donderdag 26 april 2012

Manifestatie Zaterdag 26 Mei


In de vroege ochtend van 13 maart 2012 voerde de Duitse politie grootschalige acties uit tegen nationalisten. Hierbij werden 24 nationalisten gearresteerd en opgesloten. Het voorwendsel van deze willekeurige daad was een strafrechtelijk onderzoek van de officier van justitie in Koblenz gericht tegen het Aktiebureau Mittelrhein welke volgens de autoriteiten een "criminele organisatie" zou zijn. De eigenlijke bedoeling van dit willekeurige proces is de criminalisering van de nationalistische beweging in Duitsland. Willekeurig worden "verdachten" aangewezen en gearresteerd. Zij worden opgesloten zonder een ten laste legging voor specifieke misdaden, enkel vanwege vermeende betrokkenheid bij een oppositionele politieke organisatie. Terwijl de "democratische" politici met regelmaat kritiek leveren op de mensenrechtenschendingen in andere landen zoals Rusland, China of Iran, wordt de oppositie in eigen land systematisch vervolgd en onderdrukt. Diegenen met een afwijkende politieke mening worden stelselmatig gecriminaliseerd door het systeem en kunnen in het ergste geval rekenen op detentie in de gevangenis voor onbepaalde tijd. 

Ook in andere Europese landen worden nationalisten stelselmatig gecriminaliseerd. In Italië wordt de jonge activist Alberto Palladino (ook wel bekend als Zippo) al sinds november 2011 vast gehouden in een Romeinse gevangenis zonder enige vorm van bewijs of proces. In Spanje wordt de nationalist Josué Estébanez de la Hija sinds 2007 vastgehouden omdat deze zich tegenover een groep van meer dan 50 antifascistische relschoppers heeft verweerd, zijn primaire aanvaller verloor hierbij het leven. Voor deze daad van zelfverdediging werd hij bestraft met een buitenproportionele straf van enkele tientallen jaren detentie onder een zwaar gevangenis regime. Ook Nederland kent een lange traditie van repressie en willekeur tegen nationalistische personen en organisaties. 

Door de nationalistische oppositie te criminaliseren probeert het systeem de aandacht af te leiden van zichzelf. Er wordt een poging gedaan om de bevolking ervan te overtuigen dat nationalistische en socialistische politiek een gevaar vormt dat met alle middelen bestreden dient te worden. Met speciale wetgeving, repressie, hetzes en buitenproportioneel hoge straffen probeert men nationaal gezinde geluiden monddood te maken en de aandacht af te leiden van de economische crisis en de wezenlijke sociale problematiek die onze landen momenteel teisteren. Terwijl de jeugdbendes die onze straten onveilig maken en de witteboorden criminelen die onze volkeren uitbuiten met een fluwelen handschoen worden aangepakt door het systeem, worden nationalisten gecriminaliseerd, hard gestraft en onderdrukt vanwege hun politieke denkbeelden. 

Genoeg is genoeg! Daarom zullen wij ons op 26 mei solidair verklaren met alle nationalisten die uit repressie vast zijn gezet door het systeem!

Meer informatie volgt:


Contact: Soli_Aktie@Hotmail.nl


zaterdag 21 april 2012

Anarchisme en Fascisme: Antagonisten?

De term Fascisme wordt vaak incorrect gebruikt in Anarchistische kringen om reactionair-conservatisme mee te duiden. Het is verworden tot een scheldwoord voor alles dat lelijk is en is synoniem geworden voor racisme, sexisme, nazisme en antisemitisme. Feitelijk kennen Anarchisme en Fascisme echter een gedeelde oorsprong en enkele essentiële overeenkomsten.

Laten we het op neutrale wijze bekijken als een aanduiding voor een bepaalde maatschappij opvatting, zoals die o.a. in de werken van Gentile (1875-1944) is vastgelegd. Wezenlijk is voor het Fascisme dan het harmonie-model van de maatschappij. Mogelijke conflicten tussen groepen en klassen worden geïntegreerd in een maatschappijvorm waarin ieder zijn natuurlijke plaats en daarbij behorende zeggenschap heeft. Zijn concrete uitwerking vindt dit in de opzet van de corporatieve staat. Mussolini heeft dit als volgt willen realiseren: in vijf corporaties wordt de gehele maatschappij ingedeeld en wel in die van landbouw, industrie plus transport, handel, geldwezen en vrije personen. In elke corporatie zijn werkgevers en werknemers opgenomen; gezamenlijk wordt een vertegenwoordigend lichaam gekozen met beslissingsbevoegdheden. Overkoepelend is een "eerste kamer" naast een "tweede kamer", de traditionele volksvertegenwoordiging. Uit deze opzet blijkt het grote belang van syndicaten ofwel vakbonden (overigens niet alleen van werknemers maar ook van werkgevers) en tegelijk ook een anti-parlementaire en anti-democratische inslag.

Het Fascisme appelleert daarnaast evenwel aan een aantal emotionele drijfveren in de mens, die ver uitreiken boven een zakelijke aanvaarding van een dergelijk maatschappijmodel. Er wordt een beroep gedaan op natuurlijk vitale, irrationele krachten; het mythisch besef wordt aangewakkerd; het nationale gevoel wordt gestimuleerd; het verleden wordt geromantiseerd; het gebruik van geweld wordt gelegitimeerd, zo niet verheerlijkt.

