (daad)kracht en prestaties aangewezen, en hebben lak aan wetten die hen door het establishment worden opgelegd. Autonomen doen aan zelfbestuur, d.m.v. zelforganisatie.

Het zorgt daarom voor fundamentele problemen, indien het autonoom-zijn slechts als 'actiemiddel' wordt gezien. Autonoom-zijn vereist een bepaalde ideologische manier van denken, die op verschillende manieren in de praktijk kan worden gebracht.


Autonoom-zijn betekent zélf handelen, zélf denken, zelfstandig zijn/handelen. (en niet wachten op aanwijzingen, instructies, 'bevelen' van bovenaf, van de een of andere 'leider', 'paus', Voorzitter, volkstribuun, vakbonds- of partijbons, kortom van wat voor zelfbenoemde 'autoriteit' dan ook!) Autonoom zijn betekent wars zijn van elke vorm van gezag en autoriteit dan ook, betekent wars zijn van elke vorm van staatsautoriteit, resp. staatsgezag. Autonomen wachten niet op verbeteringen/veranderingen van bovenaf ('verkiezingen'), maar nemen zélf het heft in handen (vandaar ook >>'Directe Actie'<< = actie van onderop, door de massa's op een directe manier zonder tussenkomst van zelfbenoemde 'leiders'/bemiddelaars [= bonzen] van vakbonden of politieke partijen). De massa's hebben géén leider(s) van buitenaf nodig, ze zijn hun eigen leider. De massa's zelf zijn de voorhoede.

De strijdmethodes vloeien logisch uit deze (anti-autoritaire, anti-gezag, anti-hiërarchische) zienswijze voort. Zie bijvoorbeeld ,,Directe Actie” (actie zonder tussenkomst van wat voor 'autoriteit' dan ook), gericht tegen de staat, het gezag, de autoriteit, bonzen – door de massa's zelf. (Enkele voorbeelden zijn de Culturele Revolutie 1966-1969, de Parijse mei revolte van de arbeiders en de studentenopstand van 1968 en de 1969-Beweging in Italië.) Zie ook het ,,Zwarte Blok” → uitingsvorm, niet alleen van collectieve anonimiteit, maar ook van een collectieve uniformiteit: Wij zijn allen gelijk, wij zijn één collectief geheel! No leaders, no followers, no bull-shit! Er zijn géén 'leiders', wij zijn allen 'leiders'. Wij zijn zelf de 'voorhoede'. D.m.v. de uniforme kledij wordt onderstreept: Wij zijn allen gelijk (egalitarisme). Er zijn geen 'leiders'. Als er al sprake is van 'leiding', dan is dat de collectieve leiding door het collectieve 'Zwarte Blok'. Het 'Zwarte Blok' als collectieve 'leider' – als collectieve 'voorhoede' (bijv. in de strijd met de smeris). (Een dergelijke zienswijze geeft natuurlijk ook weer stof voor de nodige discussie(s), ook en vooral binnen de anarchoscene).

Autonoom-zijn betekent absoluut en vóór alles het verwerpen van elke 'autoriteit' en van alles wat door 'autoriteiten' (geüniformeerd of niet) wordt verkondigd/bevolen/ aanbevolen etc. Autonoom-zijn betekent tegen elke vorm van hiërarchie en/of autoritaire structuren (staat, leger, kerk, partij, vakbond) zijn. Alléén de massa's zelf zijn 'puur', zijn revolutionair, dus is alléén de actie van de massa's zelf 'puur' en revolutionair, al het andere dient te worden afgewezen als;

1: bureaucratisch 2: reactionair 3: verburgerlijkt 4: hiërarchisch Autonoom-zijn betekent tegen elke vorm van persoonsverheerlijking zijn, alléén de massa's zijn de ware helden. Wars van elke Führeraanbidding (Hitler, Stalin, Kim Il Sung, e.d.). Wars van elke chauvinisme (staatkundige grenzen worden niet erkend!). 'Autonome Hitleristen' is evenzeer een onmogelijkheid als (bijvoorbeeld) 'autonome Strasseristen'!



