donderdag 24 oktober 2013

De tweede editie van Resist Magazine is uit!



De tweede editie van de aan het ACN/AKN gelieerde periodieke "Resist Magazine" is uit.

De papieren versie is verkrijgbaar via de gebruikelijke kanalen.

Voor de online versie kunt u hier terecht:

Resist Magazine Online

woensdag 16 oktober 2013

De Politieke Islam: Vijand of Bondgenoot?

"De Islam heeft niet de bedoeling om geloof aan mensen op te dringen, maar de Islam is niet louter 'een geloof'. Zoals wij al aangetoond hebben is de Islam een vrijheidsverklaring van de mens, van de dienstbaarheid aan de andere mens. Zodoende streeft het vanaf het begin af aan naar de afschaffing van al die systemen en regeringen, die gebaseerd zijn op de overheersing van de ene mens over de andere mens."  - Sayyid Qutb, Mijlpalen


Tegenwoordig zien we in Europa een alsmaar sterker wordende anti-Islamitische trend ontstaan. Dit vijandsbeeld baseert zich grotendeels op de theorie van de "botsing der beschavingen" (clash of civilizations). Deze is geformuleerd door de Amerikaanse zionist en neoconservatief Samuel Phillips Huntington. Huntington stelde dat er na de Koude oorlog een nieuwe tegenstelling zou ontstaan; namelijk een tegenstelling tussen verschillende culturen en dan met name tussen de Islam en de Westerse beschaving. Binnen dit idee vertegenwoordigt de Islam het gezicht van de barbarij, dat zich niet wenst neer te leggen bij de "vooruitgang" en "vrijheden" die de Westerse beschaving te bieden zouden hebben. Binnen de neoconservatieve retoriek wordt "beschaving" hier dus gedefinieerd in de zin van de Westerse liberale waarden zoals zgn. "universele vrijheid" en "democratie". Het houdt na de val van het Communisme als vijandsbeeld het paradigma van de Westerse beschaving tegen de rest van de wereld in stand. De theorie van Huntington is dan ook puur ideologisch van aard en streeft ernaar het Westerse liberaal-kapitalistische systeem neer te zetten als de enige mogelijke vorm van "beschaving" die een universele geldigheid zou kennen en waaraan dus ieder volk op aarde zich zou moeten onderwerpen. 

De zogenaamde "oorlog tegen het terrorisme" (war on terror) die als publieke rechtvaardiging moet dienen voor de imperialistische agenda van de Westerse machten, gebruikt dit simplistische vijanddenken om deze agenda door te voeren. De aanslag op de WTC torens in New York op 9/11, als vergelding voor de Amerikaanse agressie in de Islamitische wereld, werd dan ook al snel door de Amerikaanse regering onder President Bush misbruikt als een "bewijs" om de theorie van Huntington te staven, zodat het Amerikaans imperialisme gesteund door de publieke opinie haar imperialistische ambities in het Midden-Oosten waar kon maken. Dit zorgde voor een voedingsbodem voor de meest radicale vormen van Islamfobie en heeft een ware hetze tegen Moslims ontketend, met name tegen het "Islamisme" (beter bekend als de "politieke Islam"). 


Binnen de nationale beweging, die inmiddels een steeds grotere uitdrager van deze anti-Islamitische hetze aan het worden is, heerst dan ook nogal wat verwarring. De "botsing der beschavingen" retoriek heeft er voor gezorgd dat veel nationalisten zich in ruil voor legitimiteit tot het neoconservatieve rechts-populisme hebben laten verleiden en zich daarmee bewust of onbewust voor het uiterst reactionaire wagentje van het imperialistische en zionistische kamp hebben laten spannen. In dit artikel zullen wij ons standpunt inzake de Islam en het Islamisme proberen te verduidelijken vanuit een nationaal-revolutionair perspectief.


De Islam

Er is geen enkel heilig boek in staat om mensen voor vele eeuwen te begeesteren en te inspireren als deze niet verschillende boodschappen te bieden heeft die open staan voor individuele interpretaties en die toepasbaar zijn onder verschillende omstandigheden. Dit gaat natuurlijk ook op voor de Koran. De Islam verschilt in dit opzicht geenszins van de andere grote monotheïstische wereldreligies (zoals o.a. het Christendom). Net als andere religies kan de Islam zowel de armen en onderdrukten, als de rijken en onderdrukkers aanspreken. Net als het Christendom leent de Islam zichzelf als een verlangen naar een beter leven voor de armen, maar ook als een instrument om de geprivilegieerde positie van de machtigen te beschermen. Religie is dan ook geen historische kracht op zichzelf, want hoewel religieuze instellingen en ideeën een belangrijke rol in de wereldgeschiedenis spelen, staat deze rol niet los van de materiële werkelijkheid waarin het zich bevind. Mensen waren altijd in staat om hun eigen interpretaties te geven aan de godsdienstige ideeën die zij hadden. Meestal waren deze interpretaties afhankelijk van de eigen materiële situatie, hun verhouding met andere mensen en de conflicten waar zij zich in bevonden.