Deze aspecten zouden misschien toch nog wel in overeenstemming worden gebracht met het corporatisme, als er niet tegelijkertijd een verheerlijking en aanbidding van de charismatische leider optrad. Uit het historisch Fascisme is de dictator niet weg te denken als de belichaming en verpersoonlijking van de staat. Zo leidt in de praktijk het historisch Fascisme toch tot onderdrukking van boven af, hoewel de theorie van Gentile duidelijk anders luidde. Kenmerkend voor diens Fascisme is namelijk dat er in de staat een totale identificatie plaats vindt tussen enkeling en geheel, zodat de tegenstellingen die in andere staatsvormen bestaan worden opgeheven en er dus ook geen onderdrukking plaats vindt. "De staat is de wil van het individu zelf in zijn universele en absolute aspect en zo neemt het individu de staat in zich op; ... de ware absolute democratie is niet het zoeken van een beperkte staat, maar het weglaten van de beperkingen voor de staat." (Genesi e struttura della societa)

Wanneer we nu dit beeld van Fascisme confronteren met het Anarchisme in heden en verleden, dan blijken er principieel alsook historisch gezien allerhande raakpunten en overlappingen. Afgezien van het ongenuanceerde gebruik van het woord "Fascisme" als scheldwoord, kunnen we in Anarchistische kringen op enigerlei wijze de meeste bovengenoemde kenmerken terug vinden. Ik hoef alleen maar te wijzen op irrationele tendensen (een afwijzing van de almacht van de rede en een nadruk op de totale mens), op nationale gevoelens in allerlei vormen van bevrijdingsstrijd, op het accepteren van het gebruik van (bevrijdend) geweld, op romantische trekken in utopische maatschappij-idealen, op het afwijzen van bestaande democratische staatsvormen. De aktie en beweging is alles, de dynamiek, vitaliteit van de daad - de direkte aktie. Zo zijn er inderdaad overeenkomsten tussen Anarchisme en Fascisme, maar de grootste overeenkomst kan gevonden worden in de nadruk op de syndicaten, de vakbonden, met daaraan gekoppeld een andere, niet-parlementaire democratische staatsvorm. Historisch gezien zijn er verschillende voorbeelden van theoretici die vanuit Syndicalistische gedachte of naar Anarchistische kant of naar Fascistische kant omslaan.

Mazzini (1805-1872) meende door de arbeiders te organiseren een vrije Italiaanse staat te kunnen vestigen; zijn interesse ging echter steeds meer uit naar die staat, die met een godsdienstig aureool omgeven werd en steeds minder naar de arbeidersorganisatie. Bakoenin heeft hem daarom herhaaldelijk zeer scherp aangevallen. Het Syndicalisme werd door Mazzini opgeofferd aan het mythische en nationalistische besef. Een nog duidelijker beeld bood Sorel (1847-1922). Was Sorel een Anarchist, Fascist of Communist? Het is bekend dat er bij de begrafenis van Sorel twee kransen werden bezorgd: een van Mussolini en een van Lenin. De bewondering was overigens wederzijds - ook Sorel apprecieerde hen: Lenin om zijn omverwerpen van de burgerlijke staat en Mussolini om zijn Syndicalistische ideeën. De grootste zorg van Sorel was het aan de macht brengen van de massa's: naar zijn idee kon dit slechts met geweld gebeuren en was een stimulerende mythe daarvoor nodig. Redelijke argumenten golden nu eenmaal weinig; de driften moesten in beweging worden gebracht - de massa moest geloven in de nieuwe maatschappij en moest geloven dat die door de algemene staking zou worden teweeggebracht. Tegenover het onderdrukkend geweld van de staat die het belang van een klasse dient ("force") moet het bevrijdend tegengeweld noodzakelijkerwijs worden ingezet ("violence"). Door de gemeenschappelijke actie kan ellende en onderdrukking worden verdreven en kan de staat worden afgeschaft. Het syndicalisme van Sorel is een strijdmiddel, echter geen toekomst ideaal. Evenals voor Mussolini telt voor Sorel slechts de (direkte) aktie, de revolutionaire daad, de strijd op zich (het kämpfer ideaal), wars van elk vastgelegde doctrine of dogma. 

Ondanks deze essentiële overeenkomsten zijn er ook wezenlijke verschillen tussen het historisch Fascisme en Anarchisme. In het verleden werden de idealen van het nationaal-syndicalisme verraden wat leidde tot de dictatoriale staat. Fascisme werd gekaapt door de krachten van het reactionair-conservatisme en werd daarmee een middel voor de instandhouding van het kapitalistisch systeem. Het is dan ook belangrijk dat we leren van het verleden en niet dezelfde fouten herhalen. Wij streven naar een maatschappij waarin elke proletarische volksgenoot vertegenwoordiger is van de volkswil. Wij wensen de complete vernietiging van de reactionair-conservatieve krachten en de creatie van een vrije klasseloze natie die het volk representeert waaruit deze bestaat. Wij staan dan ook voor een gedecentraliseerde samenleving die streeft naar een zo groot mogelijke participatie van allen die er deel van uit maken en waarin eenieder in principe vrij is. Waarbinnen de productiemiddelen collectief eigendom zijn en ter beschikking staan van associaties van vrije producenten. 




donderdag 19 april 2012

Bloed en Bodem: Revolutionair Nationalisme als voorhoede van Ecologisch gezond verstand

"Op een dag zal het rioolwater van steden niet langer in rivieren gedumpt worden, maar terug gegeven aan het land om lekker eten voor het volk te verbouwen. Op een dag zal de zalm weer springen in de schone wateren van een Londense rivier en menselijk werk zal creatief en heuglijk zijn. Op een dag zal de ziel van de mens, gevangen in zichzelf tijdens lange eeuwen van economische strijd, weder opstaan in de zon van de waarheid."