,,Wie niet bang is om gevierendeeld te worden, durft zelfs de keizer van zijn paard te trekken.” Mao Zedong

Samenvattend: 1: Géén leiding (van buitenaf, van bovenaf) 2: Werkelijk revolutionaire actie alléén van de massa's zelf ('direct' zonder tussenkomst van 'buitenaf') 3: Massa's zélf zijn de voorhoede (geen inmenging van 'buitenaf')

No leaders, no followers! No bull-shit! 
De massa's zijn zijn de voorhoede, zij zijn de leiders!

zondag 24 november 2013

Nederland: Een totalitaire Controlestaat?

Wie de vrijheid opgeeft om veiligheid te vinden zal ten slotte beide verliezen
- Benjamin Franklin (1706-1790)


Dagelijks wordt het Nederlandse volk via de systeem media - de kranten, op internet, de radio en televisie - geconfronteerd met verontrustende verhalen over het gevaar van links- en rechts-extremisme, Islamitisch fundamentalisme en/of oorlogen tussen rivaliserende motorclubs. Het volk lijkt in een constant klimaat van angst te leven. Tegelijkertijd zien we een tendens gaande, waarin onze overheid onder het mom van "veiligheid" steeds meer inbreuk maakt op de vrijheid en privacy van burgers. Dat dit veiligheidsbeleid vanuit de overheid inmiddels Orwelliaanse vormen heeft aangenomen, blijkt wel uit het recente NSA schandaal, waar uit naar voren kwam dat 1,8 miljoen Nederlanders door de Amerikaanse veiligheidsdiensten zijn afgeluisterd. Dit is volgens onze regering schijnbaar geheel normaal. De overheid vertrouwt haar eigen burgers niet meer.


De aanslagen van 9/11 hadden een grote impact op de Westerse wereld. Ter bestrijding van 'terrorisme' werden de toen nog heersende opvattingen omtrent burgerlijke vrijheden door de Westerse regeringen al snel overboord gegooid. De vrijheden die eeuwenlang door onze voorouders bevochten zijn en voor welke velen dit met hun vrijheid of leven betaald hebben, worden op een rap tempo in zijn totaliteit afgebroken. Een dusdanig veel omvattende controle op burgers zoals vandaag de dag in ons land en de rest van de Westerse wereld voorkomt is nog nooit eerder in de menselijke geschiedenis voorgevallen - niet onder Nero, Napoleon, Hitler of Stalin. Grondrechten en privacywetgeving worden massaal afgebouwd, politie- en geheime diensten krijgen steeds meer vrij spel en op ieder hoek van de straat en langs iedere weg worden camera´s geplaatst. Het feest van de vrijheid lijkt hiermee definitief voorbij te zijn. 

Deze ontwikkeling wordt nog eens verergerd door de complete apathie van de Westerse volkeren, die de inperking van hun vrijheden als een ´historisch´ lot lijken te accepteren. Het volk is bang. In vroegere tijden was ´terreur´ al een staatspraktijk, die door filosofen zoals bijvoorbeeld Thomas Hobbes als legitiem werd beschouwt. Het diende ervoor om het volk bang en dus volgzaam te maken. Ook tijdens de Franse revolutie werd ´terreur´ gebruikt als een staatsdoctrine tegen de contrarevolutionairen. Later werd het begrip voornamelijk kritisch gebruikt , bijvoorbeeld in verwijzingen naar het Stalinisme en Hitlerisme. Vandaag de dag lijkt dit echter te zijn omgedraaid. ´Terreur´ (terrorisme) wordt tegenwoordig als een fenomeen gezien dat van het individu uitgaat en de staat bedreigd. Hieruit volgt dat een staat die terreur bestrijdt uit een soort van wettige zelfverdediging handelt en zichzelf dus nooit aan terreur schuldig kan maken. Hiermee heeft de 'oorlog tegen terreur (terrorisme)', die na 9/11 door de Westerse wereld is uitgeroepen, een soort universele legitimiteit gekregen die haast elke daad, conflict of oorlog van het Westen rechtvaardigt. Echter onze natie wordt momenteel niet bedreigd door het 'terrorisme', maar door de bereidheid van ons volk om zich te laten intimideren door 'terreur' in een poging  van onze overheden dit te kunnen gebruiken om zo autoritaire structuren door te voeren die ons van onze vrijheid en privacy beroven. 