In dat opzicht ontstond de Islam in de Arabische maatschappij van de zevende eeuw, die veelal via stamverbanden georganiseerd was. Haar grondlegger was de Profeet Mohammed, die tot de clan van de Qoeraysj, de Hasjim, behoorde en op het Arabische schiereiland leefde. De eerste openbaringen van de Koran vonden plaats in 610 op de berg Hira vlakbij bij de stad Mekka. Het eerste politieke Islamitische document was de overeenkomst van Medina, waarin de Profeet de rechten en plichten liet vastleggen die opgesteld werden voor de Oemma (de Islamitische gemeenschap). Hiermee werd de eerste Islamitische staat geboren. De Islam kwam echter pas echt tot bloei na het ontstaan van een aantal opeenvolgende imperia (kalifaten). Het voortbestaan van deze religie hing, net als bij het Christendom, grotendeels af van haar vermogen om zich aan te passen aan de verschillende belangen van de verschillende klassen. De Islam bood dus een evenwicht tussen enerzijds een bepaalde mate van bescherming voor de onderdrukte klassen en anderzijds een bescherming voor de onderdrukkende klassen tegen een opstand door de onderdrukte klassen. 

De Islam vertegenwoordigt net als de meeste andere religies geen homogeen ideeënstelsel. Nadat de Islam zich over grote delen van het Euraziatisch continent verspreid had, voegden veel van de volkeren die onderdeel van de Islamitische gemeenschap werden, hun oude godsdienstige en traditionele gebruiken toe aan deze religie waardoor er nieuwe stromingen en varianten op de Islam ontstonden. We kunnen dan  ook de conclusie trekken dat de Islam niet fundamenteel van haar zusterreligies (Christendom en Jodendom) verschilt, maar eerder zeer grote overeenkomsten kent. Als nationaal-revolutionairen kennen wij de Islam dan ook geen aparte status toe ten opzichte van andere religies. 



De Politieke Islam

In de 20ste eeuw vond er een Islamitische heropleving plaats. Deze heropleving ontstond als een reactie op de imperialistische expansie van het Westen die hun militaire overmacht gebruikten om het Midden-Oosten te veroveren, te onderdrukken en uit te buiten. Dit ging met veel bloedvergieten gepaard en de desastreuze gevolgen zijn tot op de dag van vandaag voelbaar. Ook nu nog worden de natuurlijke grondstoffen en de olievoorraden van het Midden-Oosten geëxploiteerd ten gunste van enkele multinationals en ten koste van de lokale volkeren. Arabische leiders verkwanselen de belangen van hun volkeren, die gedwongen zijn om in grote armoede te leven. In deze situatie ontstond "het Islamisme", ook wel bekend als "de politieke Islam". Volgens de Islamisten werd de situatie in het Midden-Oosten veroorzaakt doordat de Islamitische waarden gecorrumpeerd waren. Enkel een terugkeer naar de ware Islam kon leiden tot een herstel van de Islamitische gemeenschap. In de post-koloniale tijd, tijdens de economische crisis van de jaren '80, groeide de aantrekkingskracht van het Islamisme nog meer doordat de tegenstellingen tussen de arme massa's en de rijke elites nog groter dan voorheen werden. De rijke elites die de welvaart bezaten hielden er veelal een decadente "Westerse" levensstijl op na en werden door de arme massa's dan ook al snel beschuldigd van "on-Islamitisch" gedrag. 

Een van de grondleggers van de politieke Islam was Sayyid Qutb (1906-1966), die na twee en een half jaar de decadente levensstijl van het Westen aan den lijve in Amerika ondervonden te hebben, terugkeerde naar zijn vaderland Egypte om zich daar bij de Moslimbroederschap aan te sluiten. In zijn werken hekelde hij de decadente moderne "Westerse" cultuur. In zijn visie werd de Islamitische wereld geregeerd door corrupte en verwesterde dictators en prinsen, wiens geestelijk achteloze en onwetende beleid overeen kwam met dat van de Jahili Arabieren (= de heidense Arabieren voor de openbaring van de Koran). Sayyid pleitte ervoor om deze corrupte regimes omver te werpen en "de ware Islam" te herstellen. Hierbij baseert hij zich vooral op de werken van de Hanbalitische* jurist en purist Ibn Taymiyya (1268-1328). Sayyib zijn concept van de politieke Islam moet gezien worden in de context van een ideologie die erop gericht is om de onderdrukten in de postkoloniale Islamitische wereld te verenigen in hun zoektocht naar sociale-, economische- en politieke gerechtigheid.     