Henry Williamson

Terwijl de moderne wereld in een staat van grote wanorde lijkt te zijn, blijft de voortdurende relevantie van de natuur als gids en inspiratiebron ons uitnodigen tot respect en bewondering. Helaas is de overgrote meerderheid van de mensen vervreemd geraakt van hun herkomst, losgekoppeld van hun raciale en culturele erfgoed en afgesneden van hun wortels.

Al in 1833 kondigde William Cobett terecht aan dat het Engelse volk "gedeserteerd was van de ploeg". Als tovenarij waren de rokende schoorstenen van de raamloze fabrieken der Industriële Revolutie gearriveerd om het volk te verdrijven van de akkers naar steeds groeiende steden. Ondertussen biedt het platteland zelfs vandaag nog koppig verzet om ons ervan te overtuigen dat alles wat kunstmatig is vergankelijk is, maar sommige zaken stabiel, permanent en duurzaam blijven. De glorie van het plattelandsleven sanctioneert het status quo. Niet het status quo van het establishment of de vriendelijke steriliteit van het modernisme, maar die van de grote hardnekkigheid van onze bossen, heuvels en dalen. Een laatste herinnering dat de mens terug kan keren naar haar voorouderlijk heiligdom wanneer de vergeefse zoektocht naar wetenschappelijke onfeilbaarheid haar onvermijdelijke koers heeft genomen en deze zich eindelijk terug trekt uit de hedonistische negativiteit van de burgerlijke metropolis. Dus wat wordt er nu bedoeld met bloed en bodem? En waarom is dit zo vitaal in de verschuiving naar een gedecentraliseerde verspreiding van kleine dorpsgemeenschappen.

De term bloed en bodem vindt haar oorsprong in het Duitsland van de vroege jaren '20 en werd als eerste aangehaald door August Winning, een ex-Sociaal-Democraat die de SPD had verlaten vanwege haar obsessie met het internationalisme. In 1927 publiceerde de Transsylvanische uitgewezene Georg Kenstler zijn "Bloed en Bodem" tijdschrift als een middel om de integrale verbinding tussen de stam en het land veilig te stellen. Voor Duitsers van het platteland werd bloed en bodem dan ook een synoniem die de bescherming van echte persoonlijkheid belichaamde. Het benadrukte het element van verwantschap en de demografische rol van de boer. Stadsnomaden brachten niks voort, boeren deden dit wel. In literaire zin vormden zij het levensbloed van de natie en haar spirituele en culturele basis. Maar de notie dat een ras op een bepaalde manier geworteld zou zijn in een territorium dat is doorweekt met het pioniersbloed van haar voorvaderen gaat verder dan de terminologische vindingrijkheid van de Weimar republiek. Het zou eveneens zeer onnozel zijn om het fenomeen bloed en bodem enkel te omschrijven als een gevolg van de opkomst van het Nationaal-Socialisme. In feite gaat het beeld van de heroïsche boer en zijn gewijde echtgenote verder dan het vertoon van de Teutonische legende. Bloed en bodem representeren elk een onlosmakelijk component van de natuurlijke orde, die niet enkel in historische termen bepaalt dient te worden. Voor diegene die een dergelijk ideaal nastreefden werd het een levend testament van de Noordse ziel. Een ongeschreven geschiedenis van Europa, een geschiedenis die niet verbonden is met de handel, het banditisme van de aristocratie en de oneindige dubbelhartigheid van de kerk en de monarchie. Door de eeuwen heen heeft de groei van het materialisme zich vastgelegd in een kapitalistisch-marxistische as die leidt tot een onuitputbare overvloed van ideologische varianten die komen en gaan als rijken die zijn gebouwd op zand. Ondertussen hebben de zelfbenoemde heren van het landgoed hun financiële rechten met geweld onttrokken over de rug van menig gebroken en verbolgen horige.

Daarentegen representeert Revolutionair Nationalisme meer dan enkel een politieke ideologie. Het is in staat om het onmetelijke en spirituele verband tussen gemeenschap en land te begrijpen en te erkennen. In prakrijk is bloed en bodem eerder impliciet dan expliciet - om bloed en bodem volledig te kunnen begrijpen moet men erkennen dat dit veel meer is dan enkel een politiek concept. Weinig mensen zullen ontkennen dat de Reichsbauernfuhrer van het Derde rijk, R. Walther Darre, bovenal een politiek dier was. Hij was echter intelligent genoeg om zichzelf te realiseren dat als Duitsland haar goede plattelandstraditie wilde behouden, de Nationaal-Socialistische regering ervoor moest zorgen dat het bestaan van de boeren niet moest worden ondermijnd. Darre wilde niet dat de agrarische ruggengraat van de natie gereduceerd zou worden tot een speelbal van stedelijke escapisten of uitbuitende kapitalisten. Echter Darre was een idealist en zou waarschijnlijk niet snel serieus genomen worden door een opportunist en politicus als Hitler.