"Veiligheid" is het nieuwe credo geworden in het politieke debat. De staat stelt dat de overheid zoveel mogelijk over zijn burgers dient te weten om hen zo efficiënt mogelijk te kunnen beschermen. We vergeten hierbij echter dat 'veiligheid' niet maakbaar is omdat geen enkel risico uitgesloten kan worden. Het is aannemelijker dat je door een verkeersongeluk om het leven komt dan door een terroristische aanval. Echter de aard van de mens is dat hij banger is voor het onwaarschijnlijke dan voor het waarschijnlijke. We zijn het meest bang voor dingen die ons zelden of nooit overkomen en dat is waarschijnlijk maar goed ook willen we het leven aan blijven kunnen. Ons gevoel van onveiligheid staat dan ook los van reële bedreigingen. Het is in het Westen zelfs waarschijnlijker dat je omkomt door een vliegtuigongeluk dan door de zeer kleine kans dat we daadwerkelijk bij een terroristische aanslag om het leven komen. Het angstklimaat in ons land is simpelweg dus niet rationeel. De dagelijks opgeroepen verschrikking staat in de weg van een rationeel debat over de zin en onzin van de voorgestelde tegenmaatregelen die onze 'veiligheid' zouden moeten waarborgen. 



De vraag die eenieder met gezond verstand zichzelf zou moeten stellen is: Hoe deugdelijk zijn de instrumenten van de terrorismebestrijding? Zijn deze maatregelen geschikt om het nagestreefde doel te bereiken? Zijn rasteropsporingen (profilering van grote groepen burgers), biometrische paspoorten, videobewaking, de massale inzet van telefoontaps evenals andere inbreuken op grondrechten, die miljoenen onschuldige burgers treffen, een gerechtvaardigd middel tegen terrorisme? Of schiet men het doel hiermee ruim voorbij? Het is volstrekt onduidelijk waar deze ingrijpende inbreuken op de privacy toe moeten leiden. Terwijl de staat meer en meer controlemogelijkheden op haar eigen burgers toepast, lijkt het gevaar op terrorisme slechts steeds maar weer groter te zijn geworden.

Tot op heden is er nog geen enkele aantoonbare terroristische aanslag verijdeld op basis van de verscherpte veiligheidswetten. Veel van de doorgevoerde maatregelen zijn ondeugdelijk gebleken in het verhinderen van terrorisme. Het lijkt er dan ook op dat de staat zich niet tegen terroristische rampspoed verdedigt, maar tegen haar eigen burgers. Voorheen was men onschuldig tot het tegendeel bewezen was, vandaag de dag zien we echter meer en meer een situatie ontstaan waarin iedereen schuldig is totdat de onschuld is bewezen. Vanuit een zogenaamde 'preventieve' strategie ziet de overheid alle mensen als potentieel gevaarlijk en eigent deze zich het recht toe om in overeenstemming daarmee te handelen (controle, observatie, algemene verdenking). Terwijl onze grondwet eist dat individuele burgers zo min mogelijk schade ondervinden door staatsinterventies, eist de preventie politiek het verzamelen van zoveel mogelijk abstracte informatie van individuele burgers. Langzaam maar zeker veranderd onze rechtsstaat in een ware controlestaat, waarbinnen het doen en laten van iedere burger door vadertje staat gecontroleerd word.


Het beeld van de totalitaire controlestaat die George Orwell in zijn beroemde boek '1984' omschreef lijkt vandaag de dag de harde realiteit te zijn geworden. De controlewaan van de staat heeft  het terrein van de strijd tegen het terrorisme al lang verlaten en richt zich op alle aspecten van ons dagelijks leven; sociale verhoudingen, het belastingsysteem, consumentengedrag en gezondheidszorg. De bestrijding van het terrorisme is verworden tot een scherp zwaard in handen van "modelburgers" die de gehele samenleving aan hun conformiteit wensen te onderwerpen. Achter het veiligheidsbeleid van de staat zien we een steeds grotere vervaging van de grenzen tussen politiek, justitie, politie, leger, civiele beveiliging en de veiligheidsindustrie; de totalitaire controlestaat zal niet lang meer op zich laten wachten. Wij ruilen onze persoonlijke vrijheid in voor de twijfelachtige en lege belofte van 'veiligheid'. Als wij ons nu niet hier tegen gaan verzetten dan zal het te laat zijn. Als de totalitaire controlestaat eenmaal voltooid is zal deze elk protest in de kiem smoren. Het is nu nog niet te laat!      









