vrijdag 1 februari 2013

Militantisme voorbij het Zwarte Blok (1)


Over terminologie: In de context van deze tekst duidt "pacifisme" op tegenstand tegen de vernietiging van bezit en fysieke aanvallen op veiligheidstroepen tijdens politieke protesten. "Geweld" duidt op zulke middelen en "militantisme" duidt op de bereidheid om dit uit te voeren. Met "Zwart Blok" wordt verwezen naar militanten die (meestal in kleine groepen) zich aansluiten bij protesten , gemaskerd,  gekleed in het zwart, soms bewapend en gereedheid om te demonstreren door hun verschijning. 


Sinds de vernietiging van eigendom voor veel media aandacht zorgde tijdens de massale anti-WTO protesten in Seattle, bestaat er een debat binnen de antiglobaliseringsbeweging over de legitimiteit en bruikbaarheid van militant verzet dat wordt ingezet in de strijd tegen de politieke en corporate machten die ons leven beheersen. Vaak blijven deze debatten hangen in pragmatische of ideologische confrontaties tussen pacifistische en niet-pacifistische benaderingen van verzet en meestal wordt het Zwart Blok gezien als de opstandige entiteit die het non-pacifisme vertegenwoordigt.

Deze korte tekst is een bescheiden bijdrage in het debat over de deugden (of ondeugden) van de vernietiging van eigendom en straatgevechten met veiligheidstroepen. De belangrijkste doelen zijn a) het recht te verdedigen van niet-pacifisten in het algemeen om te protesteren, b) om bepaalde hedendaagse aspecten van de cultuur van het Zwarte Blok te bekritiseren en daarmee c) verder te gaan dan een exclusieve connectie van militant protesteren naar Zwarte Blok tactieken. Ik hoop dat een dergelijke benadering kan helpen om de problemen die op het spel staan hier in een meer complexe manier te bediscussiëren.

Over de vernietiging van bezit en militantisme tegen orde in het algemeen:

De meest voorkomende kritiek die militante activisten meestal te horen krijgen is dat zij een bende van relschoppers, alcoholisten en professionele hooligans zijn met weinig (tot geen) ideologisch bewustzijn. Zij zouden geen vermogen tot organisatie hebben, geen serieuze politieke agenda hebben en geen echte politieke doelen, laat staan een idee over hoe men effectief een rechtvaardige samenleving van gelijken kan introduceren. De activisten worden ervan beschuldigd het kapitalisme niet te mogen omdat zij verliezers zijn, zij willen niet werken omdat zij lui zijn, zij mogen de politie niet omdat ze autoriteitsproblemen hebben of dat zij stenen gooien omdat zij geen hersens hebben. Kort gezegd  militante activisten zouden hetzelfde als voetbalhooligans zijn, die zich vermommen als anarchisten met grappige kleren en kapsels, maar enkel meedoen vanwege het geweld en niets anders.

Dat de gevestigde orde en de bourgeoisie zo'n beeld schetst is tot daaraan toe. Keer op keer is het vervelend, maar wat verwacht men anders? Meer storend is het feit dat het beeld dat over het Zwarte Blok wordt geschetst door vele "alternatieve", "linkse", "kritische" en zelfs zelfverklaarde "radicale" groepen en individuen vaak niet veel hiervan verschilt. In sommige verklaringen van pacifistische activisten na Seattle - op internet, in de kranten van de beweging en in persberichten aan de media - leek het erop dat de gemaskerde jongeren met gescheurde kleren en katapults in hun zakken hun grootste vijanden waren geworden; de corporate bonzen en regeringsleiders bleven buiten beeld. En na praktisch iedere grote anti-WTO, - G8 of -EU conferentie horen we dezelfde repeterende dis-associaties tegen de "gewelddadige" protestanten, dezelfde morele pogingen om hen te disciplineren alsof zij gemene, eigenwijze kinderen zijn. We horen dezelfde klachten over hoe zij wederom een protest hebben verstoord dat anders groots zou zijn geweest en hoe zij de toekomst van de beweging op het spel zouden zetten die zoveel vooruitzicht zou bieden op echte verandering. Een groot deel van de antiglobaliseringsbeweging, zo lijkt het, wil koste wat het kost militante activisten uit hun rijen weren. Zij willen hen in diskrediet brengen als serieuze politieke activisten, hen kameraadschap weigeren, hen het recht ontzeggen om zich te verzetten op de manier zoals zij zich willen verzetten en willen hun bijdrage aan de anti-neoliberale zaak niet accepteren. 