Op 6 maart 1930 publiceerde de NSDAP haar officiële manifest over de positie van de partij met betrekking tot de agrarische populatie en agricultuur. Dit document claimde dat het behoud van een efficiënte agrarische klasse een centraal element vormde binnen het Nationaal-Socialistische platform. Eveneens erkende de partij dat de Duitse boeren vanuit verscheidene hoeken werden aangevallen, waaronder "de wereldwijde Joodse geldmarkt" welke de parlementaire democratie in Duitsland zou controleren. De Duitse boeren werden ook aangevallen door de oneerlijke concurrentie met buitenlandse agrariërs die werkten onder goedkopere condities, de extravagante winsten die groothandels en tussenpersonen verdienden en de onderdrukkende tarieven die de boeren moesten betalen voor elektriciteit en kunstmest. Om deze exploitatie tegen te gaan stelde de NSDAP voor om landbezit exclusief voor Duitse burgers mogelijk te maken en dit land tot erfelijk bezit te maken. Het is begrijpelijk dat dergelijk beleid zeer aantrekkelijk was voor de gewone boer, maar toen Hitler in 1933 eindelijk aan de macht kwam werd dit beleid nooit in volledige praktijk gebracht. In 1940 uitte Otto Strasser de kritiek dat de landbouw wetten van de NSDAP enkel van toepassing waren op een deel van de boeren. Otto stelde dat er drie soorten agrarische ondernemers werden gecreëerd: boeren wier holdings te klein waren om levensvatbaar te zijn; de middel- en grote boeren die pachters waren; en de grote landbezitters die hun landgoed enkel volgens kapitalistische lijnen runden.

Ondertussen had Walther Darre een reputatie opgebouwd als een man van principes nadat hij afgetreden was van zijn positie binnen de Oost-Pruissische Trakhener Stud, een dierenfokkerij waar hij in conflict kwam met zijn superieuren. Al in 1926 schreef Darre een artikel waarin hij diegenen veroordeelde die de plannen voor een koloniaal Duitsland nieuw leven in wilden blazen. Hij vond dit idee vijandig en destructief voor het concept van een Duits Vaderland. Darre leek dan ook een onwaarschijnlijke kandidaat voor een partij die schaamteloos de kolonisatie van land voor Duitse nederzettingen bepleitte. Enkele jaren later toen Hitler de inname van Moravia en Bohemia van de Tjechen beval, schreef Darre in zijn dagboek dat Duitsland ten koste van haar eigen nationale belangen om een rijk te creeren, dezelfde fouten maakte als Engeland. Echter toen Hitler besefte dat de gigantische populariteit van Darre hem de stemmen van het plattenland op kon leveren, nam Darre de uitdaging aan en zwoer hij doormiddel van zijn nieuwe positie in de regering de belangen van zijn geliefde boeren te behartigen.

Moderne ecologisten zouden er goed aan doen om de eerlijkheid en integriteit van mannen zoals Walther Darre na te streven. Echter in tegenstelling tot hun Nationaal-Socialistische voorganger zijn de meesten van hen te angstig om te accepteren dat ras een grote rol speelt binnen de herstelling van de natuurlijke orde. Volgens Darre representeerden de boeren een homogene raciale groep van Noordische antecedenten, die de raciale en culturele kern van de Duitse natie vormden. In 1929 publiceerde Darre "Het Landvolk als de sleutel om het Noordische ras te begrijpen", waarin hij concludeerde dat "de voorzienigheid een gift legde in de wieg van het Noordische ras, waaruit wellicht haar meest belangrijke eigenschap groeide. Het is de diepste behoefte van de Noordische mens om zijn leven in dienste te stellen voor een zaak en om innerlijke morele principes te ontwikkelen uit de noodzakelijkheden die dit werk bepaalt.”

In de eerste instantie had Darre de rentes op boerenleningen beperkt tot een maximum van 2% en verzekerd dat plattelands families hun oude recht van erfelijk bezit behielden. Echter nadat Hitler duidelijk had gemaakt dat hij geen echte intentie had om de originele agriculturele principes te eren, die werden vastgelegd in het 25 punten programma van de NSDAP, realiseerde Darre zich dat hij zijn tijd zo constructief mogelijk moest gebruiken. In Goslar, een oude middeleeuwse stad in de bergen van Harz creëerde hij een boerenhoofdstad, waar hij een serie van maatregelen ontwikkelde om de Duitse agricultuur te herscheppen door de aanmoediging van organische landbouw en herbeplantingstechnieken. Zijn droom was om van Goslar het centrum te maken van de nieuwe boeren internationale; een groene unie van Europese volkeren. Echter Darre zijn algehele strategie was nog radicaler, hij wilde de industriële samenleving in haar geheel achterlaten en deze vervangen door kleine boerengemeenschappen. In zijn visie zouden kapitalisme en industrie verdorren (een beeld dat veel mensen in het tijdperk van de depressie aanhingen) en daarmee zou het tijdperk van massa verstedelijking en mechanisering tot een einde komen. Een verstedelijkte samenleving zou onbekwaam zijn om te overleven. Wanneer het zou instorten - geholpen door boeren die de steden blokkeerden - zou het worden vervangen door een nieuwe samenleving geformeerd vanuit een kern van gezonde en oprechte boeren. Darre realiseerde zich dan ook de mate waarin steden afhankelijk waren van het platteland om in hun levensonderhoud te voorzien. Hij wist dus dat door het Duitse landvolk aan te moedigen zij via hun land de agrarische levensbron van de bloedzuigende industriële regionen konden ontnemen. Zo zou het mogelijk zijn om het zelfvernietigende proces van kapitalisme te versnellen. Toen Darre het Hitleristische regime aanviel vanwege haar economische imperialisme en het verlaten van de bloed en bodem idealen werd hij in 1942 uit zijn positie als minister gezet en vervangen door de minder gevaarlijke Herbert Backe. Hiermee had Hitler Duistland ontdaan van haar beste ecologische pionier, de ware patriarch van de moderne Groene beweging.