vrijdag 15 november 2013

Precariteit en Klassenstrijd

Sinds de uitbraak van de economische crisis zijn "bezuinigen" en "hervormingen" het nieuwe credo voor de corrupte graaiers in onze Europese regeringen. Deze maatregelen worden gepresenteerd als zogenaamde oplossingen voor de economische crisis, die zij juist zelf met hun kapitalistische beleid gecreëerd hebben. De economische crisis wordt hier dus misbruikt om een neoliberaal kapitalistisch economisch beleid in geheel Europa door te voeren, zonder dat het volk het direct door heeft. Het zou immers "noodzakelijk kwaad" zijn om zo de "economische groei te stimuleren". Dit neoliberale beleid dat grotendeels door de Trojka wordt uitgedragen, wordt door de volksverraders in onze nationale regeringen onder valse voorwendselen doorgevoerd. Afschaffing van sociale vangnetten, versobering van arbeidsrechten, afschaffing van het minimumloon en versoepeling van het ontslagrecht om de arbeidsmarkt te `flexibiliseren` worden gepresenteerd alsof ze noodzakelijk zijn om ons uit de economische recessie te redden. Dat is natuurlijk onzin, deze maatregelen dienen enkel om de positie van het kapitaal te versterken.

Het volk wordt bang voor de crisis gehouden en zand in de ogen gestrooid door de corrupte elites, massaal verzet tegen deze gang van zaken blijft grotendeels uit. Hoewel er in verschillende Europese landen, die meestal het zwaarste onder het neoliberale beleid van de Trojka te lijden hebben, diverse massaprotesten hebben plaats gevonden, blijft, op een enkele uitzondering na, een serieus en langdurig georganiseerd verzet vanuit de werkende massa´s in zijn geheel uit. Deze kloof tussen mobilisatie en sociale structuren wordt grotendeels veroorzaakt door het onvermogen van antikapitalistische en sociale bewegingen om de werkplaats en regionale gemeenschap te organiseren. De laatste decennia hebben we in Europa een situatie gezien waarin een steeds groter deel van de arbeidersklasse precair is geworden. Een sterke toename van flexibilisering, ZZP-constructies en uitzendwerk hebben een uitzichtloze situatie gecreëerd, waarin steeds meer arbeiders praktisch geen rechten en zekerheid meer hebben en een onzeker bestaan leiden, overgeleverd aan de grillen van de arbeidsmarkt. Continuïteit en stabiliteit zijn voor veel arbeiders al lang geen vanzelfsprekendheid meer. De vakbondsbureaucratie heeft precariteit lange tijd compleet genegeerd en de meeste precaire arbeiders zijn geen lid van de vakbond. Zeker in Nederland hebben sociale bewegingen dan ook geen invloed van enige betekenis op de werkvloer.

Nu de arbeidersbeweging in tijden van crisis zwakker is dan ooit te voren en de organisatie van precaire arbeiders klein en onbetekenend blijft, vormt precariteit een uiterst pijnlijke herinnering dat we vandaag de dag in landen zoals Nederland al lang geen sociale identiteit als klasse meer lijken te hebben. Hervormingen en flexibilisering hebben ertoe geleid dat de arbeidersbeweging ineen is gestort en de antikapitalistische en sociale bewegingen daarmee van hun meest effectieve strijdmiddelen ontdaan zijn. Het neoliberale beleid van de Trojka heeft ertoe geleid dat de Europese verzorgingsstaten in rap tempo worden afgebroken ten gunste van een soort neoliberaal wilde westen voor kapitalistische ondernemers, waarin chronische onzekerheid hen van zo goedkope mogelijke en flexibele arbeidskrachten voorziet om maximaal uit te kunnen buiten. Precaire arbeiders zijn op hun beurt bang om zich tegen deze uitbuiting te verzetten omdat zij dondersgoed weten dat ze makkelijk hun werk verliezen en simpelweg ingeruild worden voor een andere goedkopere precaire arbeidskracht. Dit voorkomt dan ook dat zij zich organiseren en dat ze gezamenlijk voor sociale gerechtigheid op komen.

