donderdag 21 juli 2011

Het leven en de dood van mijn vader, Rudolf Hess I

De strijd van een zoon voor de eer van zijn vader


Het leven en de dood van mijn vader, Rudolf Hess (I)

Wolf Rüdiger Hess

Toen mijn vader naar Schotland vloog op 10 mei 1941, was ik drie en een half jaar oud. Vandaar dat ik maar weinig persoonlijke herinneringen heb aan mijn vader in vrijheid. Een van die herinneringen is dat hij me uit de vijver in de tuin trekt. Een andere gelegenheid is, terwijl ik aan het gillen ben omdat er een vleermuis op een of andere manier het huis binnen is gekomen. Ik kan me nog steeds zijn geruststellende stem voor de geest halen, terwijl hij het beestje naar het raam droeg en het vrijliet in de nacht.


In de jaren die daarop volgden, leerde ik stukje bij beetje wie mijn vader was en wat zijn rol in de geschiedenis was. Langzaamaan begon ik zijn martelaarschap te begrijpen die hij kreeg als gevangene in de geallieerde militaire gevangenis te Berlijn; Spandau, waar hij ruim 40 jaar gezeten heeft; een half leven.


Opgroeien in Egypte en Duitsland


Mijn vader was geboren in Alexandrië, Egypte, op 26 april 1894, als de eerste zoon van Fritz Hess een gerespecteerde en gegoede koopman. De familie Hess verpersonifieerde de welvaart, stand en zelfverzekerdheid van het toenmalige Duitse Rijk. Ze personifieerden ook alle dingen die jaloezie, angst en een strijdlustige geest opriepen aan de kant van de Engelsen en andere grootmachten.   


Fritz Hess bezat een imposant huis met een fraaie tuin aan de kust van Middellandse zee. Zijn familie, die uit Wunsiedel kwam uit de Fichtelgebirge regio van Duitsland, bezat een ander huis in Reicholdsgrün, Bavaria, waar ze geregeld hun zomervakanties doorbrachten. De bron van zijn rijkdom was een handelsfirma; Hess & Co, die Fritz Hess geërfd had van zijn vader en die hij leidde met aanzienlijk succes.


Zijn oudste zoon, Rudolf, was een leerling aan de Duits protestante school in Alexandrië. Zijn toekomst leek beslist door de tradities van beide kanten van de familie en de strenge hand van zijn vader; Hij zou de bezittingen en de firma erven en zou dus ook een koopman worden. Jonge Rudolf was echter niet erg geneigd naar dit soort leven.


In plaats daarvan voelde hij zich meer aangetrokken tot de wetenschappen en dan vooral scheikunde en wiskunde. Zijn bekwaamheden op deze gebieden werden duidelijk toen hij student was aan het Bad Godesberg onderwijs instituut, een kostschool voor jongens in Duitsland waar hij op zat tussen 15 september 1908 en Pasen 1911. Ondanks dat zijn vader erop stond dat hij de middelbare school afmaakte door middel van een examen dat hem toegang zou verschaffen tot de École Supérieur de Commerce in Neuchâtel Zwitserland, waarna hij een leerjongen zou moeten worden in een Hamburgs handelsbedrijf.


Frontlinie gevechtsdienst


Deze goed uitgedachte plannen zouden snel veranderen. Tijdens de start van de eerste wereldoorlog in 1914 verbleef de familie in hun vakantiehuis in Bavaria. Rudolf Hess, toen 20 jaar oud, twijfelde geen moment om zich als vrijwilliger aan te melden bij de Bavarian veld artillerie. Een korte tijd later, toen hij was overgeplaatst naar de infanterie, (4 november 1914) diende hij al als een slecht getrainde rekruut aan het front, waar hij deelnam aan de loopgravenoorlog in de eerste slag om de Somme. 


Tezamen met de vele andere jonge Duitsers, ging Rudolf Hess naar het front als een fervent patriot dat zich bewust was van het Duitse doel, die hij als rechtvaardig zag, en vastbesloten om de Frans-Engelse aartsvijand te verslaan. Na zes maanden aan de frontlinie te hebben gediend werd Rudolf Hess bevorderd tot lance corporal (een rang tussen soldaat eerste klas en korporaal). Voor zijn mannen was hij een geweldige kameraad, altijd de eerste die zich vrijwillig opgaf voor invallen en verkennende patrouilles. In bloedige strijden te midden van prikkeldraad, loopgraven en de kraters van bommen onderscheidde hij zich door zijn positieve inborst, zijn moed en dapperheid.