Totdat diegenen die zich bezig houden met de ecologische strijd weer kunnen leren om de spirituele realiteit te waarderen die de mens met haar omgeving bindt, zullen liberalen doorgaan met het uitstellen van de herleving van de natuurlijke orde. Als revolutionairen kunnen wij enkel de natuurlijke wereld terug winnen uit de klauwen van kapitalisme wanneer we hebben ontdekt wat in onszelf ligt. Het is uitermate belangrijk dat wij begrijpen dat wij voortkomen uit de bodem waar wij altijd deel van zijn geweest. Waartoe we onvermijdelijk voorbestemd zijn om terug te keren na ons korte verblijf op deze aarde. Zonder de erkenning van onze erfelijke raciale kwaliteiten en het voorouderlijk territorium dat natieschap bepaalt, zullen we net als de witte neushoorn of de reuzenpanda bedreigde diersoorten blijven.


woensdag 11 april 2012

De ondergang van Griekenland gaat ons allen aan

Dit artikel is geschreven voor de Europese Actie Organisatie in juni 2011. Het bevat uitgebreide achtergrond informatie omtrent de hedendaagse crisis in Griekenland.

Dit is een boodschap aan alle Europese Nationalisten: Geloof niet in de leugens van de massa media en stel altijd vragen bij de beelden die je ziet in de media. Vraag jezelf af wie er een voordeel bij heeft om bepaalde informatie te verspreiden. Wees solidair met Griekenland en steun Griekse Nationalisten - de Europese naties hebben een en dezelfde vijand. Onthoud dit altijd. Vandaag is het Griekenland, morgen kan het wellicht jouw land zijn. We moeten ons verenigen om dit gevecht te winnen. Voor een Europa der volkeren. Portugal en Spanje vergaan het al niet veel beter. IJsland en Ierland stonden recent nog op de rand van de afgrond en mogelijk zullen Italië, Frankrijk en België snel volgen. Het International Monetary Fund (IMF), de Europese Centrale Bank (ECB) en de netto-betalenden, in het bijzonder de Bondsrepubliek Duitsland, zullen betalen. Maar wie en wat wordt er nu eigenlijk betaald en wie betaald er echt?

De betalingen die zijn bevolen door de overheidsraden in Brussel en bij het IMF, benaderen de banken en wereldwijde financiële conglomeraten die Griekse (of Portugese, enz.) schuldbewijzen hebben waarvan de rente niet betaald kan worden. Dit wordt bedrieglijk aangeduid als “hulp” aan noodlijdende landen, ondanks dat hun regeringen er alles aan hebben gedaan om deze "hulp" te voorkomen. De landen waar het om gaat worden verplicht om hun goud reserves te verkopen, de bezittingen van het volk tegen uitverkoop prijzen te privatiseren (op dezelfde manier als dat er gebeurde in de DDR in de jaren '90), het sociale systeem van de Staat af te breken en radicaal de lonen en pensioenen van arbeiders te reduceren. Dit betekent uiteraard dat zij voortdurend hun kredietwaardigheid verliezen en hun binnenlandse vraag wordt verstikt, dit terwijl tegelijkertijd hun economie ernstig beschadigd wordt. Al meer dan een jaar bevindt Griekenland zich onder curatele door Brussel, wat ertoe heeft geleid dat het in feite geen soevereine Staat meer is. De eerste fase van de bewuste deconstructie van de Staat en de nationale economie is hiermee compleet.

Europeanen, fout geïnformeerd door de media en hun regering, hebben geen enkel idee wat er echt aan de hand is en kijken naar dit Kafkaiaanse proces alsof ze verlamd zijn. Zij reageren zelfs niet terwijl hun gevraagd wordt om te betalen voor dit beleid dat is gericht tegen de soevereiniteit van iedere Staat en zijn volk. De honderden miljarden die Portugal en Griekenland onder dwang gevoerd krijgen door de crediteurs - of beter de plunderaars - zullen uiteindelijk betaald worden door de belastingbetalers, in het bijzonder door de Duitsers.

In werkelijkheid gaat geen enkele munt naar Portugal en Griekenland. Het geld gaat linea recta naar de banken. Waar wij vandaag getuige van zijn is een doorlopende plundering van de belastingbetalende burgers van de EU lidstaten. Het geld wordt simpelweg een paar keer door de voordeur over gemaakt en verdwijnt via de achterdeur. De bankieren van deze Stateloze financiële instituties (met hoofdkwartieren en afdelingen in Frankfurt) gaan naar de ECB (met haar hoofdkwartier in Frankfurt) en organiseren en ontvangen hier vrijwel renteloze leningen van miljarden dollars. Vervolgens nemen deze financiële oplichters enkele stappen uit de terminal en met het geld dat ze zojuist uit het niets hebben gecreëerd kopen zij de staatsobligaties van deze landen, dat is dus overheidsschuld dat al georganiseerd en gebundeld is door deze internationale financiële misdadigers. Omdat de kredietwaardigheid van deze landen ernstig beschadigd is vragen de banken logischerwijs rentes van 10% of meer. Om dit te doen, helpen haar dochterondernemingen, de vermeende onafhankelijke "rating agencies" door het toekennen van hun rating voor het land en de waarde van haar overheidsobligaties. Omdat deze ratings bindend worden geacht zien de hypocriete banken er geen enkel bezwaar in om wederom de rentes te verhogen voor deze lage nominale landen. Echter met haar dramatisch afnemende belastinginkomsten is het land niet in een positie om deze uitbuitende rentes te betalen en dus zoekt zij wanhopig naar nieuwe investeerders, die, logischerwijs zelfs nog hogere rentes vragen. Wanneer dit niet langer werkt - zoals het geval is met Griekenland en Portugal - wordt de hardwerkende EU burger verplicht te betalen....uiteraard zonder dit eerst te vragen. Eveneens werd het twee jaar geleden niet aan hun gevraagd, toen hun hard verdiende spaargeld moest worden gebruikt om banken te redden die alles uit de hand lieten lopen vanwege hun hebzucht naar geld.