Ik ben zeer tegen deze sentimenten. Ik denk dat deze een combinatie vormen van onwetendheid, vooroordelen en eigengerechtigheid die zowel oneerlijk als kortzichtig zijn. 

Het gaat er niet om militante protestanten tot de avant-garde der bevrijding uit te roepen en hun methodes aan te wijzen als de enige van echt revolutionair karakter. Ik deel deze mening niet en ik ben het niet eens met kameraden die stellen dat het een defensieve reactie is op de permanente kritiek die zij van pacifistische activisten krijgen. Het heeft niets te maken met zelfmedelijden of huilen omdat men oneerlijk behandeld wordt als slachtoffers van een heksenjacht. Ik begrijp en respecteer dat mensen problemen hebben met militant protesteren, ik snap dat er problemen zijn met de houding van sommigen, dat er onverantwoordelijk en kinderachtige gedrag voorkomt en dat er bepaalde gevaren samen hangen met het gebruik van geweld als een legitiem politiek middel (meer hierover later). 

Toch denk ik dat militanten een legitieme kracht zijn binnen de radicale politiek en het zou mooi zijn als dit geaccepteerd en beaamd werd door activisten die verschillende vormen van verzet voorstaan. Met name omdat ik veel sympathie voel voor individuen die zich al bezig houden met militante vormen van protest en ik vind het meer gepast om hen te respecteren dan hen te demoniseren binnen de bredere context van de nieuwe sociale bewegingen. Ook omdat ik oprecht denk dat militante tactieken een positieve bijdrage kunnen leveren aan bewegingen die breed en divers van natuur zijn en dat zij dit in het geval van de anti-globalisatie campagnes al leverden. 

Mijn visie op militant protest kan wellicht het beste uitgelegd worden door te verwijzen naar mijn begrip van ethiek. Ik geloof niet dat ethiek over het vinden of introduceren van universele en algemene regels van gedrag gaat. Het gaat over het reflecteren op de socio-ecologische gevolgen van onze dagelijkse acties en het maken van concrete morele beslissingen die hierop gebaseerd zijn. Dus de grote vraag hier is of er goede morele redenen zijn voor iemand om zich te onthouden van het ingooien van de ruiten van MacDonalds, zelfs als hij of zij dat wilt. Of is er een morele reden om je te onthouden van een gevecht met de politie met fysieke middelen. En eerlijk gezegd ken ik geen van dat soort redenen. In het eerste geval gaat het om een raam dat bezit is van een corporatie die dagelijks miljoenen dollars verdient en volledig verzekerd is. Wat is nu het probleem hier? Bij het tweede geval snap ik simpelweg hoe de vaak brute en compromisloze verdediging door de quasi-militaire politie eenheden van een destructief globalistisch en economisch systeem een reactie kan uitlokken die verder gaat dan pacifistische modellen. Misschien is het deugdzaam om niet-gewelddadig te blijven als men bedreigd wordt met waterkanonnen, traangas of rubberen kogels, maar dat maakt een militante reactie niet minder deugdzaam in mijn optiek . (Toegegeven dit moet zaak van zaak bekeken worden, Ik heb uiteraard wel problemen met het plunderen van kleine winkels of anderen in gevaar brengen door ongecontroleerd te rellen. Maar het feit dat individuele activisten hun eigen individuele lijnen moeten trekken, maakt de symbolische ontheiliging van corporatief bezit of het gooien van spullen naar semi-militaire politie eenheden nog niet problematisch.) 