Tegen de tijd dat het 1917 was, was hij gepromoveerd tot de rang luitenant. Maar hij heeft ook een prijs moeten betalen voor zijn promoties. Hij raakte zwaargewond in 1916 en nogmaals in 1917 toen een kogel zijn linkerlong doorboorde.


Een vernederende en wraakzuchtige vrede


Getekend door de ontberingen en de wonden van zijn tijd aan de frontlinie, op 12 december 1918 - dat is na de vernederende wapenstilstand van Compiegne- werd Rudolf Hess “ontslagen uit de actieve militaire dienst naar Reicholdsgrün zonder onderhoud,” zoals het officiële militaire archief het zo karig verwoord. Dat betekende dus zonder geld, pensioen of invaliditeitsuitkering. 


Al tijdens de oorlog, had de familie zijn aanzienlijke bezittingen in Egypte verloren dankzij de Britse onteigeningen. Het verlies van het Duitse Rijk tijdens de eerste wereldoorlog bracht hartverscheurende en zelfs catastrofale veranderingen in het leven van de familie Hess. 


Echter voor Rudolf Hess woog het grimmige lot dat zijn vaderland kreeg te verduren door het verlies van de revolutie veel zwaarder dan zijn eigen ongeluk. In weerwil van de militaire wapenstilstand, behielden de overwinnende machten een uithongerende voedsel blokkade tegen Duitsland tot de oplegging van het verdrag van Versaille in juni 1919. Het verdrag zelf was niets meer dan een wraakzuchtige “vrede of vernietiging” gedicteerd door de overwinnende krachten en geaccepteerd door het Duitse nationale verbond onder protest en onder de dreiging van meer geweld.


Op 12 mei 1919 verklaarde rijkskanselier Philipp Scheidemann een sociaal democraat, in een afscheidsspeech die sindsdien beroemd is geworden:


… Laat me spreken zonder enige tactische overwegingen. Waar onze gesprekken om draaien is dit dikke boek waarin honderd paragrafen beginnen met “Duitsland doet afstand van, doet afstand van,” deze meest gruwelijke en moorddadige hamer van het kwaad waardoor een groot volk wordt afgeperst en gechanteerd om zijn eigen onwaardigheid toe te geven, zijn eigen gewetenloze verminking toe te staan, in te stemmen met zijn eigen onderwerping en slavernij, dit boek moet niet het wetboek van de toekomst worden… Ik vraag u: Wie als een eerlijk man - Ik zal niet eens zeggen als een Duitser, maar enkel als een eerlijk man loyaal aan de voorwaarden van een verdrag - kan zich onderwerpen aan zulke voorwaarden? Welke hand die zichzelf en ons aan zulke ketenen onderwerpt zou niet verschrompelen? Bovendien moeten we ons inspannen, moeten we zwoegen en werken als slaven voor het internationale kapitalisme, onbetaald werken voor de gehele wereld!


… Als dit verdrag werkelijk getekend wordt, zal het niet alleen de lijken van Duitsland zijn die op het slagveld van Versaille blijven. Ernaast zullen even nobele lijken liggen: het recht van de zelfbeschikking van volkeren, de onafhankelijkheid van vrije naties, het geloof in al de goede idealen waar de geallieerden voor beweerden te vechten en bovenal het geloof in loyaliteit onder de voorwaarden van het verdrag.”


De woorden van Scheidemann laten weinig twijfel bestaan over de “vae victis” van de overheden van de geallieerde en geassocieerde machten, het bestaan van Duitsland als een welvarende en eendrachtige natie werd in twijfel getrokken. Zoals vooruitziende mannen uit die tijd juist voorspelden, de grondwet van de Weimar replubliek (1919 tot 1933) was goed bezien niet degene die het Duitse parlement formeel aangenomen hadden op 11 augustus 1919. Het was eerder opgelegd door het verdrag van Versaille op 28 juni 1919.