Dat wat we net hebben beschreven is het wonder van excessieve groei van de geldtoevoer - het is vergelijkbaar met de werking van de werkplaats van een alchemist. Uit deze alchemist zijn schoorsteen is sinds vele jaren de bescheiden welvaart van miljoenen mensen verdwenen (in ieder geval sinds het verdrag van Lissabon). Deze brandhaard zorgt voor warmte om de centrale verwarming van de super rijken in deze wereld te stoken. Maar iedereen weet dat dit vuur snel zal doven omdat er geen brandhout meer over is. De banken beseffen dit goed, dus voor dit gebeurt, plunderen zij in nauwe samenwerking met het IMF in Washington en het Brusselse systeem zoveel mogelijk het geld dat ze uit het niets gecreëerd hebben door dit om te zetten in echte welvaart - echt landgoed, akkerland, minerale grondstoffen, winstgevende ondernemingen in de echte economie, NUTS bedrijven, transport bedrijven, monopolies, patenten en goud. Het goud van 60 Staten is al verzameld. In de jaren '90 moest zelfs Zwitserland haar bijdrage in goud betalen. Volgens de denkwijze van deze nomaden die de wereld zien als een weide, is datgene dat zonder "eigenaar" is - bv volks- of Staatsbezit van andere naties - hun eigendom.

Wanneer er niets meer over is, kan niets meer geplunderd worden. Niet enkel financieel, maar ook op het politieke en sociale niveau is alles weg. De Staten zijn bankroet en verlamd. Hongersnood en burgeroorlog dreigen of worden werkelijkheid. Dan, wanneer uiteindelijk de vlam in de pan slaat, verschijnen de plunderaars ineens als onze verlossers om met hun VN troepen en NAVO huurlingen de opstanden neer te slaan, "de burgerlijke bevolking te beschermen" met bommen en raketten (zoals in Libië) en na dit apocalyptische armageddon te verkondigen dat het einde is gekomen. Hierop volgt een monetaire hervorming en de benoeming van enkele marionetten - en alles zal weer goed zijn. Het zal voor hen eenvoudig zijn om met al hun geplunderd goud een door goud gesteunde munteenheid op te zetten en op de beste socialistische manier de nieuwe wereldeconomie te promoten die op een "vlak speelveld" is opgericht, dit natuurlijk terwijl zij zelf de absolute wereldmacht uitoefenen.

Op dit punt zal de Europese Unie schaamteloos voldoen aan de taak waarvoor zij is opgericht: In het midden van vele administratieve gebieden zal een nieuwe gecreëerd worden die gebaseerd is op de as Tempelberg - Wall Street - Pentagon.

Dat zijn onze vooruitzichten - hard, maar realistisch geformuleerd. Veel Europeanen vermoeden het of weten het zelfs al. Zij zijn echter verlamd als een hert voor de koplampen van een auto en hebben niet de moed om op te staan en deze financiële terroristen te vernietigen. Dat is de situatie. Om deze reden is de EUROPESE ACTIE (EA) geboren om de verraderlijke EU tegen te gaan, met het concept van een Europese confederatie. Onder punt 6 van de 7 doelstellingen van de EA wordt het volgende verklaard:

1) In de toekomst moeten centrale banken worden bestuurd door Staatsbedrijven, niet enkel in theorie maar ook in praktijk.

2) De Staat moet de juridische bescherming voor particuliere renteheffing intrekken.

3) Enkel erkende Staats-, financiële of culturele bedrijven moeten het recht hebben om commerciële banken te besturen.

Deze principes zullen even noodzakelijk zijn voor het herstel van de wereld, als dat het moeilijk zal zijn om deze op te leggen. Zonder een wereldwijde revolutie tegen het heersende systeem kan vrijheid niet gewonnen worden. De inzichtrijke en energieke volkeren van Europa moeten zich verenigen onder de vlag van de EA om het politieke gewicht te vergaren dat hen in staat zal stellen om Europa te transformeren door de zeven doelstellingen te verwezenlijken. De te volgen weg moet duidelijk zijn. Eerst moet er inzicht ontstaan in de feiten en contexten: politiek, historisch en economisch. Daarop volgt een georganiseerde politieke strijd voor vrijheid. Pas dan kan een juiste sociale orde worden opgericht. Daarom is ons motto:

WAARHEID-VRIJHEID-GERECHTIGHEID

Met dank aan Ediktyo (Griekenland)


dinsdag 3 april 2012

Lenin en de Revolutionaire Voorhoedepartij

Toen Lenin destijds – in 1917 – in de beroemde “verzegelde treinwagon”, die door de Duitse Generale Staf ter beschikking was gesteld, vanuit Zürich naar Rusland terugkeerde, telde de bolsjewistische beweging in het reusachtige gebied tussen Oostzee en Stille Oceaan nog geen tienduizend leden. Luttele maanden later waren de communisten aan de macht. De Oktoberrevolutie was geen spontane opstand van de massa, maar in werkelijkheid een goed georganiseerde staatsgreep, een succesvolle Putsch. De tegenstander werd overrompeld, de besluiteloze massa voor voldongen feiten gesteld.

De vader van deze overwinning heette Lenin en zijn concept van de staalharde revolutionaire voorhoede-organisatie droeg wezenlijk daartoe bij. Van Partij- of organisatieverboden heeft Lenin zich gedurende zijn gehele leven bitter weinig aangetrokken. De diepere oorzaken die aan de gebeurtenissen in oktober 1917 (“tien dagen die de wereld deden wankelen”) ten grondslag lagen, gingen ver terug in de vorige eeuw. Het Russische Tsarenregiem en zijn aanhang hadden zich van het volk totaal vervreemd. De adel sprak slechts Frans en spreidde een fabelachtige rijkdom ten toon, terwijl de arbeiders en boeren in de grootste armoede en misère langzaam crepeerden.

Elke oppositie namens het volk stond bloot aan de meest meedogenloze vervolgingen. Te beginnen bij de anarchisten en de sociaal-revolutionairen (“Narodniki”-Populisten) tot en met de Russische sociaal-democraten waren alle politieke bewegingen die naar een verbetering van de bestaande wantoestanden streefden, het overgrote deel van bestaan verboden. De aanhangers ervan werden ofwel in de gevangenis geworpen ófwel naar Siberië verbannen. Elke legale oppositie werd op die manier door het regiem onmogelijk gemaakt. Onder deze omstandigheden ontwikkelde Lenin rond de eeuwwisseling zijn concept van de opbouw van een revolutionaire kaderorganisatie. In tegenstelling tot de anarchisten en de socialisten die tot an toe hoofdzakelijk waren uitgegaan van het “spontane bewustzijn” en van de “spontane uitbarsting” van de “massa’s” pleitte Lenin voor de vorming van een straf disciplineerde, centraal georganiseerde kaderpartij. Deze revolutionaire kaderpartij van het nieuwe type diende uit in de strijd beproefde en gestaalde beroepsrevolutionairen te bestaan (hieronder dient men géén “vrijgestelde” functionarissen te verstaan; in Lenins ogen hadden de meeste “revolutionaire van beroep” hun broodverdiensten elders, dienden zij echter in de politieke strijd tegen het systeem hun eigenlijke levensbestemming te zien).

Liever minder leden – daarvoor in de plaats echter betere. Zo kan men Lenins partijconcept kernachtig omschrijven. Een dergelijke <>, een dergelijke Kampfgemeinschaft, bestaande uit een staalharde kern van conspiratief zijn om ook partijverboden en de meest harde vervolgingen te doorgaan, tegelijkertijd ook in de illegaliteit flexibel en mobiel te blijven en dáár hard toe te slaan, waar de beste uitzichten op succes bestaan. Bij verbinding met de volksmassa’s diende via massaorgansiatie (zoals bijvoorbeeld vakbonden, boerenorganisaties, scholieren- en studentencomite’s) tot stand te worden gebracht, waarin partijkaders dienden te “infiltreren” en de leidinggevende posities te veroveren. De eigenlijke kern van de (illegale) Partij, aldus Lenin, dient zorgvuldig afgeschermd te worden; alleen aan het overtuigde kader is het voorbehouden tot de eigenlijke Partij te worden toegelaten. Lenins thesen werden – ook toen al! – door revolutionairen van het nationale kamp gretig opgepikt. Zo verscheen in het NSDAP-centraal-orgaan - Völkischer Beobachter - van 23 maart 1930 in een hoofdartikel een reeks van aanvallen op de “volgevreten bourgeoisie”. De reactie (in de gedaante van de nationaalconservatieven) beschouwde dit destijds als het “onweerlegbare bewijs” dat de NSDAP zou zijn overgestapt naar het “nationaalbolsjewisme”.

Minder moeilijkheden met Lenin hebben de linkse bewegingen uit de tijd na diens dood. In de praktijk omgezet werd zijn partijconcept echter slechts door een fractie van al degenen, die zich op hem beriepen of dat nog steeds doen (M.n. door de PKK = Partiya Karkaren Kurdistan – hét voorbeeld van de Leninistische voorhoedepartij van het nieuwe type). Lenin hield legale politieke activiteiten steeds slechts voor een (ongevaarlijke) speeltuin van het gehate systeem. Volgens hem calculeert de staat dergelijke “Freiräume” steeds doelbewust in, evenwel altijd van tijdelijke aard, ten einde hiervoor de Kring van oppositionele beter te kunnen doorlichten. Is dit voltooid, dan volgt onherroepelijk een nieuwe golf van staatsrepressie. Desondanks stuurde hij zijn partijkaders heel bewust naar de vergaderingen en bijeenkomsten van de legale verenigingen. Niet om daar “constructief mee te werken”, maar om nieuwe kaders te rekruteren uit de massa van zoekenden en om invloed te krijgen op de leiding en op de politieke koers van deze organisaties.

Lenin zei hierover met de ironie die hem eigen is: “Tenslotte zijn we verplicht om de arbeiders te waarschuwen voor valstrikken, die hen door de politie vaak worden gesteld: De politie is in deze openbare bijeenkomsten en door de politie toegestane verenigingen voortdurend bedacht op “heethoofden” en streeft ernaar door middel van de legale organisaties haar agent-provocateurs ook bij de illegale organisatie naar binnen te brengen.”