Het Islamisme onderscheidt zichzelf hier als stroming omdat zij niet in conservatieve zin de oude orde wil behouden , maar omdat zij ernaar streeft de moderne maatschappij te veranderen op basis van de Islamitische waarden. Het streven om een mythisch verleden te herscheppen betekent hier dus niet het intact laten van de huidige maatschappij of een terugkeer naar de Middeleeuwen, maar het radicaal transformeren van de moderne maatschappij. De vernieuwing die Islamisten voorstaan moet dan ook opgevat worden als een strijd tegen de staat en tegen de politieke overheersing van het imperialisme. Het is ontstaan in samenlevingen die door de drastische gevolgen van het imperialisme om verzet riepen. Islamisme is de politieke expressie van mensen die in deze samenlevingen opgegroeid zijn met respect voor de Islamitische ideeën en waarden en die deze ideeën en waarden toepassen in een poging om de tegenstellingen en het onrecht tegen te gaan. De grootste aanhang van de Islamisten is te vinden onder de armen op het platteland en diegenen die naar de steden trekken in hun wanhopige zoektocht naar werk. Echter het belangrijkste element dat het Islamisme in stand houdt is de nieuwe middenklasse (de kleinburgerij), die ontstaan is als gevolg van de modernisering van de Arabische wereld. Zij vormen het onmisbare kader van de Islamisten en verspreiden de leer van de politieke islam onder de arme volksmassa´s. Veel van deze Islamitische intellectuelen zijn goed opgeleid en vormen een brug naar de arme volksmassa´s in de sloppenwijken en op het platteland. Deze goedopgeleide jongeren zijn er heilig van overtuigd dat de Islam een grote maatschappelijke verandering en sociale gerechtigheid teweeg kan brengen.


Eindconclusie

Omdat de politieke Islam door de kleinburgerij gedragen wordt, heeft zij een kleinburgerlijk klassenkarakter dat vergelijkbaar is met dat van de klassieke corporatistische bewegingen. Net als het klassieke corporatisme (het Peronisme, etc.) werd de politieke Islam in de straten geboren als een kleinburgerlijke beweging, die de arme volksmassa's wist te mobiliseren. Het Islamisme kent net als het klassieke corporatisme een tegenstrijdig karakter dat zowel revolutionaire en reactionaire elementen bevat. Het probleem ligt hem in het feit dat de kleinburgerij als klasse niet in staat is om een onafhankelijke en consequente koers te varen. Enerzijds hoopt de kleinburgerij te kunnen profiteren van een radicale verandering, maar anderzijds blijft de zekerheid van het conservatisme naar hen lonken. De politieke Islam faalt er dus - net als het klassieke corporatisme - in om de materiële uitbuiting door het kapitalisme aan te klagen, omdat zij zich beperkt tot het cultureel imperialisme (verwestering) als de bron van al het kwaad. Dus hoewel de politieke Islam zeer goed in staat is om de verbittering van de bevolking te mobiliseren, verlamt zij deze tegelijkertijd doordat zij geen daadwerkelijke antikapitalistische oplossing kan bieden. Het project om de maatschappij te veranderen op basis van de Islamitische waarden die de Profeet Mohammed in de zevende eeuw predikte, is feitelijk dan ook een utopie die voortkomt uit het verarmde deel van de kleinburgerij en die hoop biedt aan de onderdrukten in de Islamitische wereld. 

Laten wij duidelijk zijn; de politieke Islam als een kleinburgerlijke beweging is niet onze echte vijand. Het zijn niet de Islamisten die schuldig zijn aan het (neo)liberaal-kapitalistisch systeem. Zij zijn niet schuldig aan de onderwerping van volkeren in een oneindig streven naar meer en meer winst en zij zijn ook niet schuldig aan de imperialistische agressieoorlogen die wereldwijd gevoerd worden! Het Islamisme heeft juist een sterk destabiliserend effect op de belangen van het monopoliekapitaal in het Midden-Oosten en vormt een belangrijk obstakel voor de koloniale ondernemingen van het Zionisme. Hoewel Islamisten dan wel de vertegenwoordigers zijn van de kleinburgerlijke klasse die proberen om het proletariaat te beïnvloeden, en dus geen bondgenoten zijn, kunnen we eveneens geen afzijdige houding ten opzichte van hen aannemen. In hun Islamitische gemeenschappen vormen zij de voorhoede van grote maatschappelijke groepen die onder de neoliberale en imperialistische uitbuiting te lijden hebben. Hun opstandige geest kan dan ook aangeboord worden voor revolutionaire doelstellingen als de opkomende arbeidersstrijd hier een bepalende rol in kan nemen. De politieke Islam is het product van een diepe maatschappelijke crisis, maar niet in staat om het op te lossen omdat zij geen antikapitalistisch alternatief te bieden hebben. Hoewel we het met de Islamisten oneens zijn over een aantal zeer belangrijke vraagstukken, zullen we in veel gevallen toch aan dezelfde kant als de Islamisten staan in de wereldwijde strijd tegen het imperialisme en het zionisme. Hun verzet verdient dan ook onze kritische solidariteit op basis van het recht op nationale zelfbeschikking! 