Als gevolg van het verdrag, werd elk van de talloze regeringen van de Weimar Republiek onvermijdelijk  geconfronteerd met dezelfde onoverkoombare problemen. Elk bestuur was verplicht om de talloze onderdrukkende en verwoestende voorwaarden van het verdrag uit te voeren, dus als “agent” van de overwinnende machten. Elke nieuwe regering was dus verplicht om zichzelf in diskrediet te brengen in hun eigen ogen en die van het volk dat het vertegenwoordigde en dus een soort van politieke zelfmoord te plegen.






Ontmoeting met Hitler


Echter één politiek leider zwoer uitdagend van meet af aan om nooit toe te staan dat hij of zijn partij zou worden gechanteerd. Deze man was Adolf Hitler en zijn partij was de Nationaal Socialistische Duitse arbeiders Partij (NSDAP). Zoals zoveel van zijn mede burgers was Rudolf Hess ontzet en diep geschokt door de omstandigheden die zich hadden ontwikkeld in Duitsland en hij besloot om te vechten tegen de “dictatuur” van Versaille. De catastrofale stand van zaken die hij vond in München na zijn terugkeer van het front was buiten zijn vermogen om het te beschrijven. Zoals zoveel van zijn kameraden was Hess in de oorlog verzeild geraakt in 1914 om te vechten voor een vrij, sterk en trots Duitsland. Nu in 1919 was de 26 jaar oude Hess getuige van de instelling van een Sovjet republiek in Bavaria geleid door communisten en Joden. In zijn ogen had het militaire verlies geleid tot een nationale catastrofe.


In een brief die hij aan een neef schreef enige tijd later, beschreef hij zijn toenmalige gevoelens zeer gedetailleerd:


“Je weet hoe ik lijdt onder de situatie waarin ons eens zo trotse land is gebracht. Ik heb gevochten voor de eer van onze vlag waar een man van mijn leeftijd natuurlijk voor moest vechten, waar omstandigheden op zijn slechtst waren, in modder en aarde, in de hel van Verdun, Artois enzovoorts. Ik ben getuige geweest van de horror van de dood in al zijn vormen, ik heb dagenlang onder hevige bombardementen gelegen en ik heb geslapen in een loopgraaf waarin de helft van een Fransman zijn lichaam lag. Ik ben verhongerd en heb geleden zoals alle goede frontsoldaten. Is dit alles tevergeefs, het lijden van de goede mensen thuis alles voor niets? Ik heb geleerd van jou wat de vrouwen hebben moeten verduren! Nee als dit alles tevergeefs was, zou ik nog steeds vandaag de dag betreuren dat ik geen kogel door mijn hoofd gejaagd heb op de dag dat deze monsterlijke voorwaarden van de wapenstilstand en zijn acceptatie werden gepubliceerd. Ik heb het op dat moment niet gedaan enkel en alleen in de hoop dat op een of andere manier ik nog steeds de mogelijkheid zou hebben om dit lot te veranderen.”


Vanaf dat moment werd hij in beslag genomen door de overtuiging dat hij “het lot kon veranderen” en vastberaden om te handelen naar deze overtuiging. Tijdens de winter van 1918-1919 in een vernederd Duitsland opgeschrikt door communistische rellen, gekweld door ad hoc regeringen van “arbeiders en soldaten Sovjets,” erkende hij steeds - ondanks zijn ontmoediging - de mogelijkheid tot vernieuwing voor het volk waar hij bereid was voor te sterven.


Overtuigd om te vechten tegen de overduidelijke pogingen om Duitsland te knechten veranderden zijn gevoelens van wanhoop in een brandende verontwaardiging en motiverende woede. Als gevolg hiervan werd hij bijna onvermijdelijk getrokken naar die ene politieke kracht die, zoals hij van het begin af aan al goed aanvoelde, in een positie was om de ketenen van het Duitse volk te breken die opgelegd waren in Versaille.  Zoals miljoenen andere Duitsers volgde hij de leider van deze beweging- maar hij deed dit eerder en met grotere overtuiging dan vele anderen. Samen met zijn mede burgers was hij overtuigd van de rechtvaardigheid van het doel waar hij voor vocht. Namelijk het herstel van de Duitse nationale rechten en het breken van de ketenen van Versaille.