Het mag duidelijk zijn dat pacifistische activisten geloven dat er goede morele redenen zijn om zich te onthouden van zulke activiteiten. Sommigen van hen verwijzen naar een sterke morele code, vaak een strikte versie van wat zij begrijpen als een vorm van compromisloos pacifisme. Ik heb geen belang om mijzelf te mengen in een debat over wat pacifisme en geweld respectievelijk zijn. Ik beschouw een dergelijk debat niet als relevant voor deze tekst, omdat ik al bezwaar heb gemaakt tegen ethiek die zich centreert rond (statische, universele) morele codes, of deze nu pacifistisch zijn of niet. Ik vind mensen die pretenderen in een lijn te staan met de morele waarheid veel angstaanjagender dan jongeren die hun gezichten verbergen achter sjaals om iets in een winkelcentrum te slopen. Ik heb oprecht respect voor pacifistische vormen van protest, maar ik verwacht eveneens van de zelfbenoemde pacifisten om andere vormen van politiek protest te respecteren die onder hun definitie van geweld vallen. Diversiteit heerst. Het maakt mij ook niet uit of de vernietiging van bezit gewelddadig is, enkel of militante activisten moet worden toegestaan het te beoefenen binnen de context van een bredere sociale beweging. Ik denk dat dit mogelijk moet zijn. En geen enkele universele morele code kan mij van het tegendeel overtuigen, omdat het moeilijk is om mij te overtuigen met niet-legitieme en potentieel gevaarlijke abstracte constructies. 

Waarschijnlijk worden militanten echter niet bekritiseert voor hun gebrek aan morele rechtvaardiging, maar vaker voor hun politieke contra-productiviteit in de context van de hedendaagse globalistische politiek, dit geld met name voor de antiglobaliseringsbeweging. Ik neem deze tactische kritiek veel serieuzer dan de ideologische kritiek. Een van de belangrijkste argumenten is dat militanten slechts een kleine minderheid binnen de beweging vormen maar de meeste media aandacht krijgen vanwege hun vermogen om kansen te bieden voor sensationele berichtgeving over het protest, waardoor de publieke opinie verstoord wordt en het publiek niet ziet wie de protestanten nu eigenlijk zijn en wat zij echt willen. In plaats van bezorgde, maar nette burgers die opstaan voor sociale rechtvaardigheid, burgerrechten en bescherming van het milieu, die de wereldleiders verantwoordelijk houden, ziet het publiek een bende gekken die kicken op het kapot maken en verbranden van dingen. Dus de militanten versluieren de problemen met geweld. In plaats van debat over de reden waarom men protesteert  blijven de media en het publiek hangen bij beelden van straatgevechten. Uiteindelijk brengen de militanten de gehele beweging in diskrediet. Dit heeft enkele gevolgen: 1. De militanten geven de vijand een excuus om het niet te hebben over de problemen die de protestanten aan de kaak stellen: "Wij geven niet toe aan terrorisme!" 2. De militanten vervreemden het publiek van de beweging: wat anders zou groeien, kan nu uit elkaar vallen vanwege de roekeloosheid van enkele onverantwoordelijke baksteen fetisjisten  3. De militanten geven de veiligheidstroepen van Babylon een excuus om de beweging als geheel hard aan te vallen: politiegeweld op demonstraties, dagelijkse surveillance bij eenieder met een kritische geest en wellicht neo-McCarthynisme. 

Door een lijn te trekken tussen reformistische en revolutionaire politieke agenda's kan ik laten zien hoe ik denk over deze manier van denken:

In een reformistische context ben ik ervoor om (op zijn minst enkele van de) bovenstaande argumenten te overwegen. Als je doel sociale zekerheid voor arbeiders is, de bescherming van natuurgebieden, publieke controle over multinationale corporaties,  transparantie van het regeringsbeleid, een stop voor de permanente uitbreiding van het militaire complex of voor meer subsidie voor educatie en kunst (enzovoorts), dan zul je ongetwijfeld over deze tactieken moeten denken. Je wilt immers veranderingen binnen het systeem, dus speel je het spel volgens de regels. Eerlijk genoeg. Ik ben oprecht van mening dat tactische overwegingen soms belangrijk zijn, net zoals campagnes binnen het systeem soms belangrijk zijn, aangezien de hiervoor vermelde doelstellingen eerbaar zijn en het systeem potentieel duurzamer maken voor bepaalde individuen en/of gemeenschappen voor enige tijd. Net zoals ik vind dat militante activisten een eigen verantwoording hebben om hun eigen morele grenzen aan hun tactieken te stellen, vind ik ook dat zij een verantwoording hebben om niet mogelijk succes in reformistische campagnes op het spel te zetten door mogelijk ongepaste militante actie. Echter zoals eerder gezegd moet dit van zaak tot zaak bekeken worden en de verantwoording ligt bij de activist alleen. Op geen enkele manier staat dit in de weg van het algemeen revolutionair recht voor militante actie dat ik hen toe ken, noch betekent dit dat anderen hun adviseurs moeten te worden. 

Echter vanuit een revolutionair perspectief lijken de bovenstaande argumenten erg zwak:

Reputatie en media beeld? Weg ermee, ik dacht dat we geen Calvin Klein waren die zoveel mogelijk ondergoed probeert te verkopen via professionele manipulatieve marketing en PR campagnes. Wiens definitie van "respectabele" activisten zouden we moeten volgen? De New York Times? Oprah Winfrey? Tipper Gore? 

Een sympathieke inhoudelijke media verslaggeving? Dat geloof je toch zelf niet? Ik denk dat hier niet veel over gezegd hoeft te worden.

Het publiek vervreemden? Ten eerste, revolutionaire geesten worden niet vervreemd door enkele jongeren die stenen gooien. Ten tweede wat betekent deze notie? Impliceert dit niet een activistische avant-garde met een superieur sociaal bewustzijn wiens historische taak het is om de massa's te onderwijzen in plaats van hen te vervreemden? Hebben de massa's zelf geen wil en hersens? Als je mensen op TV politieauto's op hun kant ziet gooien en in de brand ziet steken, zou je jezelf dan niet afvragen waarom ze dat deden? En als die actie onderdeel was van een grote demonstratie waaronder duizenden vreedzame demonstranten, zou je jezelf dan niet afvragen wat de verschillen tussen hen waren? En waar de demonstratie nu eigenlijk over ging? En wat de verschillende groepen te zeggen hadden over hun motivaties en acties? Ja, waarschijnlijk zou je jezelf deze vragen stellen. Dus waarom zouden de massa's dit niet doen? Hebben zij niet de juiste kwaliteiten om een mening te vormen? Wie is hier de elitist? 

De dialoog met de vijand onmogelijk maken? Ik wil niet praten met Bill Gates of George W. Bush. Ik wil dat ze hun spullen pakken en oprotten. 

Een inval provoceren bij iedereen die bij de beweging betrokken is, ongeacht of deze vreedzaam of reformistisch zijn? Toegegeven, dat is een mogelijkheid en niet een die lichtelijk moet worden opgenomen. Echter als je revolutie nastreeft, wat wil je doen? Indimmen elke keer als de Staat haar lelijkste gezicht laat zien brengt ons nergens. En als een agent een vreedzame protestant neer knuppelt "omdat iemand een steen gooide", dan is het nog steeds de agent die met de knuppel zwaait en niet de kameraad die met de steen gooide. 

T. Gee - Vertaling door Vrije Nationalisten NB 




Geen opmerkingen:

Een reactie posten