*Het Hanbalisme is binnen de Soennitische islam een van de vier scholen (Madhhabs) ten aanzien van de godsdienstige wet, de Fiqh.





woensdag 9 oktober 2013

Een antwoord aan Tim Cornelis n.a.v. zijn kritiek op het Nationaal-Revolutionair Manifest

Allereerst willen wij Tim bedanken dat hij de moeite heeft genomen om zich in ons manifest te verdiepen en de moed heeft gehad om dienaangaande de discussie met ons aan te gaan. Dit was voorheen binnen de radicaal-linkse beweging niet gebruikelijk onder het motto “met 'nazi’s' (resp. nationaal-revolutionairen) wordt niet gesproken”.

Om te beginnen zijn wij ons ervan bewust dat er in het verleden vanuit links vaker dergelijke platitudes omtrent de val van het kapitalisme zijn gebruikt; zie bijvoorbeeld de KPD en de Komintern in de jaren ’20 en ’30 van de vorige eeuw. Zij riepen met het oog op de grote crisis van 1929 ook telkens dat “het kapitalisme op zijn laatste benen liep” (resp. “dit is het laatste gevecht”), dit gericht tegen het toenmalige Hitler-regime, alsmede de hieraan voorafgegane Präsidialdiktaturen (Brüning, Von Papen, Von Schleicher). Een Hitler regiem, wat zich, zoals we nu allen weten, veel langer aan de macht heeft weten te houden dan iedereen van tevoren had gedacht (evenals het kapitalistische systeem overigens). In een bepaald opzicht zou men eventueel nog wel de stelling kunnen verdedigen dat deze crisis (de crisis van 1929) in een belangrijk deel van Europa en Azië inderdaad de laatste crisis van het kapitalisme was. Want in 1945 verrees in het oosten van Duitsland een zegevierende arbeiders- en boerenstaat. Hetzelfde gold voor Azië (China, Korea, Vietnam). In die zin was er destijds dus wel degelijk sprake van de laatste crisis van het kapitalisme voor een aanzienlijk deel van de wereldbevolking, en was de leus van de communisten (“na Hitler komen wij”) dus inderdaad juist.

Verder met betrekking tot punt 1 (de 98% versus de 2%): Wij hebben dit toentertijd (de zomer van 2011) zo geformuleerd met het oog op de destijds opkomende Occupy-beweging en de rondom haar gevoerde discussie. Het was dan ook min of meer als een 'concessie' ten opzichte van de Occupy-beweging gedacht, die in die tijd in opkomst was (en inmiddels alweer grotendeels van het toneel is verdwenen). Voor een propagandistisch manifest was deze formulering ons inziens dan ook volledig gerechtvaardigd teneinde hierop in te kunnen haken. Het manifest pretendeerde dan ook geenszins een klasse-analyse in de zin van Marx te zijn. Het geheel ademde meer de geest van het begrip 'volksrevolutie', zoals geformuleerd door Thälmann en O. Strasser.

Aangaande punt 2 beschouwen wij de bourgeoisie niet alleen als een economische, maar ook als een politieke klasse. De vernietiging van het kapitalisme betekent niet dat daarmee automatisch ook het gedachtegoed van de bourgeoisie is verdwenen. Zolang het kapitalisme niet over de gehele wereld is vernietigd, blijft de bourgeoisie als politieke klasse nog bestaan. In de Sovjet-Unie was het kapitalisme dan wel als economisch systeem vernietigd, maar de bourgeoisie slaagde er toch weer in om aan de macht te komen na de dood van Stalin (1953). In China zag Mao zich gedwongen de Culturele Revolutie te ontketenen tegen het gedachtegoed van de bourgeoisie, dat zich in de partij-top had genesteld (de strijd tussen de twee lijnen: de proletarische en de burgerlijke).

Wat betreft punt 3: Tim geeft er blijk van wat dit punt aangaat er geen jota van te snappen. Immers, als ná een geslaagde socialistische revolutie de arbeidersklasse de macht in handen neemt, dan impliceert dat, dat er géén heersende klasse meer boven de arbeidersklasse staat; immers is de arbeidersklasse dan de heersende klasse. Dit is dan ook wat er bedoeld wordt met het begrip “dictatuur van het proletariaat”! Voor alle duidelijkheid; de staat (evenals de klassen) sterven pas af in de tweede fase; namelijk de fase van het communisme. Direct na de revolutie betreedt men dus eerst de eerste fase; namelijk die van het socialisme. Zoals Friedrich Engels al stelde sterven de staat en de klassen pas af, zodra er van de socialistische fase naar de communistische fase wordt overgaan. Deze overgang ligt – zoals eenieder duidelijk zal zijn –  echter nog ver van ons verwijderd. Maar pas dan zal er sprake kunnen zijn van een werkelijk klasseloze samenleving, waarin de staat niet langer nodig zal zijn. In het socialisme dient de staat ertoe – in de vorm van de dictatuur van het proletariaat en het radensysteem – om te voorkomen dat de ten val gebrachte bourgeoisie wederom aan de macht kan komen. De proletarische staat is echter wat haar karakter en uitingsvorm betreft een totaal andere dan de voorheen omvergeworpen bourgeoisiestaat! (Zie daarvoor Lenin in “Staat en revolutie”.)

Het zal Tim ook duidelijk zijn, dat revoluties niet overal tegelijk uitbreken en dat een proletarische revolutie dus niet tegelijkertijd overal ter wereld zal zegevieren. Aangezien wij de export van de revolutie per bajonet of anderszins afwijzen, is het de taak van de arbeidersklasse van de verschillende nationale staten om elk hun eigen revolutie door te voeren. Echter, zolang het kapitalisme op wereldschaal niet definitief is verslagen, blijft de kans steeds levensgroot aanwezig, dat de bourgeoisie op de een of andere manier weer de macht kan veroveren. Daarom is het noodzakelijk en onoverkomelijk dat in deze periode (die van de overgang van de revolutie naar de communistische maatschappij) de socialistische staat de vorm aanneemt van de gewapende dictatuur van het proletariaat.

Dit in tegenstelling tot de leer van Trotski die de mening toegedaan was, dat de proletarische revolutie enkel en alleen op wereldschaal zou kunnen slagen en dat iedere revolutie op nationaal niveau slechts in bureaucratische verstarring en misvorming zou blijven steken. Volgens ons verschillen de specifieke nationale omstandigheden in de verschillende landen echter te veel; daar ligt dan ook de taak van de nationale arbeidersklasse en haar revolutionaire voorhoede(s). Elke poging van buitenaf om hierop druk uit te oefenen werkt volgens ons slechts averechts, want ieder land kent zijn eigen specifieke nationale omstandigheden, waarin een nationale revolutie wel of niet kan slagen. Daar waar men inderdaad rekening heeft gehouden met de eigen specifieke nationale omstandigheden (bij het doorvoeren van de revolutie) heeft het socialisme zich nog het langst gehouden, dit in tegenstelling tot de landen, waar dat van buitenaf op de punt van de bajonet gebeurde. (Zie China, Vietnam, Korea, Rode Khmer, Cuba).

De Vrije Nationalisten en de NSA hangen naast de sociale bevrijding inderdaad óók de nationale bevrijding aan. Welke is nu die 'vreemde macht die de politiek gemonopoliseerd' heeft vraagt Tim zich af. We moeten Tim hier helaas teleurstellen, want het betreft hier niet de inderdaad illusoire Z.O.G., maar het internationale monopoliekapitaal. Tim, leg ons eens uit waarom nationale bevrijding zich altijd zou dienen te beperken tot een bepaalde etnische groep of ras? Zie in dit verband de verklaring van de KPD m.b.t. de nationale en sociale bevrijding van het Duitse volk (1930). Daar heette de vreemde macht het “systeem van Versailles”. In deze context is tevens de redevoering van Stalin [1] op het 19de partijcongres van 1952 van belang, waarin hij terecht stelt dat de arbeidersklasse in West-Europa nu voor de taak staat om niet alleen de sociale bevrijding, maar ook de nationale bevrijding te volbrengen. Dit aangezien de bourgeoisie het vaandel van de nationale bevrijding heeft verraden in ruil voor Amerikaanse dollars – Hier was de 'vreemde kracht die de politieke macht monopoliseerde' dan ook het Amerikaanse imperialisme.