In Lenins visie is het van het grootste belang, dat de illegale organisatie een “levendige verbinding” met de “massa’s der ontevredenen” tot stand weet te brengen, van waaruit zich niet alleen nieuwe revolutionaire kaders rekruteren, maar die bovendien tevens n revolutionaire zin beïnvloed dient te worden. Hoe groter de massa van ontevredenen, des te veelvuldiger worden automatisch ook de taken van deze illegale organisatie. Deze dient daarom even zo hard en hecht als flexibel te zijn.

De nationale revolutionairen van vandaag de dag kunnen natuurlijk slechts van een gedeelte van Lenins ideeën profiteren. De omstandigheden thans zijn geheel anders en het mechanisch kopiëren van diens opvattingen in de huidige West-Europese verhoudingen zou enkel contraproductief zijn. Maar ten tijde van Lenin waren de verhoudingen uiteraard gunstig voor diens theorieën. Voeg daarbij nog de principiële bereidheid tot conspiratief handelen, die in Rusland veel meer verspreid is als deze ooit in West-Europa zal zijn.

Tijdens zijn leven had Lenin ook voortdurend te kampen met venijnige en bekrompen verdachtmakingen van tegenstanders van zijn concept. Maar consequent ging hij zijn
weg zonder daar ook maar één millimeter van af te wijken en tegenwoordig kent men niets eens meer de namen van al deze tegenstanders. Het succes bewees de juistheid van zijn weg in de praktijk. Van partijverboden trokken de bolsjewieken zich principieel niets aan. Arrestaties, gevangenisstraf, verbanning of de dood maakten géén indruk op hen. In 1917 zegevierde in Rusland uiteindelijk niét de ideologie van het marxisme, maar de georganiseerde “Wille zur Macht” (Nietzsche) van een elite van politieke soldaten, van “Krieger” (strijders) der revolutie. Dat deze overwinning decennia later door avonturiers, bureaucraten en verraders à la Gorbatsjov teniet werd gedaan, doet hieraan niets af.

De weg van Lenin naar de overwinning is nog steeds actueel en zijn concept van de revolutionaire avant-garde kan nog altijd op menig brandend vraagstuk van tactische en organisatorische aard antwoord geven.

VAN LENIN LEREN BETEKENT LEREN TE OVERWINNEN!

“Sommigen zeggen dat tien knappe kopen gemakkelijker kunnen worden gepakt dan honderd domkoppen. Voor deze schitterende waarheid zullen jullie steeds door honderden domkoppen worden toegejuicht.”

Met dank aan NSA/ANS





zondag 1 april 2012

M31 Actiedag tegen Kapitalisme


Zaterdag 31 Maart werden door het ACN/AKN in het kader van de M31 actiedag tegen het kapitalisme enkele honderden folders verspreid onder voorbijgangers, onder ruitenwissers gestoken en in brievenbussen gedaan op Utrecht Overvecht. Eveneens werd er een spandoek opgehangen om op te roepen tot een bundeling van alle antikapitalistische krachten in de strijd tegen het internationaal kapitalisme.

















Hoewel wij als Nationalisten consequent het cosmopolitisme van de moderne linkse beweging verwerpen en het recht op volkssouvereiniteit, zelfbeschikking en eigenheid hoog houden, erkennen wij het fundamentele belang van internationale solidariteit van de arbeidersklasse. Globalisering heeft geleid tot de afbraak van de natiestaat en een centralisatie van macht op Europees niveau. Hiermee is de noodzaak geboren om op Europees niveau georganiseerd verzet te bieden tegen het kapitalisme. Het internationaal kapitalisme heeft volkeren wereldwijd in een sociale crisis gestort die haar weerga niet kent en heerst door oppressie en het zaaien van sektarische verdeeldheid. Laat ons duidelijk zijn dat de immigrant die door de kapitalistische massa-immigratie hier terecht gekomen is niet onze vijand is. Laat ons ook duidelijk zijn dat de linkse scene niet onze vijand is. Allen zijn net als wij slachtoffers van het gehate kapitalistisch systeem en kennen dus een gedeeld belang bij de vernietiging ervan.






















Ook in Den Haag werden vanuit het ACN/AKN diverse prikacties georganiseerd bij bankfilialen in het centrum. Hier werden meer dan 1000 flyers verspreid onder het winkelend publiek en werd het gesprek aangegaan met geinteresseerden. Er was zeker sentiment aanwezig onder de mensen die nu de gevolgen van de economische crisis en het kapitalistisch systeem beginnen te voelen. In de avond werd de actiedag afgesloten met een kleine bijeenkomst waar de dag nog eens geëvalueerd werd en het thema nog eens uitvoerig bediscussiëerd werd.

UPDATE:

Op 31 maart hebben in diverse Europese landen demonstraties en acties plaatsgevonden i.v.m. de Europese actiedag tegen het kapitalisme. Landen zoals Nederland (in Utrecht), Duitsland (in Frankfurt) en Italië (in Milaan) deden mee, waarbij in Frankfurt rond de 7000 Anti-Kapitalistische activisten aanwezig waren en in Milaan meer dan 10.000 Anti-Kapitalistische activisten. Ook activisten van het ACN/AKN (Anti Kapitalistisch Netwerk) in Nederland, Griekenland en Italië hebben zich dmv verschillende acties solidair verklaard met de M31 aktiedag tegen het Kapitalistisch systeem en alle Anti-Kapitalistische krachten die het trachten te bestrijden.