Sommigen komen dan ook tot de conclusie dat de precaire arbeiders een klasse op zichzelf vormen - het precariaat - , die door haar onzekere en instabiele positie er andere belangen op na houdt dan de traditionele arbeidersklasse (dergelijke theorieën deden eerder al de ronde in linkse kringen omtrent het fenomeen gastarbeiders in de jaren ´70 en ´80, dat als het "nieuwe revolutionaire subject" werd aangemerkt). Inderdaad de nederlaag van de arbeidersbeweging heeft geleid tot een gehele generatie van arbeiders zonder enige positieve vooruitzichten. Zij hebben een uitzichtloos leven van korte contracten, saaie baantjes, zonder vooruitzicht op een carrière, een vast loon of sociale zekerheid. Zogenaamde "zelfstandige ondernemers" (de ZZP´ers) worden door het kapitaal ingehuurd en zijn compleet afhankelijk van deze kapitalisten voor hun werkvoorziening. ZZP´ers kunnen gemakkelijker ontslagen worden dan de gewone loonarbeiders en bovendien maken zij minder gebruik van de sociale vangnetten die voor de arbeiders opgezet zijn (en nu net zo hard weer afgebroken worden).

Deze vervreemding is echter geen nieuw fenomeen; arbeiders hebben nooit controle over de producten van hun arbeid gehad en produceren de goederen niet voor zichzelf of de gemeenschap, maar voor de winst van een kleine elite van kapitalistische uitbuiters. De arbeidersklasse is dus altijd al afhankelijk geweest van de grillen van het kapitaal en feitelijk dus altijd al (in min of meer wisselende mate) precair geweest. De precaire arbeiders vormen dus duidelijk geen nieuwe klasse op zichzelf. Immers zijn tegenwoordig tijdens deze economische crisis voor praktisch alle arbeiders in Europa vaste contracten, zekerheid op werk en arbeidersrechten al lang geen vanzelfsprekendheid meer. De laatste arbeidersrechten die nog over zijn en die door de arbeiders zelf in het verleden (zwaar) bevochten zijn, worden momenteel net zo hard weer afgeschaft door onze corrupte regeringen en de Trojka. Net als in de begindagen van de industrialisatie worden steeds meer arbeiders onderworpen aan extreem lange werkuren, saai werk, armoede en staatsrepressie als men zich probeert te organiseren. Het gehele proletariaat wordt langzaam maar zeker precair; de arbeidersklasse bestaat dan ook nog steeds uit allen die uitgebuit worden, de bezittelozen. Het maakt in principe dan ook niet uit of je nu fabrieksarbeider of student bent, of je inheemse arbeider of gastarbeider bent; allen verkopen hun arbeid en allen worden uitgebuit ten gunste van de winst voor de bezittende klasse (de kapitalisten). Echter binnen de arbeidersklasse vertegenwoordigen de precaire arbeiders uiteraard het meest uitgebuite segment (het lompenproletariaat).

Veel precaire arbeiders hebben (volkomen terecht) de hoop in de vakbonden verloren omdat deze vaak enkel de belangen van het kapitaal vertegenwoordigen. Velen zien het nut er niet van in om zich te organiseren of om eisen te stellen voor een baan die waarschijnlijk maar enkele weken of enkele maanden duurt. Het heeft in hun ogen geen nut. Dit is echter een zeer zorgwekkende ontwikkeling als men bedenkt dat een steeds groter segment van de arbeidersklasse tot de precaire arbeiders behoort. De strategie van de kapitalistische Trojka om de arbeidsrechten af te schaffen en de arbeidsmarkt te flexibiliseren lijkt dan ook zeer succesvol te zijn in het verlammen van het proletarisch verzet. Het is van groot belang om nieuwe manieren te vinden om ook de precaire arbeiders te organiseren binnen de arbeidersklasse, om zo het proletarisch verzet weer aan te wakkeren en zo de werkende massa´s te mobiliseren en onder te brengen in sociale structuren. Hierbij moeten we natuurlijk duidelijk in het zicht houden dat de precaire arbeiders geen klasse op zichzelf vormen, maar een wezenlijk onderdeel van de arbeidersklasse als geheel zijn.

Het zwaartepunt van de antikapitalistische en sociale strijd zal nog altijd op de werkvloer moeten liggen, omdat enkel de arbeidersbeweging in staat is om door middel van de algemene staking en directe actie de kapitalistische economie plat te leggen en de middelen voor productie uit de handen van de bourgeoisie te nemen. Revolutie is simpelweg niet mogelijk zonder industriële actie. De hedendaagse precariteit hangt dan ook vooral samen met de crisis die het kapitalisme doormaakt en de noodzaak voor het kapitaal om het proletarisch verzet te smoren uit puur zelfbehoud. Precariteit is geen nieuw fenomeen, het is een teken dat het kapitalisme in crisis is en dat de gevestigde orde angstig is voor de uitbraak van de klassenstrijd. Naarmate de onvrede, repressie en precariteit toe zal nemen, zullen de werkende massa´s zich echter genoodzaakt zien om in opstand te komen en te strijden voor sociale gerechtigheid.

Italiaanse kameraden van de ACN in actie tegen precariteit
  


zondag 3 november 2013

Pavlos, Manolis en Giorgos: Rust in vrede

In het licht van de gebeurtenissen eind september en afgelopen vrijdag citeren we kameraad Kostas M. die de tragische situatie in Griekenland treffend wist te verwoorden;



"We staan nu voor de tweede keer in minder dan twee maanden voor een moord met een ideologische en politieke achtergrond. De eerste was op Pavlos Fyssas, een linkse musicus, daarna op twee leden van de Gouden Dageraad (Manolis Kapelonis en Giorgos Fountoulis), met dubieuze motieven van vergelding. We zien nu twee zijden afglijden in een gewapend geweld met het karakter van een afrekening onder misdadigers. Beide moorden leiden ons af van de echte problemen. Ten tweede verdelen ze de gehele samenleving, een heropleving van de oude - maar existentieel als het lijkt - verdeling in rechts en links, fascist en antifascist, die ongetwijfeld beheersbaar is vanuit de centra van macht in Griekenland en door hun gevolmachtigde vertegenwoordigers.    

Het volk wordt weer gevraagd haar rol te spelen, niet wetende waar dit alles vandaan komt, en de meest pijnlijke type van dood te kiezen. Welke moord is het meest afschuwelijk? Met het mes of met het geweer? Van een meter of van tien meter? Complexen of niet? Alleen of met een accessoire?

Dit is een totaal zieke situatie, indicatief voor de verrotting veroorzaakt door beide kanten, met dagelijks meer wonden op het lichaam van de samenleving. De Gouden Dageraad en radicaal linkse mensen hebben met hun gevechten de gehele samenleving in een micro-kosmos van ontevredenheid geduwd. Tegelijkertijd wint de Griekse regering aan populariteit omdat het veiligheid garandeert gebaseerd op de angst van mensen. De kapitalisten gaan verder met hun plannen en Griekenland is in chaos en verval gestort.    

Gelukkig zijn er nu verschillende mensen (zowel anarchisten als nationalisten) die wakker worden en de verdachtheid van deze gebeurtenissen duidelijk inzien. Dit keert zich allemaal tegen ons op het einde, het is een doodlopende weg. Geweld is op zichzelf niet iets "slechts". Politiek is gelieerd aan geweld. Dat moet. Want we worden iedere dag met het democratisch geweld geconfronteerd. Maar geweld heeft zijn waarde en is onderdeel van het spel als het recht tegen het doel gebruikt wordt en niet de onschuldigen schaadt. Helaas, beide kanten, inclusief de massa media en regeringen, handelen als bendes, terwijl het Griekse volk al lang een einde hadden moeten hebben gemaakt aan hun binnenlandse onderdrukkers."       








Autonoom: Wat betekent dat?

Ieder mens moet individueel de vrijheid kunnen hebben om binnen de gemeenschap te kunnen doen wat hij/zij wil. Ieder mens moet zijn/haar leven zo vorm kunnen geven hoe hij/zij dit wil, zonder dat een of andere autoriteit (leider; partijvoorzitter; vakbondsbons) , partij of Staat hier wat over te zeggen heeft. Een "Staat" zal hoogstens een vertegenwoordiging van het volk zijn, en kan dus als middel door de gemeenschap zelf worden ingezet om bepaalde dingen te bereiken die de belangen van de gemeenschap dienen. Het is in ieder geval niet de bedoeling dat, als er al zoiets als een "staat" wordt nagestreefd, deze er zo als de huidige uit komt te zien. (Een socialistische radenrepubliek is waar autonomen naar streven.)

Strijd tegen elke vorm van autoriteit in het algemeen en tegen de Staat in het bijzonder staat centraal in het autonome denken. De Staat is de belichaming van de terroristische dictatuur van het financierkapitaal met als doel het behoudt van de kapitalistische productieverhoudingen. Ook is de Staat verantwoordelijk voor het uitvoeren van culturele genocide, in de vorm van de vernietiging van de volksziel en ontworteling van de oorspronkelijke cultuur, teneinde een hersenloze, amorfe, consumptiemassa (consumptiezombies) te kweken.

Het zijn de bestaande machtsverhoudingen, belichaamd in de Staat, die hun eigen gemeenschappen onderdrukken en uitbuiten. Tussen de kapitalistische elite, die de macht heeft, en de werkende massa's, die het dagelijks leven mogelijk maken, zit een dergelijk grote kloof dat men hiertegen wel in verzet moet komen. Niets of niemand heeft volgens de autonomen het recht om anderen te vertellen wat zij moeten doen. Een autonoom beschikt over een uitzonderlijk hoog zelfbewustzijn en verantwoordelijkheidsgevoel.

Zoals eerder aangegeven zijn onafhankelijkheid en individuele vrijheid te bereiken door sociale gerechtigheid en - gelijkheid, door collectiviteit en solidariteit binnen de gemeenschap. Collectivisme houdt in, dat er een omwenteling plaats zal moeten vinden op het gebied van de productie- en eigendomsverhoudingen, zodat de gemeenschap de productiemiddelen in handen krijgt, en niet zoals dat nu binnen het kapitalisme is, in de handen van enkele individuen. De winst die de productiemiddelen (grond, arbeid, kapitaal, grondstoffen, machines, etc.) opbrengen, behoren volgens het kapitalisme volledig toe aan diegene die ze in het bezit heeft. D.w.z. dat diegenen die de winst (meerwaarde) produceren (de arbeiders) niets hiervan terug zien. Dit in tegenstelling tot de kapitalistische bezitter van de productiemiddelen, die zonder het verrichten van (fysieke) arbeid, de meerwaarde (winst) van een product als zijn eigendom mag beschouwen. Tegen deze reactionaire filosofische opvatting is de autonomie gekant, en staat voor dat de productiemiddelen gecollectiviseerd worden, zodat zij die de meerwaarde produceren, de vruchten van hun arbeid krijgen, resp. de gemeenschap die krijgt.

Collectivisme betekent ook dat men gezamenlijk iets onderneemt om een gemeenschappelijk doel te bereiken. Verschillende individuen organiseren zichzelf , om collectief gemeenschappelijke doeleinden te verwezenlijken. In die zin is autonomie dus zeer zeker niet gekant tegen "bezit". Iedereen moet krijgen waar hij/zij recht op heeft. Wanneer dat in de praktijk echter zou betekenen, zoals vandaag de dag wel het geval is, dat een kleine groep alles bezit en de overgrote meerderheid niks, dan is bezit het meest decadente wat men maar kan bezitten. In tijden, zoals wij die op het moment meemaken, van een ongekende economische crisis, oplopende massa-werkloosheid wereldwijd, armoede en hongersnood, wordt de repressie naar binnen toe verscherpt. Dit omdat de bezitters hun privé-eigendom willen beschermen en veiligstellen. En hier ligt gelijk het probleem, omdat de werkende massa's, die niets bezitten, maar wel alles produceren, opdraaien voor de puinhoop die de kapitalistische bezitters, die niets produceren, maar wel alles bezitten, hebben veroorzaakt. Een beter voorbeeld van sociale ongelijkheid en -onrechtvaardigheid hadden wij niet kunnen vertellen.