De Nationaal Socialistische Duitse Arbeiders Partij werd opgericht in München in januari 1919. Hitler werd een paar maanden later lid en werd snel de meest prominente spreker. Het was ergens in mei 1920 tijdens een avond bijeenkomst van deze kleine groep in een ruimte in de Sternecker brouwerij in München dat Hess, Hitler voor het eerst hoorde spreken. Toen hij die avond terug naar huis ging, naar het kleine logement waar hij verbleef, vertelde hij enthousiast tegen het meisje dat daar woonde in de aangrenzende kamer, Ilse Pröh met wie hij later zal trouwen: 


“Overmorgen moet je meekomen met mij naar een bijeenkomst van de Nationaal Socialistische Duitse Arbeiders Partij. Een onbekend iemand gaat spreken; ik kan me zijn naam niet voor de geest halen, maar als er iemand is die ons kan bevrijden van de ketenen van Versaille is het deze man. Deze onbekende man gaat onze eer herstellen.”


Rudolf Hess werd lid nummer zestien van de groep op 1 juli 1920. Vanaf dat moment werd hij langzaam maar zeker naar de leider toe getrokken. Er waren meerdere redenen voor zijn enthousiasme omtrent Hitler. Allereerst waren er redenen van praktische politiek, die Hess in zijn eigen woorden formuleert in een brief geschreven in 1921:


“De kern van het verhaal is dat Hitler overtuigd is dat [nationale] wederopstanding alleen mogelijk is als we slagen in het leiden van de grote massa van het volk, met name de arbeiders, terug naar nationaal bewustzijn. Dit is enkel mogelijk in de context van redelijk en eerlijk socialisme.”


Ten tweede had Hess een persoonlijke reden en dat was de welsprekendheid van Hitler. In een brief die hij aan een vriend schreef in 1924, beschreef Hess het effect van die gave:


“Je vindt maar één keer een man die op massa bijeenkomsten de meest links georiënteerde draaibank bediener net zo in vervoering kan brengen als de meest rechts georiënteerde directeur. Deze man weet binnen twee uur duizend communisten, die gekomen waren om de bijeenkomst op te breken, op te laten staan en mee te zingen met het volkslied (zoals in München in 1921), ook wist hij binnen drie uur tijdens een speciale toespraak richting een paar honderd industriëlen en de minister president (of provinciale gouverneur), die min of meer waren gekomen om hem tegen te spreken, hen zover te krijgen dat ze het volledig met hem eens waren of dat ze vol verbazing sprakeloos waren."


Rudolf Hess was er van overtuigd dat Hitler niet kon falen om de ketenen van Versaille te breken om daarna een verandering van politieke richting door te voeren die een betere toekomst zou garanderen.


In de jaren voordat de NSDAP de enorme steun van stemmers kreeg, was de Nationaal Socialistische Partij een Bavarisch fenomeen en de plek van Hitler in de nationale politiek onbetekenend. Zelfs niet het erkende talent van Hitler als spreker was in eerste instantie mogelijk om dit te veranderen. Tijdens de periode van 1924 tot 1929 toen normale omstandigheden leken terug te keren in Duitsland, ondanks Versaille, was Hitler niet bekend. De enige uitzondering hierop was in 1923, toen hij kortdurend berucht werd door zijn rol in de “Mars op de Feldherrnhalle” in München op 9 november en de noodlottige poging om de regering aldaar omver te werpen. Tijdens deze mislukte putsch arresteerde Hess drie ministers van de Bavarische regering. Voor zijn rol in de coup werd Hitler opgesloten in het Landsberg fort, waar hess even later ook terecht kwam.






Overwinning in politieke strijd


Het was tijdens de tijd dat Hitler opgesloten zat dat hij en Hess een speciale band van vertrouwen en wederzijdse geloof ontwikkelden die in latere jaren het voorkomen van het leiderschap van de partij zou vormen. Het was ook in Landsberg dat Hitler zijn bekende rudimentaire werk; Mein Kampf schreef. Hess bewerkte de pagina’s van het manuscript en controleerde het op fouten. Hitler werd eerder vrijgelaten op 20 december 1924. Vier maanden later in april 1925 werd Hess de privé secretaris van Hitler met een maandelijks salaris van 500 Mark.