Momenteel is in Griekenland de 'vreemde macht die de politiek monopoliseert' de Trojka onder aanvoering van Merkel. Nationale bevrijding in Griekenland betekent hier dus de bevrijding van de Griekse arbeidersklasse. Wat tegenwoordig de 'Trojka' heet, heette in de jaren ’20 'Versailles'. Nationale bevrijding voor de Palestijnen betekent bevrijding voor de Palestijnse arbeidersklasse en het gehele werkende volk. Uiteraard niet voor de Joden die in Palestina wonen, deze wonen immers op bezet gebied (immers, de staat 'Israël' is gegrondvest op aan het Palestijnse volk toebehorend gebied). Wat natuurlijk niet betekent, dat er geen bevrijding van de Joodse arbeidersklasse kan plaatsvinden: namelijk de bevrijding van het vergif van het zionisme [2]. De positie van de joden in Palestina vertoont nog de meeste gelijkenis met die van de Fransen in het (voormalig Franse gebiedsdeel) Algerije van vóór 1962. Het door Tim aangehaalde voorbeeld van de Palestijnse nationale bevrijdingsstrijd is inderdaad op een veelvoud van punten aanmerkelijk gecompliceerder dan de nationale bevrijdingsstrijd in bijvoorbeeld Koerdistan of het Baskenland. In Nederland betekent dit de bevrijding van de Nederlandse arbeidersklasse van de onderdrukking door de 'Trojka'. 'Ras' speelt hier verder geen rol. Tot de Nederlandse arbeidersklasse behoren allen, die in Nederland woonachtig en als 'arbeider' (het begrip wordt hier sociologisch gebruikt) in het productieproces werkzaam zijn.

Punt 4: Beste Tim, zoals je zelf al aangaf, houden wij ons hier bezig met de bourgeois-staat en niet met de feodale staat van de 7de eeuw (die uiteraard geheel andere kenmerken heeft). Wat betreft je kritiek: Wij willen de vernietiging van de staat. Zoals Friedrich Engels al heeft gesteld in “De oorsprong van het gezin, de particuliere eigendom en de Staat”, streven óók wij naar de vernietiging van de staat an sich. Aangezien dit echter, zoals wij in het begin van dit artikel al hebben gesteld, slechts mogelijk zal zijn in de eindfase (namelijk de fase van het communisme), blijft de staat in de overgangsperiode naar deze eindfase (deze overgangsperiode is de periode van de dictatuur van het proletariaat) in meerdere of mindere mate een noodzakelijk kwaad (Zie daarvoor ook Lenin in “Staat en revolutie”). De staat neemt in deze overgangsperiode de vorm aan van het radensysteem en dient ter afweer van de contra-revolutie. Immers, zolang het kapitalisme nog steeds op een gedeelte van de aardbol heerst, blijft het gevaar dat de bourgeoisie in de arbeidersrepubliek terug aan de macht komt nog altijd levensgroot aanwezig. Natuurlijk zijn wij, evenals Engels en Lenin, van mening dat de staat een onderdrukkingsinstrument is, maar anders dan onder het kapitalisme onderdrukt de staat (in de vorm van het radensysteem) in de eerder door ons aangehaalde overgangsfase naar het communisme slechts de restanten van de bourgeoisie, die streven naar een terugkeer aan de macht.

Toegegeven, de bourgeois-staat en parlementarisme zijn inderdaad niet identiek. De bourgeois-staat is niet an sich identiek aan het parlementarisme, aangezien het ook de gedaante van het fascisme aan kan nemen. Hier heb je dan ook een welverdiend punt gescoord!

Wat betreft punt 5 en 6. Deze visie betreft de overgangsperiode: De periode van de dictatuur van het proletariaat. Een aantal elementen daarvan zal misschien ook in de communistische fase kunnen blijven gelden, denk bijvoorbeeld aan de vertegenwoordigers in de radenorganen die ten allen tijde kunnen worden teruggeroepen en vervangen, enzovoorts. Het wezenlijke verschil tussen de socialistische en de communistische fase is echter: In het socialisme geldt het principe: voor een ieder naar prestatie; in het communisme geldt daarentegen het principe: voor een ieder naar behoefte.

Tim, we kunnen enkel zeggen hier zijn we het volkomen met je eens: Inderdaad, het communisme als eindfase (en niet het kleinburgerlijke socialisme van Proudhon e.a.) is de enige duurzame antikapitalistische oplossing tegen onderdrukking en uitbuiting. Maar aangezien het communisme slechts de eindfase is - waarvan we niet weten wanneer deze zijn intrede zal doen - hebben wij dus na de geslaagde revolutie eerst en vooral met (de overgangsfase van) het socialisme van doen. Ook onder het socialisme wordt meerwaarde geproduceerd. Het verschil met het kapitalisme is echter, dat de meerwaarde hier ten goede komt aan de (heersende) arbeidersklasse.

Wat jouw laatste vraag met betrekking tot de internationale solidariteit en je vraag of het kapitalisme nog wereldwijd bestaat betreft, hierop kunnen wij alleen maar verwijzen naar het voorgaande gedeelte, waarin al verschillende keren uiteen is gezet, dat het kapitalisme niet door één enkele grote revolutie van de gehele aardbol zal verdwijnen, maar slechts door een veelvoud aan revoluties in de bestaande landen, die niét allen tegelijkertijd zullen uitbreken (de wet van de ongelijkmatige ontwikkeling). Dit betekent dat het kapitalisme – ook al zou de arbeidersklasse in grote delen van de wereld de macht in handen krijgen– dan nog steeds bestaat in andere delen van de wereld.

Punt 7: Wij hebben hier in Europa vooral te maken met de NAVO en de EU, en niet met de Samenwerkingsraad van de Arabische Golfstaten (GCC) en evenmin met de Shanghai-Samenwerkingsorganisatie (SCO). Uiteraard zijn zowel de GCC en de SCO slechts instrumenten ter bevordering van de politiek van deze of gene fractie van de bourgeoisie. Wat betreft het anti-imperialisme, deze is inderdaad van Leninistische snit. Tot op heden is de theorie van Lenin met betrekking tot het imperialisme namelijk nog steeds onverkort van kracht [3].

Punt 8: Wij verwerpen elke pretentie (!) om de voorhoede te zijn; dat in de praktijk van de strijd zich revolutionaire 'voorhoedes' uitkristalliseren is echter nu eenmaal een feit.  

Punt 9: Tim, we verwijzen hier wat dit punt betreft nogmaals naar de redevoering van Stalin op het 19de partijcongres van 1952, waarin hij duidelijk de betekenis van de rol van de strijd voor de bevrijding van de natie uiteen zet evenals haar verhouding tot de socialistische revolutie en tevens hoe het nationalisme zich verhoudt tot het internationalisme (proletarisch internationalisme wat de arbeidersbeweging aangaat –  socialistisch patriottisme voor wat de natie betreft).

Voor de rest verwijzen wij naar de heldhaftige houding van de KPD gedurende de zogeheten Ruhrkampf (1923), waar de KPD zich als enige waarachtig nationale kracht ontpopte en de nationale integriteit van het Reich fanatiek verdedigde tegenover het roofzuchtige Franse imperialisme, en nogmaals naar de nationale politiek van het Thälmann-Centraal Comité [4] van de KPD van 1930, evenals naar de op verdediging van de nationale eenheid gerichte politiek van de naoorlogse KPD contra het Adenauer-separatistenregiem, het regiem van het nationale verraad (wat uiteindelijk leidde tot haar verbod door het Adenauerbewind in 1956) en uiteraard ook naar de nationale politiek van de Griekse Communistische Partij (KKE), de Portugese Communistische Partij (PCP) en de CP Libanon, die samen met de Hezbollah tegenwoordig het Nationaal Front vormt. Verder verwijzen wij nog naar de redevoering van Karl Radek op de buitengewone zitting van het uitvoerend Comité van de Komintern in juni 1923 – later de geschiedenis ingegaan als de befaamde Schlageter-Rede. De these ervan luidde, door Radek zelf kernachtig samengevat: "De zaak van het volk tot de zaak van de natie gemaakt, maakt de zaak van de natie tot de zaak van het volk!" En deze stelling heeft aan actualiteit tot op de dag van vandaag nog geen millimeter ingeboet!


Met revolutionaire groet,


Een antwoord aan Tim Cornelis n.a.v. zijn kritiek op het Nationaal-Revolutionair Manifest:

http://timcornelis.wordpress.com/2013/08/10/kritiek-op-het-nationaal-revolutionair-manifest/

________

Aantekeningen:

[1] J. Stalin – Rede auf dem XIX. Parteitag der KPdSU (B), Moskau 1952

[2] Stalin omschreef het zionisme als een “reactionaire-
   nationalistische politieke stroming, die haar aanhangers had 
   onder de kleine en de gemiddelde Joodse handels- en 
   handwerksbourgeoisie, de intellectuelen, de kantoorbedienden,
   de handwerkers en de achterlijke lagen van de Joodse 
   arbeiders. Het stelde zich het organiseren van een eigen Joodse
   burgerlijke staat in Palestina ten doel en streefde er naar de 
   Joodse arbeidersmassa te isoleren van de gemeenschappelijke 
   strijd van het proletariaat”. (Zie de eerste aantekening van J.W. 
   Stalin – Het marxisme en het nationale vraagstuk, uitgeverij 
   Pegasus 1937. In de uitgaven van 1948 is deze aantekening 
   echter verwijderd!)

[3] Zie; Lenin - Het imperialisme als hoogste stadium van het 
   kapitalisme

[4] Thälmann sprak altijd duidelijk van 'twee naties': “De  
   natie van de proletariërs en de natie van de bourgeoisie” (Zie 
   Thälmann Reden u. Aufsätze in twee delen – Verlag Rote Fahne, Köln 
   1975) twee naties met beide een totaal verschillende invulling!


Verdere bronnen:

– De algemene crisis van het kapitalisme. Hoofdstukken 20 en 
   21, uit Leerboek der politieke economie (1954), uitgeverij 
   Pegasus 1955

 – Programmatische Verklaring van de KPD inzake de nationale en
   sociale bevrijding van het Duitse Volk (1930). In het Duits als 
   document bijgevoegd in Karl. O. Paetel, 
   Nationalbolschewismus u. nationalrevolutionäre Bewegungen in
   Deutschland – Verlag Bublies, 1999

– F. Engels – De oorsprong van het gezin, de particulier eigendom en  
   de Staat. Uitgeverij Pegasus 1980




woensdag 2 oktober 2013

Griekenland en de Strategie van de Spanning

Nadat bij een gevecht tussen een groep nationalisten en een groep antifascisten voor een kroeg in de Griekse stad Keratsini de rapper en antifascist Pavlos Fyssas het leven liet, braken er in geheel Griekenland rellen uit. Na geruchten dat de daders banden onderhielden met de nationalistische partij de "Gouden Dageraad", zijn een twintigtal leden, waaronder partijleider Nikos Michaloliakos, opgepakt door de Griekse politie.

Het is voor het eerst sinds het einde van de militaire dictatuur in 1974 dat in Griekenland opgetreden wordt tegen een partij die in het Grieks parlement afgevaardigden heeft. Sinds de verkiezingen vorig jaar zetelt Gouden Dageraad met achttien leden in het Grieks parlement. Peilingen voorspelden dat de Gouden Dageraad met de volgende verkiezingen de derde grootste partij in het parlement kon worden.

Tot op heden had de Gouden Dageraad weinig te vrezen van de Griekse regering die bestaat uit een coalitie van de conservatieve "Nieuwe Democratie" (Nea Dimokratia) , de sociaal-democratische "PASOK" en "Democratisch Links" (DIMAR). Echter nu de Gouden Dageraad een serieuze concurrent aan het worden is, die bovendien een brede steun onder de Griekse bevolking geniet, vond de Griekse regering het noodzakelijk om hier een einde aan te maken. De moord op Pavlos Fyssas komt hen dan ook goed uit om de kopstukken van de Gouden Dageraad uit te schakelen en een algeheel verbod op de partij te realiseren door deze als een "criminele organisatie" te stigmatiseren. Het is dan ook aannemelijk dat het vervolgen van de leden van de Gouden Dageraad in de eerste instantie van politieke aard is.


Echter nu de kopstukken van de Gouden Dageraad zijn opgesloten en het antifascistisch geweld in Griekenland als reactie op de moord van Pavlos Fyssas oplaait, zijn het vooral de corrupte economische en politieke elites die bij deze gebeurtenissen winnen. Nu de spanningen tussen radicale nationalisten en radicale antifascisten toenemen en deze elkaar op straat bestrijden, zal enkel een brede alliantie van het politieke centrum nog in staat zijn om de Griekse democratie "te redden" van de nu dreigende burgeroorlog. Het conflict tussen de twee uitersten van het politieke spectrum dient dan ook vooral als een afleiding voor het extremisme van het politieke midden. Zolang de antifascisten en de Gouden Dageraad bezig zijn elkaar te bestrijden, dan zullen de banken, de Griekse ministeries en de Trojka absoluut veilig zijn.           

De echte fascisten vindt men dan ook niet bij de Gouden Dageraad, maar bij de Griekse regering en de corrupte elites; bij de "Nieuwe Democratie" (Nea Dimokratia) , "PASOK" en "Democratisch Links" (DIMAR). Zij zijn het die het schandalige beleid van de Trojka, de internationale bankiers, de EU leiders en de IMF technocraten uitvoeren ten koste van het Griekse volk. Zij zijn het die vele duizenden Grieken de hongersnood in storten en de gehele natie verlammen met hun onmenselijke bezuinigingspolitiek en hun markt fundamentalisme. En het zijn deze corrupte elites die verantwoordelijk zijn voor de privatiseringen en de uitverkoop van geheel Griekenland aan mondialistische belangen.  


Door moedwillig de politieke uitersten tegen elkaar uit te spelen en zo een klimaat van burgeroorlog te creëren, kunnen de heersende elites zichzelf opwerpen als de "verantwoorde redders" die Griekenland uit de afgrond zullen trekken. Terwijl de buitenparlementaire antikapitalistische oppositie bezig is om tegen elkaar te vechten, kunnen de corrupte kapitalistische elites hun eigen extremisme dat de Griekse natie vernietigd verhullen en kunnen zij zich op valse wijze positioneren als de "redders" van Griekenland. Zij zijn de echte fascisten, zij zijn de echte vijand! 

Uit deze gebeurtenissen kunnen wij slechts een conclusie trekken; zolang wij ons tegen elkaar laten uitspelen en ons door reactionaire dwalingen laten verleiden, staan we machteloos.  Enkel het vormen van een eenheidsfront tussen de antikapitalistische krachten van het nationale kamp en antikapitalistische krachten van het sociale kamp stelt ons in staat om het fascisme van het politieke midden neer te slaan en het kapitalisme te vernietigen!