Solidariteit betekent klaar staan voor de gemeenschap. Solidariteit is nodig binnen de gemeenschap om de belangen van allen te dienen. Het is geen schande om een stukje "luxe" in te leveren, als iemand die iets minder heeft er daardoor op vooruit kan. Dit betekent natuurlijk niet, in geen enkel opzicht, dat zij die moedwillig niets bijdragen op kosten van de gemeenschap kunnen profiteren! Slechts zij die (kunnen) bijdragen, kunnen rekenen op solidariteit, omdat zij dezelfde strijd voeren, namelijk de strijd voor sociale gerechtigheid en -gelijkheid. De strijd om sociale gerechtigheid en -gelijkheid is er een, die zonder solidariteit in praktijk te brengen, nooit behaald kan worden! Zij die de belangen van de gemeenschap schaden (zoals b.v. speculanten, beurshyena's, sprinkhanen, etc.), zullen worden uitgesloten van de gemeenschap, en worden beschouwd als vijand van de gemeenschap. Met hen is absoluut geen solidariteit in de praktijk te brengen! Onder solidariteit in de praktijk brengen, verstaan wij actieve deelname aan de strijd voor sociale gerechtigheid en -gelijkheid.

In de politieke strijd is men zelfstandig en onafhankelijk georganiseerd. Dat houdt in, op de eogen manier, om eigen beweegredenen, met eigen standpunten. Autonomen lopen niet achter een voorgeschreven doctrine aan, zij verdiepen zich zelfstandig in willekeurige kwesties, en trekken zelf conclusies, op basis van eigen inzichten en onder eigen argumentatie. Dit vormt een zelfstandig politiek bewustzijn bij het individu, waarna hij zich met andere individuen, collectief kan organiseren om voor bepaalde gemeenschappelijke belangen op te komen.

Om dit in de praktijk toe te passen is allereerst een analyse nodig van de maatschappij waarin we vandaag de dag leven, om vervolgens te kunnen bepalen welke actiemiddelen welke doelen moeten dienen. Welke vorm van verzet past het beste bij de betreffende situatie? Wat zijn de te bereiken doelen? Om dit vast te kunnen stellen moet men intern hierover de discussie openen. De individuen in het collectief moeten weten waar ze aan toe zijn, zij moeten weten wie, hoe ver wil gaan om doelen te bereiken. Iedereen moet zich hierover binnen het betreffende collectief kunnen uitspreken. Basisdemocratie, ook wel radendemocratie genoemd, is niet te vergelijken met de gekochte "democratie" van het kapitalisme. Deze "parlementaire democratie" (representatieve democratie [contra basisdemocratie]) heeft de belangen van het volk reeds verkocht aan het kapitaal. Autonomen verwerpen het Führerprinzip vanzelfsprekend, wat gehoorzaamheid en onvoorwaardelijke loyaliteit aan een individu voorstaat. Dit soort denken is totaal strijdig met de uitgangspunten van de autonomie. Autonoom-zijn betekent vrijheid in en door het collectief, je naaste in de gemeenschap is niets minder waard dan jij, jij staat niet hoger dan iemand anders, geen leider die je vertelt wat je wel en niet mag. je bepaalt zelf, je doet zelf, maar nog belangrijker: JE DENKT ZELF! En wellicht het belangrijkste: JE HANDELT ZELF!

M.b.t. de te hanteren actiemiddelen moeten individuen, resp. collectieven (= groepen van individuen), zelf bepalen hoe ver zij willen gaan om bepaalde doelen te bereiken. Dit moeten zij zelf, door middel van overleg en consensus, gemeenschappelijk bepalen.

"De drang om te vernietigen is tegelijkertijd ook een creatieve drang." - Bakoenin

"Zonder afbraak kan er geen sprake zijn van een revolutionaire opbouw" - Mao Zedong

De Staat dient in zijn totaliteit VERNIETIGD te worden!