In het eerste jaar van 1930, baande de impact van de grote depressie en de politieke verbrokkeling van de Weimar republiek de weg voor het grijpen van de macht door Hitler in januari 1933. Als gevolg van de goed georganiseerde propaganda campagnes, op hun beurt dankzij hun quasi militaire cohesie en discipline, kreeg de Nationaal Socialistische Duitse Arbeiders Partij steeds meer en meer electorale steun vanuit steeds breder wordende lagen van de bevolking. En terwijl het werk toenam, liepen steeds meer en meer werkloze arbeiders over naar de Nationaal Socialisten vanuit de grote Duitse Communistische Partij.


Tijdens de hectische dagen van januari 1933 verliet Hess nimmer de zijde van Hitler. In een handgeschreven brief aan zijn vrouw gedateerd; 31 januari 1933- de dag nadat Hitler kanselier werd- beschreef de 38 jarige Rudolf Hess zijn gevoelens tijdens dit triomfantelijke moment:


“Droom ik of ben ik wakker- dat is de vraag op dit moment! Ik zit in het kantoor van de kanselier in het Wilhelmsplatz. Belangrijke ambtenaren naderen stilletjes op zacht tapijt om documenten “Voor de rijkskanselier” in te dienen, die op dit moment een bijeenkomst van het kabinet voorzit en de uiteindelijke afmeting van de overheid voorbereidt. Buiten staat het publiek geduldig, opeengepakt te wachten tot hij weer weg rijdt- ze beginnen het volkslied te zingen en schreeuwen “Heil” voor de “Führer” of voor de “rijkskanselier”. Dan begin ik te beven en moet ik op mijn tanden bijten - net zoals ik gisteren deed toen de “Führer” terug kwam van zijn vergadering met de rijkspresident als “rijkskanselier” en me beval naar zijn kamer te komen in het Kaiserhof hotel vanuit de massa aan leiders die op hem wachten in de receptie - want wat ik tot op dat moment voor onmogelijk had geacht was realiteit geworden. 


Ik was er stellig van overtuigd dat alles zoals gewoonlijk op het laatste moment fout zou gaan. En de leider had tegen mij toegegeven dat op sommige momenten dingen als een dubbeltje op zijn kant balanceerde vanwege de onverzettelijkheid van de oude wezel in het kabinet. [ een referentie naar Alfred Hugenberg, een coalitie partner en voorzitter van de Duitse Nationale Volks Partij]


De fakkelmars in de avond marcheerde voorbij de verrukte oude heer (president Von Hindenburg) die het uithield tot de laatste SA man voorbij was rond middernacht… Toen kwamen de vreugdebetonen gericht op de Führer gemengd met diegenen gericht naar de Rijks-President. Uren gingen voorbij waarbij mannen en vrouwen voorbij kwamen, hun kinderen omhoog houdend zodat ze de Führer konden zien, jonge meisjes en jongens hun gezichten oplichtend op het moment dat ze “hem” herkenden achter het raam van de rijkskanselarij- Hoe jammer ik het vond dat je er niet bij was!
De leider gedraagt zich met een ongelofelijke zelfverzekerdheid. En de punctualiteit!!! Altijd een paar minuten te vroeg!!! Ik heb er zelfs over na moeten denken om een horloge aan te schaffen. Een nieuw tijdperk en een nieuw tijdschema zijn aangebroken!”


Dit alles was geschreven op een vel briefpapier van “de Rijks Kanselier”. Hess had echter de Gotische letters doorgestreept met zijn pen. De volgende dag in een volgende brief gedateerd 1 februari concludeerde hij met de woorden: “Één stap richting de overwinning is nu hopelijk eindelijk achter ons. De tweede moeilijke periode van de strijd is nu begonnen!”


Op 21 april 1933 benoemde Hitler, Hess als plaatsvervangend Führer van de Nationaal Socialistische Partij. Zijn taak was het om de regerende partij te leiden als afgevaardigde van Hitler en om de nationale en sociale principes hoog te houden. Acht maanden later, op 1 december 1933, benoemde rijks president Von Hindenburg – op verzoek van Hitler- Hess als rijks minister zonder portfolio. Toen de oorlog uitbrak in september 1939 benoemde Hitler rijksmaarschalk Hermann Göring als plaatsvervangend staatshoofd. Dit neemt niet weg dat Hess nog steeds de vertrouweling was van Hitler en iemand die hij kon vertrouwen zonder enige terughoudendheid. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten